Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Moet je opdraaien voor de fouten van je ouders?

‘Ook het derde en het vierde geslacht …’

Waarom moeten kinderen boeten voor de zonden van hun ouders ‘tot in het derde en vierde geslacht’? En wat betekent de belofte die volgt op deze waarschuwing in de Tien Geboden? Een hoopvolle zoektocht naar Gods liefde.

Deel:

Steeds vaker durven kinderen zich uit te spreken over de verkeerde keuzes van hun ouders, voor en in de Tweede Wereldoorlog. Hun leven lang hebben zij er – in meer of mindere mate – mee geworsteld. Vragen buitelen over elkaar heen: Wie ben ik? Had ik hetzelfde gedaan? Moet ik mijn ouders vergeven? De Tien Geboden in Exodus 20 maken het er niet makkelijker op: ‘Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten.’
Woorden die je hoofdbrekens bezorgen als je ze zo, los van hun context, op je in laat werken. Is het rechtvaardig om te boeten voor iets waar je zelf geen schuld aan hebt? En ben je dan eigenlijk nog wel vrij om je eigen – hopelijk goede – keuzes te maken?

Straf en geen schuld?

Er zijn genoeg Bijbelteksten die de gedachte tegenspreken dat God straft voor iets waar je geen schuld aan hebt. Sterker nog: God straft níét als je dat wél verdient. Zo kennen we Hem. Wat dat eerste betreft, kijk eens naar Ezechiël 18:20: “Iemand die zondigt zal sterven, maar een zoon hoeft niet te boeten voor de schuld van zijn vader, en een vader hoeft niet te boeten voor de schuld van zijn zoon; wie rechtvaardig is wordt als een rechtvaardige behandeld, en een slecht mens wordt voor zijn slechte daden gestraft.”
Klare taal. Hier kunnen we wat mee. Exodus dan maar gauw vergeten? Liever niet, want het lijkt erop dat een Bijbeltekst die schuurt, je misschien wel meer te vertellen heeft dan wat je op het eerste oog leest en voor je ziet.
Opvoeden is misschien wel de moeilijkste klus op aarde. We doen het al sinds mensenheugenis. Met harde hand, volgens strikte regels, of juist losser en meer in de vrijheid. Maar nooit komen kinderen volledig zonder deuken uit het ouderlijk nest. Badend in liefdevolle zorg kan de buitenwereld rauw en hard zijn. Bij gebrek aan ouderlijke genegenheid kan de vloer onder je leven dun blijven – je hele leven lang.

Familie Eli

Laten we eens kijken bij een van de vele disfunctional familiesdie de Bijbel rijk is: de familie Eli. De jongens van priester Eli groeien op bij de Tabernakel, als kostgangers van God Zelf. Met Eli ging het nog wel, al vermaande “een godsman” hem in 1 Samuël 2:29b al: “Kennelijk sla je je zonen hoger aan dan Mij, want je mest jezelf vet door steeds het beste deel op te eisen van de offers die Mijn volk Israël Mij brengt.”
Eli’s zonen Chofni en Pinechas maakten het pas echt bont. “De zonen van Eli waren een stel afpersers. Ze trokken zich niets van de HEER aan en maakten misbruik van de rechten die aan het priesterambt verbonden zijn” (1 Samuël 2:12-13).

Tragische familiegeschiedenis

Het verloop van deze familiegeschiedenis is bekend. Eli laat het als afwezige vader allemaal maar gebeuren. Hij zit op zijn stoel tot hij ervan af valt. Zijn zonen stelen als raven, bedreigen kerkgangers die een offer komen brengen en slapen zelfs met vrouwen die dienstdeden bij de ingang van de godstent. Schuldgevoel of schaamte blijft achterwege. Oppermachtig voelen ze zich als ze de ark van God inzetten in de strijd tegen de Filistijnen. Dat God anders denkt dan zij, komt niet in hun gedachten op.
Kort nadat Chofni en Pinechas zijn omgekomen in de strijd, krijgt Eli het verdrietige nieuws te horen. En ook dat de ark in handen van de vijand is gevallen. Van schrik valt hij achterover van zijn bankje bij de stadspoort, breekt zijn nek en sterft.
Wie boet hier voor wie? Eli voor zijn zonen? Chofni en Pinechas voor het feit dat Eli hen niet streng genoeg toesprak? Ezechiël 18 geeft nog steeds een bevredigender antwoord dan Exodus 20.
Toch zegt ook Exodus 20 iets over het huishouden van Eli, zo vertellen sommige Bijbelverklaarders. Ze leggen dat ‘boeten in het derde en vierde geslacht’ zo uit: God doet de gevolgen van de misstappen van ouders merken in de generaties na hen. De consequenties van jouw verkeerde handelen zijn voelbaar voor je kinderen, klein- en achterkleinkinderen. En zij kunnen zich niet verschuilen achter jouw schuld, want ze staan zelf voor de keuze om ermee af te rekenen of niet. Een last die zij moeten dragen, omdat jij hem bleef meesjouwen.

40.000 jaar liefde

In de Netflix-serie Shtisel– onlangs verscheen het derde seizoen – volgt de kijker een orthodox-joodse familie. In deze familie springt één man uit de band. Hij vertrekt naar het buitenland en leeft onder de gojiem, de heidenen. Als hij terugkomt, sluiten de gelederen van het gezin zich weer. Niemand praat over zijn vertrek, niemand over zijn plotselinge thuiskomst. Maar als zijn dochter in kritieke toestand in het ziekenhuis ligt, zakt deze vader op de parkeerplaats van het ziekenhuis biddend in elkaar. ‘Neem míj́, straf míj́, maar niet háár,’ is de strekking van zijn gebed.
Zo diepgeworteld zit die gedachte van schuld en straf in ons. Maar we vergeten vaak wat er volgt in Exodus 20: “…maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.” Drie of vier geslachten staan in schril contrast met duizend, zo veel wordt al meteen duidelijk. Maar als je uitrekent over hoeveel jaar die duizend generaties zich uitstrekken, gaat het je pas echt duizelen. De Bijbel rekent voor elke generatie veertig jaar. Dan kom je dus op 40.000 jaar vol liefde van Gods kant.

Ik geef je genade en liefde voor 40.000 jaar

Het is alsof God wil zeggen: “Reken af met je verkeerde gewoonten, je kinderen hebben er alleen maar last van. Richt je niet op de goden van je tijd, maar op Mij. Zij geven je ellende voor tachtig jaar, Ik geef je genade en liefde voor 40.000 jaar – zeg maar gerust: een eeuwigheid. Want Mijn liefde is meer dan het leven.”
Opvoeden vraagt de kracht van Simson, de wijsheid van Salomo, het geduld van Job, het geloof van Abraham, het inzicht van Daniël en de moed van David – luidt een gezegde. Als we hier nog de liefde van God aan toevoegen, krijgt deze tegeltjeswijsheid net de gelaagdheid die ze nodig heeft.

Beeld: Jedi Noordegraaf

Geschreven door

Reinald Molenaar

--:--