Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Een kijkje in de kledingkast van Anne-Mar Zwart

‘Ik hou ervan kleding te bewaren en opnieuw te ontdekken’

Al jaren presenteert Anne-Mar Zwart het populaire modeprogramma Hip voor Nop, waarbij twee vriendinnen worden geholpen om goedkoop aan ‘nieuwe’ kleding en een nieuwe uitstraling te komen. Maar hoe zit het eigenlijk met de liefde voor mode bij de presentator zelf? We namen een kijkje in haar kledingkast.

Deel:

In haar lichte nieuwbouwwoning in Vinkeveen heeft Anne-Mar een aparte kamer tot haar beschikking als inloopkast. Daarin is de kleding van haar man en haarzelf netjes gescheiden van elkaar en alles is op kleur gesorteerd. In de open vakken staan hun schoenen overzichtelijk opgesteld. Een mooie passpiegel en een strijkplank met ijzer maken de kledingkamer compleet. “Ik geef toe dat ik vanochtend alles keurig heb opgeruimd,” lacht Anne-Mar.

Waar het bij Hip voor Nop draait om het maken van nieuwe creaties van oude kledingstukken, is dat voor Anne-Mar niet weggelegd. “Ik heb vaak genoeg tijdens een opname gedacht: dat ga ik ook doen. Maar uiteindelijk komt het er nooit van. Daar komt bij dat ik totaal niet handig ben. Ik kan hooguit een knoop aanzetten, maar zelfs dát kan ik nog verprutsen.”

Perfecte modepoppetjes

Ook het zelfbeeld van tienermeiden speelt een belangrijke rol in Hip voor Nop. Het bevestigde voor Anne-Mar het belang van het programma. “Als de deelnemers op de set aankwamen, merkte ik dat ze altijd aan het klagen waren over hun uiterlijk,” vertelt ze. Te dik, te lang, te dun, te breed of te dikke enkels. “Tienermeiden kijken tegenwoordig veel series op YouTube en Netflix waarin allemaal perfecte modepoppetjes te zien zijn. En daar willen ze dan op lijken. Als ik of andere influencers die we in het programma hadden, met elkaar gingen praten over hoe wij er vroeger uitzagen en welke modeblunders wij maakten, zag ik dat de meiden dat echt in zich opnamen.”

Het is zo belangrijk dat ik me comfortabel voel

Anne-Mar ontdekte nog iets: “Ik was vroeger ook iemand die altijd maar shopte, vooral online. Totdat ik me erin ging verdiepen en merkte dat de mode-industrie een van de vervuilendste industrieën ter wereld is. Het is heel goed dat we aan jonge meiden laten zien wat je kunt doen met kleding waarvan je denkt: daar kan ik niets meer mee. Dat is een mooie boodschap die we als EO kunnen overbrengen.

Ik hou er zelf van om kleding te bewaren en dan opnieuw te ontdekken. Ik draag nog kledingstukken van heel lang geleden. Zo kwam ik vanochtend bij het opruimen de skipully van mijn schoonvader tegen. Van zachtgele fleece, dat was in de jaren zeventig helemaal hip. Mijn schoonmoeder vond hem vreselijk lelijk en wilde ’m wegdoen. Maar ik wilde hem wel hebben, omdat het een perfecte combinatie was met mijn skibroek in panterprint. De skipully heeft een tweede leven gekregen.”

Is mode belangrijk om je goed te voelen?
“Ja, dat denk ik wel. Ik kan me diep ongelukkig voelen als ik op tv iets moet aantrekken wat ik niet wil. Voor een benefiet-uitzending van de CliniClowns kwam de styliste met een paar jurken aan die ik echt niet mooi vond. Gelukkig zat er ook iets bij wat ik wel leuk vond. Als ik gedwongen zou worden iets aan te trekken waarin ik me niet prettig voel, denk ik echt dat dit effect heeft op mijn presenteren. Ik wil namelijk niet het gevoel hebben dat ik een jurk aanheb die te kort is of me dik maakt, want dan ga ik daarop letten tijdens het presenteren. Het is zo belangrijk dat ik me comfortabel voel; dan kan ik dat stukje loslaten en me focussen op het presenteren.”

Lieverd, trek een paar sneakers aan

Hoe belangrijk is het uiterlijk voor een presentator?
“Heel belangrijk. Het betekent niet dat je per se heel mooi moet zijn, want dat kan ook tegen je gaan werken. Je moet een aansprekend type zijn, waar mensen graag naar kijken.”

Kleed jij je volgens de laatste mode?
“Ja en nee. Ik trek aan wat ik leuk vind. Maar dingen die uit de mode zijn, vind ik ook minder leuk, je ontwent het. Het is niet zo dat ik alle modeblogs of catwalks bijhoud, maar trends komen toch wel terug in het aanbod. Dan koop je algauw iets wat in de mode is.”

