Ga naar submenu Ga naar zoekveld

James Kennedy publiceert essay over werk voor Maand van de Geschiedenis

‘Nederland is geen luilekkerland’

Betaald of onbetaald, met passie of met frisse tegenzin: het grootste deel van ons leven zijn we bezig met werk. Voor de Maand van de Geschiedenis – die om dit thema draait – schreef historicus James Kennedy het essay 'Aan het werk'. Daarin bekijkt hij het Nederlandse arbeidsethos door zijn Amerikaanse bril.

Deel:

“Je moet deze zomer echt op vakantie gaan.” Dat was het allereerste advies dat James Kennedy van een collega kreeg toen hij begon als hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De net geëmigreerde Amerikaan kon zijn oren niet geloven: “Ik wilde me bewijzen en stond in de startblokken om de hele zomer door te werken. Hoezo zomervakantie? Ik was toch net geland?” James ontdekte al snel dat Nederlanders zelden raad geven, tenzij het over het nemen van pauzemomenten gaat. Hij lacht: “Dan hoor ik vaak dat ik het rustig aan moet doen, terwijl ik zelf het gevoel heb dat ik nog harder aan de slag moet.”

Hoe zit het dan met ons calvinistische arbeidsethos?
“Het woord calvinistisch duikt opmerkelijk genoeg pas vaak op vanaf de jaren 60 – precies op het moment dat Nederlanders kritischer worden over hun hardwerkende houding. Er zit een dubbele betekenis in die term: aan de ene kant proef je trots op de eigen werkmentaliteit, maar tegelijkertijd een kritische houding op al te veel ijver. En dat typeert de Nederlanders. Ze kunnen hard werken, maar er moet ook ruimte zijn voor pret, vrije tijd en vakantie.”

Heeft het protestantisme überhaupt invloed op onze manier van werken?
“Historisch gezien is het lastig vast te stellen of Nederlanders door het protestantisme harder hebben gewerkt dan bijvoorbeeld katholieke Europeanen. Daar is geen bewijs voor. Wat wél opvalt: protestanten hebben veel meer over de betekenis van werk geschreven. Er bestaat een lange traditie van protestantse bezinning op het werk, tot vandaag de dag aan toe. Dus het is zeker een protestants thema.”

Protenstanten hebben veel meer over de betekenis van werk geschreven

Vrije tijd en ontkerkelijking

“Vervreemding van de kerkelijke leer speelde misschien een minder grote rol in de kerkverlating dan de vrije weekenden,” oppert Kennedy in zijn essay. Wat bedoelt hij daarmee? “Met de invoering van de vrije zaterdag in 1960 viel de regelmaat van een strak weekend weg,” legt hij uit. “Dat leidde tot een nieuwe levensstijl, waarin bezoek aan de kerkdienst ongelegen kwam. Nederlanders gingen meer sporten, meer feesten, de sociale controle viel weg. Vaak is dat onderbelicht gebleven in verklaringen voor ontkerkelijking. Het accent lag meer op de theologische bedenkingen die mensen bij de kerkelijke leer hadden. Maar uit onderzoek blijkt dat mensen hun bezwaren vaak pas achteraf bedachten om hun keuze te duiden. Natuurlijk speelden er meer factoren mee, maar de toename in vrije tijd als verklaring voor ontkerkelijking mag wel wat meer aandacht krijgen.”

Lees ook: Iduna Paalman vond in de Bijbel actueel MeToo-verhaal
Lees ook: Iduna Paalman vond in de Bijbel actueel MeToo-verhaal

Op welke manier heeft de werkende Nederlander u geïnspireerd?
“Ondertussen heb ik begrepen dat ik het mis had: Nederland is geen luilekkerland. Wat ik heb geleerd van Nederlanders, is dat werk belangrijk is, maar dat je ook een keer mag ophouden. Of misschien zelfs: je móét een keer ophouden. Werk hoeft niet altijd vóór alles te komen.”

Beeld: Marco Bakker

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--