Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Ik worstelde met die torenhoge verwachtingen’

Martin Kamp, ‘klaargestoomd’ als predikant, werd jongerenwerker

Hij stond als het ware voorgesorteerd voor het predikantschap. En volgens zijn docenten aan de ‘domineesfabriek’ in Kampen was hij er geschikt voor. Maar theologiestudent Martin Kamp (28) ervoer te veel innerlijke weerstand. Nu is hij jongerenwerker bij Youth for Christ in Delft. “Ik heb preken altijd het lastigst gevonden.”

Deel:

Martin is een van de drie vrijgemaakte theologiestudenten die deze week te zien zijn in de EO-documentaire De jongens van de Broederweg van Michiel van de Kamp.

(Tekst loopt door onder de video:)

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

‘Wel wennen’

Martin leeft sinds eind 2020 niet meer in Kampen, maar op zichzelf in een bescheiden huurappartement – één hoog – in Leiderdorp. De overgang van de ‘bijenkorf’ van het studentenhuis naar deze zoveel stillere plek is “wel wennen”, geeft Martin eerlijk aan.

Toen je na negen jaar de deur van het studentenhuis voor de laatste keer achter je dichttrok, sloot je een lang hoofdstuk af: je hebt er bijna een derde van je leven gewoond.
Martin knikt. “Ik woonde sinds november 2011 in Kampen. Negen jaar inderdaad. Wat een tijd, hè? De andere twee jongens uit de documentaire, Simon en Ben, zijn allebei jonger dan ik. Toen ik eind 2020 wegging, was er in het hele studentenhuis zelfs nog maar één student die er al woonde toen ik er kwam. Inmiddels was ik er dus een oudgediende. Maar het was een prachtige, vormende tijd.”

‘Welke kant moest ik nou op?’

Martin Kamp bij kledingkast, Goed Folk

Martin is geboren en getogen in het Noord-Hollandse dijkdorp Broek op Langedijk, waar hij opgroeide in een gereformeerd-vrijgemaakt gezin. Op zijn 18e, direct na het vwo, is hij naar Kampen gegaan om theologie te studeren.

Waarom koos je, in een tijd van krimp en kerkverlating, uitgerekend voor die studie?
Martin leunt achterover en legt beide benen gestrekt op de stoel naast hem. “Op het vwo vertelde ik mijn decaan, toen het over studiekeuze ging, dat ik het niet zo goed wist. Welke kant moest ik nou op? Ik vertelde haar dat ik geïnteresseerd was – en ben – in maatschappelijke vakken, zoals psychologie, filosofie, geschiedenis en sociologie. Een neef van me, die in Kampen theologie studeerde, zei: ‘Joh, loop eens een dagje met mij mee; kijken of het wat voor je is.’ Dat heb ik gedaan – en dat dagje smaakte naar meer.”

Waar zat ‘m dat in?
“De sfeer op de Theologische Universiteit is gemoedelijk. Het is een kleine universiteit: ons-kent-ons. Je wordt daar als student ook echt gezien. Én je bent bezig met de Bijbel. Ik zou niet weten wat ik anders moest doen, terwijl ik bij theologie het gevoel had: hier zit echt alles in wat mijn interesse heeft. Dat vind ik nog steeds fascinerend: wat beweegt mensen, en wat heeft God daarmee te maken?”

Puur uit interesse

In de volksmond geldt de Theologische Universiteit Kampen als de ‘domineesfabriek’. Was dat ook van meet af aan Martins diepste verlangen, predikant worden? “Nee,” antwoordt hij direct. “Dat was voor mijzelf een open vraag toen ik in Kampen kwam. Ik ben puur uit interesse aan deze studie begonnen. De rest komt vanzelf, dacht ik.” Lachend: “Ik was allang blij dat ik een studie had.”

Aan het eind van je bachelor stond je opnieuw op een kruispunt. Toen koos je voor de predikantsmaster.
“Klopt. Met het idee: ik ga het gewoon proberen.”

‘Wat is jouw motivatie?’

Martin Kamp, uitzicht op Leidschendam, Goed Folk

In het eerste jaar van diezelfde masteropleiding tot predikant kreeg Martin deze vraag voor zijn kiezen: ‘Wat is jouw motivatie?’ “Die vraag vond ik héél lastig,” bekent hij. “Sterker nog, ik belandde op een punt dat ik – bijna wanhopig – dacht: nu weet ik het écht niet meer... De vraag overviel me nogal. Ik had er niet echt een antwoord op, voor mijn gevoel.”

Enig idee waarom niet?
“Ik denk vooral omdat ik het idee had dat je, als predikant, ‘de waarheid’ moest verkondigen. Dat vond ik erg zwaar. Dat is gaandeweg, gelukkig, veel meer veranderd in: je mag getuigen van wat God je heeft gegeven, vanuit de Bijbel, of vanuit een bijzondere ontmoeting, of vanuit iets wat je zelf in je leven hebt ervaren. Wat niet is veranderd, is dat ik preken altijd het lastigst heb gevonden. Met preken heb ik altijd gedacht: je kunt het eerder fout dan goed doen. Je moet er in ieder geval voor zorgen dat je het níét fout doet.”

Hoe dan?
“In ieder geval door de Bijbel recht te doen en door mensen – pastoraal gezien – niet tegen de schenen te schoppen. Rond preken, en trouwens ook rond het pastoraat, leven er allerlei verwachtingen in de gemeente. Ik vind het lastig om daarmee om te gaan. Voor mij was het altijd zoiets van: je hebt het goed gedaan als je het niet fout hebt gedaan.” Lachend: “Daar kan ik echt niet mee omgaan.”

Is preken voor jou zoiets als op eieren lopen?
“Inderdaad. Ik moet er werkelijk niet aan denken dat ik wekelijks zou moeten preken, wat wel van een dominee wordt verwacht.”

Kan het ooit toch nog ‘dominee Kamp’ worden?
Martin, die nu drie dagen per week bij Youth for Christ in Delft werkt, glimlacht. “Ik sluit niet uit dat ik ooit alsnog dominee word. Want in veel opzichten vind ik het ontzettend mooi werk. Maar ergens zie ik mezelf toch nog als een beetje te onvolwassen, al ben ik inmiddels 28. Vooral wat betreft het kunnen omgaan met al die torenhoge verwachtingen. Daar heb ik tijdens de jaren van mijn studie echt mee geworsteld. Omdat ik een soort innerlijke weerstand ervoer, en nog steeds ervaar, heb ik besloten mezelf vooralsnog niet beroepbaar te stellen als predikant.”

Aangeven dat je jezelf niet beroepbaar stelt en vooralsnog geen predikant wilt worden: heeft dat ooit gevoeld als falen?
Aarzelend: “Misschien heeft het inderdaad ook gevoeld als falen, ja. Ik besef dat het, als ik beter met al die verwachtingen zou kunnen omgaan, anders zou zijn.”

Beeld: Folkert Koelewijn

Kijk naar ‘Jongens van de Broederweg’
‘Jongens van de Broederweg’ is zondag 14 maart zien om 23.20 uur op NPO 3 (3Lab). Vanaf donderdag 22 april ook online beschikbaar op het YouTube-kanaal van 3lab.

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--