Heb je graag je kast vol hangen?
“Mijn omgeving denkt dat ik vaak kleding koop, maar dat valt reuze mee. Ik ben het type van ‘niet weggooien’. Niet om het goed te praten, maar ik kan gewoon geen kleding wegdoen. Ik koppel al mijn kleding aan herinneringen en emoties. Zo heb ik de outfit bewaard die ik droeg tijdens mijn groep 8-musical. Daar heb ik zulke leuke herinneringen aan! Onlangs wilde mijn man het overhemd wegdoen dat hij droeg toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. ‘Dat ga je toch niet wegdoen?’ riep ik. Dat heeft een bepaalde waarde voor mij, dus o wee als-ie dat weggooit.”

Anne-Mar: 'Als ik gedwongen zou worden iets aan te trekken waarin ik me niet prettig voel, denk ik
Anne-Mar: 'Als ik gedwongen zou worden iets aan te trekken waarin ik me niet prettig voel, denk ik echt dat dit effect heeft op mijn presenteren.'.

Bemoeit je man zich weleens met je kleding?
“Vrij weinig. Hij vindt wel dat ik me bizar vaak omkleed op een dag. Als ik bijvoorbeeld in de loop van de dag een activiteit wil ondernemen waarvoor ik te koud ben gekleed of geen passende schoenen draag, wissel ik gewoon helemaal van outfit. Ik hou erg van mixen en matchen en ben in mijn gedachten dan ook veel met kleding bezig. Daarom vind ik op vakantie gaan enorm ingewikkeld, omdat ik dan van tevoren moet bepalen wat ik twee weken lang aantrek. Nou, dan heb ik zo’n keuzestress! Ik heb graag al mijn kleding tot mijn beschikking.

Andersom bemoei ik me overigens wél een beetje met de kledingstijl van mijn man. Ik probeer er een sportieve stijl in te krijgen, want hij kleedt zich nogal klassiek. Naar kantoor draagt hij altijd overhemden, maar als we in het weekend in de tuin gaan werken, adviseer ik hem wel om een lekkere capuchontrui aan te doen. Of die keer dat we voor het eerst samen op vakantie gingen. Hij droeg nette Santoni-schoenen, terwijl we een kathedraal aan het beklimmen waren. Ik denk dan: lieverd, trek een paar sneakers aan.”

Wat is je lievelingsitem?
“Mijn badjas. Die zit het allerlekkerst.”

Wat was jouw grootste miskoop?
“Tijdens mijn studententijd heb ik in een kleine damesmodezaak gewerkt; ‘Chique & cheap’ heette dat. Ik droeg dan vaak kleding die we in de winkel verkochten. Zo heb ik ooit een pak met Schotse ruit gekocht, waarvan ik nu denk: waarom deed ik dat aan?”

Hoe duurzaam ben jij als het om mode gaat?
“Een aantal warenhuizen heb ik in de ban gedaan. Het is wel een schimmige wereld, want er zijn ook merken die beweren dat ze duurzaam produceren, maar waarbij dat toch niet helemaal te achterhalen is. Ik ben me wel bewust van waar ik mijn kleding koop.”

Ik heb niet eens een joggingbroek

Koop je zelf weleens tweedehands?
“Heel weinig, helaas. De keren dat ik in een vintage-shop was, ben ik wel leuk geslaagd. Maar ik shop toch veel online en dat vind ik voor tweedehandskleding onhandig. Dan moet je echt zelf even voelen en kijken. De styliste van Hip voor Nop ging overigens vaak tweedehands shoppen voor mij en dan kwam ze regelmatig met hele leuke dingen terug.”

Ben je in deze coronatijd ook van de joggingpakken?
Lachend: “Je brengt me op een idee! Maar nee, ik heb niet eens een joggingbroek. Dat is toch meer een pyjamabroek. Ik let er altijd op hoe ik gekleed ben, want als ik naar buiten ga om te wandelen, spreken kinderen uit de buurt mij aan voor een handtekening. Ook bij het boodschappen doen word ik herkend.”

Wat is jouw ultieme modetip?
“Koop meerdere paren sneakers, dan heb je er jarenlang plezier van omdat je ze kunt wisselen. Dit is niet per se duurzaam, maar wel praktisch. En in diezelfde lijn: koop het item dat je heel leuk vindt ook nog in een andere kleur bijvoorbeeld. Als er dan een vlek op komt, heb je nog een exemplaar in je kast.”

Tekst: Marian van Vught
Beeld: Moon Jansen

--:--