Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Roan overleeft een bizar auto-ongeluk

‘Van een dwarslaesie had ik nog nooit gehoord’

Die ene datum staat in het geheugen van Roan Klompenhouwer gegrift: maandag 29 juli 2019. Het is de dag waarop hij samen met zijn vriendin Kirsten en een vriend een bizar auto-ongeluk krijgt. Wonder boven wonder komt de dan 17-jarige Roan levend uit het wrak. Maar hij verliest meer dan hem lief is.

Deel:

Was het onoplettendheid? Stak er onverwacht een dier over? Op die stille landweg tussen Putten en Almere ging het mis. Gruwelijk mis. Het gebeurde in een flits, herinnert Roan (19) zich. Nadat de auto een paar keer over de kop geslagen was, belandde hij ondersteboven in een sloot. Even was het doodstil. Roan merkte al snel dat hij zijn benen niet kon bewegen. Het gevoel was weg. Komt vast door de adrenaline, dacht hij nog.

Extreem warme week

Het was net een week extreem warm geweest. De zaterdagavond voor het fatale ongeluk hadden Kirsten, Roan en twee vrienden nog tot middernacht in de achtertuin bij Roan gezeten. Normaal gingen ze op zaterdagavond uit, maar zelfs daar was het nog te broeierig voor. Op zondagochtend bezocht Kirsten met haar ouders een openluchtkerkdienst en ’s middags waren ze met de familie van Roan ergens een hapje gaan eten. Later die week zouden Roans ouders met vakantie gaan en daarna zouden Roan en Kirsten met zijn ouders een weekje naar Brabant gaan.

Verkering op haar verjaardag

Wat hij in haar zag? Hij kan het moeilijk beschrijven. Ze kenden elkaar van school, en toen zij ineens via Instagram contact met hem zocht, klikte het gelijk. Zodra ze elkaar ontmoetten, wist Roan: dit is ze. Hij stráált als hij over haar praat en terugdenkt aan de lieve meid die ze was. Op 1 november 2017, haar 16e verjaardag, kregen ze officieel verkering. Waar anderen soms hardop zeiden: “Deze relatie wordt niets”, wisten de twee tieners wel beter. Misschien júíst omdat ze elkaars tegenpolen waren, voelden ze zich tot elkaar aangetrokken. Zij was vaak onzeker, hij schaamde zich nergens voor. Als zij niet lekker in haar vel zat, wist hij haar op te beuren en moed in te praten. Ze volgden allebei een mbo-opleiding en dat ze samen verder wilden, stond vast. Al was de toekomst onzeker, ze fantaseerden weleens over een eigen huis. Trouwen. Kinderen krijgen. Ze zagen elkaar dagelijks, al was het soms maar vijf minuten. En hadden ze niets te doen, dan appten ze elkaar en sprongen op de fiets. Naar vrienden. Of naar de stad.

De sirenes van de ambulance herinnert hij zich niet

Winkelen in Almere

Precies zo gaat het die maandag, de 29e. De extreme hitte is voorbij, maar warm is het nog steeds. Ze gaan die middag winkelen in Almere. Op het houten bankje in de achtertuin wachten ze op de vriend die hen zal rijden. Ze maken nog een filmpje van hen samen en iets voor half twee stappen ze in de auto. Roan voorin, op de bijrijdersstoel, Kirsten achterin. Roans vader, die op de oprit staat, kijkt hen na.

Wieken van de traumaheli

Van de hectiek niet veel later op de plek des onheils, krijgt Roan weinig mee. De sirenes van de ambulance herinnert hij zich niet, de maaiende wieken van de traumaheli evenmin. Van zijn eigen kritieke toestand is hij zich niet bewust, maar hoe slecht Kirsten eraan toe is, is voor hem al snel pijnlijk duidelijk.

Zeer kritieke toestand

Voor moeder Jantine (47) is het die maandag de laatste werkdag voor haar vakantie. Morgen vertrekt ze samen met haar man Vincent en dochter Yvet voor een weekje naar Mallorca. Ze kijkt ernaar uit. Heerlijk een paar dagen nietsdoen en genieten van zon, zee en strand. Halverwege de middag vangt ze via social media een bericht op van een ernstig eenzijdig ongeval in de polder bij Zeewolde. Het zal je maar gebeuren, denkt ze nog. Dan gaat haar mobiele telefoon. Haar man: of ze zo snel mogelijk naar huis kan komen; Roan is betrokken bij een auto-ongeluk. Eén persoon is ter plekke overleden, hoort ze tijdens de autorit naar het AMC. Is het Roan? Zijn vriendin? Als Jantine en Vincent gehaast in het ziekenhuis arriveren, hebben ze al snel een gesprek met de trauma-arts. Roan leeft nog, maar zijn toestand is zeer kritiek. Hij heeft een hoge dwarslaesie en is onderkoeld geraakt terwijl hij in de sloot lag. Of hij het gaat overleven, is de vraag. De schrik slaat hun om het hart als ze ’s avonds rond zeven uur bij zijn bed op de ic staan. Roan ligt onder een warmtedeken aan het zuurstof, een dikke kraag om zijn nek. Allerlei apparaten om hem heen laten piepjes horen en grafieken zien. Maar hij is bij bewustzijn.

De schrik slaat hun om het hart als ze ’s avonds rond zijn bed staan

Nog diezelfde avond heeft Roan de moeder van Kirsten aan de telefoon. Pas dan dringt het tot hem door: zijn vriendin is dood. En zelf heeft hij een dwarslaesie. Iets waar hij voor die tijd nog nooit van had gehoord.

