Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Eline Hoogenboom: ‘Ondanks de donkere nachten gun ik iedereen een crisis’

Wat kreeg Eline van huis uit mee over God en het geloof en waar staat ze nu?

“Als ik blij word van mijn kinderen, zeg ik tegen Jezus: wat moet U nu ook een brede glimlach op Uw gezicht hebben,” vertelt ondernemer en auteur Eline Hoogenboom (36). Dankzij haar geloof kan ze voluit genieten van de alledaagse dingen.

Deel:

Als Eline Hoogenboom vroeger naar de kerk ging, herkenden andere kerkgangers haar al van een afstandje. “Ik zat als enige meisje met een hoedje op in de kerk. Niet omdat het moest, maar ik werd tijdens het shoppen geïnspireerd toen mijn moeder er een voor zichzelf kocht,” legt Eline uit. Ze voelde zich thuis in de kerk. “De kinderen werden gezien, we hoorden erbij. Daarnaast kende ik iedereen en dat zorgde voor een familiegevoel.”

De zending in

Ooit richtte Eline het meidenplatform Huis van Belle op, nu adviseert ze vrouwelijke ondernemers. Haar eerste geloofsherinneringen liggen in de Christelijke Gereformeerde Kerk in Capelle aan den IJssel, een kleine honderd kilometer bij haar huidige woonplaats Voorthuizen vandaan. “Ik was lid van een koor en zong graag het lied ‘Jezus houdt van alle kleine kinderen’,” vertelt ze. “Dat nummer kun je zo uitgebreid maken als je zelf wilt, door steeds een groep mensen toe te voegen. Maar het bijzondere vond ik dat Jezus ook écht hield van alle mensen die daar voorbijkwamen.” Tegelijkertijd voelde Eline altijd al dat er een bepaalde ernst bij het geloof hoorde. Helemaal toen ze in groep vijf het boekje Vijf kruisen in de jungle van Elisabeth Elliot las. “Dit boek vertelt het verhaal van vijf zendelingen die in Ecuador werkten en door leden van een inheemse stam werden gedood. Dat maakte op mij enorme indruk. Het is nogal wat als je je leven op het spel zet voor God.” Ondanks het heftige verhaal wilde Eline in die tijd zelf ook de zending in. “Misschien zit dat verlangen nog steeds ergens. Ik voel een bepaalde drang om anderen over Gods genade te vertellen.”

Een jonge Eline Hoogenboom.
Een jonge Eline Hoogenboom.

Hoe deelden je ouders hun geloof?
“Mijn moeder deed dat vooral met woorden, door te vertellen en te delen. Ze schreef ook zo veel mogelijk op over mij en mijn drie broers.” Eline knikt naar een opengeslagen boekje dat op haar kookeiland ligt. “Als baby stopte ik twee keer met ademen en lag ik twee keer op het randje van de dood. Gelukkig werd ik op tijd gevonden. In het ziekenhuis hadden ze geen verklaring en als ik het niet had overleefd, zou de officiële doodsoorzaak waarschijnlijk wiegendood zijn. Als ik lees wat mijn moeder over deze momenten schreef, zie ik ontzettend veel dankbaarheid terug. Maar ook tijdens mijn verjaardagen merkte ik die dankbaarheid. Ik hoorde vaker dan eens dat mijn ouders me twee keer hebben gekregen: een Godswonder. Mijn vader uitte zijn geloof meer in daden. Zo zat hij in de kerkenraad en bespeelde hij regelmatig het orgel tijdens de diensten, ik zat dan bij hem. Ik zag dat hij met overgave speelde als er een mooi lied op het programma stond.”

‘Een nieuw hart’

Het gezin verhuist van Capelle aan den IJssel naar Nijkerk als Eline 12 is. Een verandering die moeilijk voor haar blijkt te zijn. “In die tijd begon ik – als opstandige puber – tegen dingen aan te schoppen en de kerk saai te vinden. In onze nieuwe kerk voelde ik me minder thuis en begon ik te twijfelen aan Gods liefde. Ook had ik moeite met het principe ‘een nieuw hart krijgen’. Ik had het gevoel dat ik eerst van alles moest doen voordat Hij van me hield. Daarnaast kreeg ik zo mijn geloofstwijfels. In mijn tienerjaren liep ik trauma’s op en ik begreep niet waarom die in mijn leven kwamen. Ik vroeg me af waar God was. En als Hij er wel bij stond op die moeilijke momenten, waarom greep Hij dan niet in? Jarenlang sprak ik daar met niemand over.”

Waarom greep Hij dan niet in?

“Ik vond het moeilijk om te twijfelen aan God,” vervolgt Eline. “Ik wilde graag dat Hij er gewoon was. Gelukkig herinner ik me ook momenten dat ik juist voelde dat God me vasthield. Zo ging ik als 15-jarige naar een concert van de plaatselijke muziekgroep Voisix. Ik kocht een cd van ze met onder andere het nummer ‘Heer, wijs mij Uw weg’. Daarin kwam naar voren dat God altijd naast je loopt. Die gedachte gaf me moed. Ik las ook veel boeken, waaronder de verhalen van Moeder Ditta. Daarin zit ook een ‘rebelse’ dochter. Volgens mijn moeder leek ik op haar. De moeder-dochterrelatie, maar ook geloofsvertrouwen speelde een belangrijke rol in die boeken. Dat soort verhalen hielpen mij ontzettend.”

