Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Bij dat bijbeltje begon mijn zoektocht'

Marjan Oostrum (64) vond als kind een bijbeltje bij haar opa en oma

De Bijbel is naar schatting wereldwijd meer dan vijf miljard keer verkocht. Elke koper heeft een unieke band met zijn of haar exemplaar. Zo zette Marjan met de vondst van haar bijbel een zoektocht naar God in.

Deel:

“Bij mijn opa en oma op zolder stond een houten boekenkast met glazen deurtjes. Ik was als 11-jarige al dol op boeken en snuffelde door de kast. Ik vond een klein, zwart boekje met dunne, knisperende blaadjes. Het rook muf, er stonden woorden in die ik niet begreep. Het intrigeerde mij. Ik begon met lezen in de Psalmen; dat was niet zo’n lap tekst – maar ik snapte er niks van.

Discussie

Ik liep ermee naar beneden, waar mijn opa, oma, oom, tante, vader en moeder zaten. De sfeer was gezellig, maar die sloeg meteen om. Mijn familie was erg tegen het geloof. Mijn moeder werd bozig, en van mijn vader moest ik het gauw terugleggen. Hij zei: ‘Dat is niet voor ons soort mensen.’ Iedereen ging in discussie met elkaar, het voelde alsof ik iets stouts had gedaan.

Zoektocht

In de loop der jaren kwam ik steeds vaker terug bij dat bijbeltje, ik ging meer lezen. Mijn eigen zoektocht was begonnen. Toen ik een jaar of veertien was, vond ik in de bibliotheek een prachtig gedicht dat ik op de rand van een krant schreef en mee naar huis nam. Ik verstopte het in de lade van mijn bureau en las het regelmatig. Pas toen ik trouwde en met mijn echtgenoot naar catechisatie ging, kwam ik erachter dat het gedicht het Onze Vader was!

Intussen, ik was zeventien, sloot ik mij aan bij een gospelkoor. Vanaf dat moment bezocht ik stiekem de kerk – ik vertelde mijn ouders dat ik kooroptredens had. Op mijn 28e liet ik me dopen bij evangelische gemeente De Werkelijkheid is Christus in Balkbrug. Mijn ouders waren er radicaal op tegen. Ze zijn wel bij de doop van mijn man en twee kinderen geweest, dat vind ik erg mooi

Vanaf dat moment bezocht ik stiekem de kerk

Er was toch íéts veranderd bij mijn moeder. Zij stond na mijn oma’s overlijden bij me op de stoep met spullen uit haar nalatenschap. Waaronder het bijbeltje! Blijkbaar had oma het meegenomen naar het zorgcentrum waar ze jaren heeft gewoond. Het is bijzonder dat mijn moeder het me gaf. Bij dat bijbeltje begon mijn zoektocht.”

--:--