Afscheid van Kirsten

Roan wordt de volgende ochtend geopereerd, waarbij zijn nekwervels worden vastgezet. Iedereen hoopt dat hij nog afscheid kan nemen van zijn lieve Kirsten, maar zijn toestand verslechtert snel. Kirstens ouders stellen daarom alles in het werk om haar lichaam in de kist naar het ziekenhuis in Amsterdam te vervoeren. Voor Roan, die alleen nog met zijn ogen kan knipperen en zijn mond kan bewegen, is het een emotioneel moment. Terwijl de tranen over zijn wangen stromen, kust hij haar koude hand. De foto’s die worden gemaakt, wil hij nog niet bekijken. Misschien later, zegt hij. Voor nu houdt hij het af. Te confronterend.

Tussen hoop en vrees

Omdat Roans toestand verder verslechtert, wordt hij drie weken lang in slaap gehouden. Zijn ouders, die in het naastgelegen Ronald McDonald Huis verblijven, voelen zich dagenlang heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Roan zelf omschrijft die periode als een “dichte mist”. Tot hij wonder boven wonder toch tekenen van herstel vertoont. Het eerste wat hij zich dan weer herinnert, is dat hij voetbal kijkt op de telefoon van een verpleegkundige. Na drie maanden op de ic, kan Roan terecht bij revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Daar woont hij zeven maanden intern, waarna hij op 12 juni – ruim tien maanden na het ongeluk – eindelijk naar huis mag.

‘Bestaat God wel?'

“Met deze rolstoel heb ik nooit moeite gehad,” zegt Roan nu, ruim anderhalf jaar na die noodlottige maandag. Hij zit thuis in de woonkamer, waar zijn moeder even daarvoor geduldig en steeds met korte tussenpozen een kop koffie aan zijn mond zette. “Hoe dat komt?” Hij kijkt ontspannen naar buiten en glimlacht. “Dat vraagt iedereen. Maar zo bén ik gewoon. Bij mij was altijd het glas al halfvol. Ik sta positief in het leven.” Of God daar een rol bij speelt, weet hij niet. Sowieso vindt hij – anders dan Kirsten – geloven lastig. Bestaat God wel? En als Hij bestaat, waarom overkwam hem dit dan? Daar wil hij later nog eens goed over nadenken. Al snapt hij ook wel dat dit iedereen kan overkomen. “Kirsten was eigenlijk veel geloviger dan ik,” zegt hij. “Zij ging zondags vaak naar de kerk, dat hoefde voor mij niet altijd. Tot mijn 16e ben ik regelmatig met mijn ouders meegegaan, maar dat was meer omdat het moest. Wel vond ik het fijn dat veel mensen vanuit de gemeente na het ongeluk met ons meeleefden en een kaart stuurden. Dat gaf enorm veel steun en kracht. Ook de dominee is een aantal keer langs geweest.”

Spaarzame vrije tijd

Omdat Roans ouders ervoor kozen Roan thuis te verzorgen en ook Roan zelf liever niet naar een zorginstelling ging, kwam er een half jaar geleden een zorgunit voor hem in de tuin. Via een gang tussen de keuken en de zorgunit kan Roan zich makkelijk tussen zijn kamer en het woonhuis bewegen. Boven zijn hoog-laagbed hangt een uitvergrote foto van hem en Kirsten, innig verstrengeld. Zijn moeder verzorgt hem zo veel mogelijk zelf, met hulp van de thuiszorg. Roans dagen zijn vooral gevuld met zijn verzorging. Dat begint ’s ochtends vroeg met katheteriseren, laxeren, wassen en aankleden. In de middag heeft hij een paar uurtjes voor zichzelf, en na het avondeten moet hij aan de elektrostimulatie om zijn spieren te trainen, zodat hij geen zit- en doorligplekken krijgt. Ook tussendoor heeft hij zorg en medicijnen nodig, en ’s avonds laat is de thuiszorg weer druk om hem klaar te maken voor de nacht. Zijn spaarzame vrije tijd besteedt Roan aan 3D-printen. Daarin kan hij zijn liefde voor bouwkunde kwijt. Trots wijst hij naar een lage tafel langs de muur, waar het ontwerp staat van zijn eigen zorgunit. Dat wordt gebouwd bij het nieuwe huis dat zijn ouders volgend jaar hopen te betrekken. Roans tweede hobby is gamen. Specialisten in de revalidatiekliniek ontwikkelden een speciale game-inrichting, zodat Roan met zijn hand, kin en schouders het spel kan besturen. “Ik ben nog niet terug op mijn oude niveau, maar ik word er steeds beter in,” grinnikt hij.

Zelfs voor het verleggen van zijn arm moet hij zijn moeder roepen

Voetballen met vrienden

Boos is Roan nooit geweest. Dat vindt hij zelf ook wel bijzonder. Want hij zit toch de rest van zijn leven in een rolstoel. Hij heeft geen controle over zijn handen, armen en benen. Alleen zijn linkerarm kan hij met moeite een beetje aansturen. Zelfs voor het verleggen van zijn arm moet hij zijn moeder roepen, net als wanneer hij ’s nachts jeuk of last van spasmen heeft. Eten en drinken kan hij niet zelf, laat staan zichzelf aankleden. Zijn vriendin is hij kwijt, voetballen met vrienden kan hij vergeten en ook fietsen of autorijden zit er niet in. Het is zelfs de vraag of hij ooit zelfstandig in een eigen huis kan wonen. Hij wijst richting de bank, waarnaast een grote modelauto van een Mercedes G-klasse staat. “Voor mijn verjaardag gekregen. Of ik ’m in de toekomst zelf zal kunnen besturen, weet ik niet. Maar ooit komt er een echte op de oprit te staan,” voorspelt hij lachend.

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--