‘Eerst de bodem raken’

“Na de middelbare school ging ik journalistiek studeren. Hier liet ik een andere Eline zien dan de versie die ik ten diepste was. Ik vluchtte in feestjes en foute relaties, maar ontdekte op den duur dat ik daar niet mijn vervulling in wilde zoeken. Die wilde ik in God vinden. Ik zocht professionele hulp en in mijn kerk in Utrecht, waar ik toentertijd naartoe ging, stonden mensen biddend om me heen. Dat is iets waar ik niet mee was opgegroeid. Dat maakte het spannend, maar het voelde ook ontzettend goed.”

Eline vertelt hoe God langzaam maar zeker de basis voor een ‘nieuwe’ Eline legde. Zo had ze veel aan Psalm 139, waarin God tegen haar zei dat Hij vanaf het prilste begin al met haar meeging. Ook plaatste God volgens Eline de juiste mensen om haar heen. Maar het proces van herstel was geen kwestie van dagen. Eline: “Ik heb genoeg donkere nachten gekend waarin boze herinneringen terugkwamen. Toch gun ik iedereen zo’n crisis. Dat klinkt vreemd, maar zonder druk kunnen geen diamanten ontstaan. Terugkijkend had ik die moeilijke periodes in mijn tiener- en studententijd nodig om mezelf en God beter te leren kennen. Ik moest eerst de bodem raken voor ik mijn identiteit echt op de goede grond kon bouwen. In de Bijbel zie je ook dat mensen als David, Abraham en Jakob soms letterlijk met God worstelen. Daar herken ik mezelf in. Achteraf zie ik pas hoeveel herstel en genade God me heeft gegeven.”

Genade blijft gelukkig de boventoon voeren

Wat betekenen die herstel en genade voor jou?
Eline slaat haar ogen neer op haar drie maanden oude zoontje Otte, die ze in een draagzak bij zich heeft. “Ik zie het feit dat ik een gezin mag hebben als herstel en genade van God, ook omdat ik weet dat mensen met mijn verleden dat niet altijd hebben. De relatie van mijn ouders verslechterde na de verhuizing en dat leidde uiteindelijk tot een scheiding. Voor kinderen van gescheiden ouders is de kans op een gezonde relatie kleiner. Dat ik wel een gezond huwelijk heb met mijn man Johannes, zie ik als genade. Maar het zit voor mij ook in de kleine dingen. Als ik dans met mijn 2-jarige dochter Lobke. Als Johannes en ik tijdens een weekendje schaterlachend op scootertjes rijden. Of als ik een schommel zie en daar even op ga zitten.”

Onrecht

“God is altijd degene die ik het hardst nodig heb,” reageert Eline op de vraag hoe haar relatie met God nu is. “Als ik een vader zoek, is Hij als een vader. En als ik een moeder nodig heb, is Hij als een moeder. Jezus zie ik als een vriend. Als ik geniet van mijn kinderen, zeg ik vaak tegen Hem: wat moet U nu ook een brede glimlach op Uw gezicht hebben. Maar dat maakt mijn relatie met God niet vlekkeloos. Ik heb nog steeds vragen. Waarom mocht ik kinderen krijgen en een andere vrouw die dat zo graag wil niet, bijvoorbeeld. Ook onrecht, verder weg in de wereld, houdt me bezig. Dat kan het lastig maken om ten volle van mijn leven te genieten. Daar praat ik veel over met God. Een panklaar antwoord krijg ik niet, maar genade blijft gelukkig de boventoon voeren in mijn relatie met Hem. Daar helpt de werking van de heilige Geest bij.”

Eline Hoogenboom: "Ik kan van het leven genieten omdat ik weet dat ik altijd naar God toe mag gaan
Eline Hoogenboom: "Ik kan van het leven genieten omdat ik weet dat ik altijd naar God toe mag gaan en dat het niet alleen om het leven in deze gebroken wereld draait.".

Hoe geef je het geloof door aan Lobke en Otte?
“Het begint al ín de buik, wanneer je voor hen bidt. Met Lobke doen we traditionele dingen als bidden en Bijbellezen, maar ik probeer praktisch te laten zien wie Jezus voor haar is.” Ze wijst naar een met kaartjes gevuld rekje aan de muur achter de keukentafel. “Zo hingen we in de veertigdagentijd elke dag een kaartje op met een dankpunt. Tijdens Pasen vroeg ik haar: wat vieren we nu eigenlijk? ‘Hij leeft,’ was haar korte, maar vastberaden antwoord. Daar werd ik blij van, juist omdat ze op de peuterspeelzaal ook gewoon hoort over de eitjes en de paashaas. Aan het einde van de dag blikken we altijd terug. Dan zegt Lobke vaak: ‘God was er ook bij.’” Ze kijkt voldaan naar de kleine Otte, die inmiddels in slaap is gevallen. “Dát wil ik hem ook meegeven.”

Wat zou je missen als je het geloof niet had?
“Ik kan van het leven genieten omdat ik weet dat ik altijd naar God toe mag gaan en dat het niet alleen om het leven in deze gebroken wereld draait. Zonder die zekerheid zou ik het leven naar vinden. Aan de ene kant wil ik dat het hier nog heel lang duurt, maar aan de andere kant verlang ik ontzettend naar de hemel.” En hoe ziet ze de hemel voor zich? “Het lied ‘Er is een Verlosser’ geeft een mooie samenvatting. ‘Dan zal ik mijn Koning dienen, voor eeuwig en eeuwig.’ Die moet sowieso op mijn begrafenis gedraaid worden,” zegt Eline met een brekende stem. “Het lijkt me gewoon geweldig dat je zó dicht bij Hem mag zijn. Alles wat nu tussen mij en God kan staan, valt dan weg. Dan zit ik aan Zijn voeten.” Met een glimlach veegt ze een traan weg. “Dan is het goed.”

Tekst: Lukas ten Napel
Beeld: Ruben Timman

--:--