Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zoek je stamboom uit en onthul je familiegeschiedenis

‘Er is altijd wel iemand die uit de band sprong’

Van een voorvader die voor de rechtbank moest verschijnen voor het stelen van een onderbroek tot een overgrootmoeder die opgroeide als wees: hoe kom je meer te weten over je familiegeschiedenis? Genealoog Jacqueline Verkleij geeft tips. “Pas op, het werkt verslavend.”

Deel:

“Een beetje aanleg is altijd handig, maar feitelijk kan iedereen z’n stamboom uitzoeken,” vertelt genealoog Jacqueline Verkleij. “Het enige wat je nodig hebt, is een portie geduld en uithoudingsvermogen.” Namens het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis doet Jacqueline erfgenamenonderzoek voor notarissen én helpt ze regelmatig mensen bij hun eigen stamboomonderzoek. Voordat ze bij het CBG werkte, ploos ze ooit “uit liefhebberij” haar eigen familie uit. Al snel was het stamboomvirus niet meer te stoppen: “Ik vond steeds weer nieuwe familie, nieuwe invalshoeken, nieuwe ervaringen. En ik ontdekte dat ik het ook verschrikkelijk leuk vind om het voor anderen uit te zoeken.”

Aan de slag

Sinds archieven grotendeels digitaal zijn, kan stamboomonderzoek nu ook thuis vanuit je luie stoel. Maar waar begin je precies? En hoe breng je de namen van voorouders tot leven met waargebeurde verhalen? Jacqueline neemt je in vijf stappen mee op reis door de tijd.

Ontdek hoe de vorige generaties je hebben gevormd

Stap 1: Wat wil je weten?

“Bedenk van tevoren: wat wil ik weten?” tipt Jacqueline. “Wil je weten waar je familienaam vandaan komt? Zoek dan de vaders van de vaders uit. Omdat het aantal voorouders per generatie verdubbelt, loopt het aantal mensen al snel in de honderden. Een duidelijke vraag is daarom een belangrijke eerste stap van je onderzoek. Anders kom je steeds weer op een zijspoor en zie je al snel door de bomen het bos niet meer. Het zou toch zonde zijn als je daardoor opgeeft?”

Tv-tip: ‘Verborgen verleden’

Had voetballer Ronald de Boer het Nederlands elftal eigenlijk voor Die Mannschaft moeten verruilen? En wat deed de opa van journalist Merel Westrik eigenlijk in het verre, koude Noorwegen? In het 14e seizoen van de NTR-serie Verborgen verleden achterhalen bekende Nederlanders hoe hun kleine familiegeschiedenis de grote geschiedenis raakt.

Kijk afleveringen terug via NPO Start. Of bezoek Verborgenverleden.nl en lees hoe de experts van het CBG de familielijnen van de BN’ers op het spoor kwamen.

Verborgen verleden, elke zaterdag om 20.30 uur, NPO 2

Stap 2: Verzamel recente informatie

“Hoe dichter je bij het heden komt, hoe moeilijker je openbare informatie zult vinden,” voorspelt Jacqueline. “De privacywetgeving bepaalt bijvoorbeeld dat een geboorteakte pas openbaar mag komen na 100 jaar. Voor een huwelijksakte of overlijdensakte gelden kortere termijnen: 75 en 50 jaar.” En informatie over levende personen? “Dat is sowieso een no-go. Je bent afhankelijk van de informatie die ouders, ooms en tantes of grootouders nog hebben. Vraag hun wat zij nog weten over het gezin waarin ze opgroeiden. Maar pas op: het menselijk geheugen is zeer feilbaar. Ga dus niet te veel op hun herinneringen af. Ze kunnen je vol overtuiging iets vertellen, wat uiteindelijk nét iets anders blijkt te zitten en je op een dwaalspoor brengt. Probeer daarom altijd documenten in handen te krijgen: foto’s, krantenknipsels, trouwboekjes of geboortekaartjes. De informatie die zwart op wit staat, vormt je uitgangspunt.”

"Probeer documenten in handen te krijgen: foto’s, krantenknipsels, trouwboekjes of geboortekaartjes.
"Probeer documenten in handen te krijgen: foto’s, krantenknipsels, trouwboekjes of geboortekaartjes. De informatie die zwart op wit staat, vormt je uitgangspunt.” (Beeld: Unsplash). Credits: Unsplash.

Stap 3: Documenteer je onderzoek

Daaruit volgt meteen de volgende tip: ga systematisch te werk. Jacqueline: “In onze WieWasWie-database staan miljoenen akten van de burgerlijke stand. Als je simpelweg een naam intypt, krijg je – afhankelijk van je familienaam – duizenden hits. Ga er maar aan staan als je Jansen heet: dan weet je natuurlijk nooit wie je familie is.

Waar je beter van uit kunt gaan, zijn de ouderparen. Als je bijvoorbeeld een huwelijksakte van je grootouders vindt, staan daar hun ouders op vermeld. En als je van hen de huwelijksakte zoekt, kom je weer bij hún ouders. Zo reis je vrij snel terug in de tijd tot omstreeks 1811: het jaar dat Nederland onder het bewind van Napoleon de burgerlijke stand invoerde. Wil je nog verder terug, zoek dan vermeldingen van doop, huwelijk of begrafenissen in kerkboeken. Een stuk moeilijker, want soms staat er alleen ‘Marietje, dochter van Jan en Miep’. Hier kom je alleen verder als je aanvullend onderzoek doet in lokale archieven.”

Stap 4: Welke bronnen gebruik je?

Hoe weet je of je informatie kunt vertrouwen? “Ga uit van primaire bronnen,” adviseert Jacqueline. “Als er in een akte van de burgerlijke stand staat dat iemand in 1860 is geboren, weet je dat het klopt. En als je geen aktes vindt? Raadpleeg dan zo veel mogelijk secundaire bronnen, zoals oude krantenartikelen via Delpher. Maar het blijft speculeren – zelfs honderd jaar geleden bestond er al fake news. Op zo’n moment moet je bewijs verzamelen. Hoe meer bronnen in dezelfde richting wijzen, hoe groter de kans dat het klopt. Stel dat je een adres hebt van je betovergrootvader, maar je weet niet zeker of het klopt. Vervolgens vind je een krantenknipsel, waarin iemand met zijn naam een fiets te koop aanbiedt – op datzelfde adres. Dan kun je er aardig van uitgaan dat het adres klopt.”

Zelfs honderd jaar geleden bestond er al fake news

Stap 5: Verrijk je stamboom

“Ik vind zelf de namen en rugnummers niet zo boeiend,” bekent Jacqueline. “Je voorgeschiedenis komt pas echt tot leven, als je het gebladerte van je stamboom onderzoekt. Wat hadden je voorouders voor beroep? Waren ze arm of rijk, standvastig of niet? En wat voor bijzonders gebeurde er in hun leven? Ontdek hoe de vorige generaties je hebben gevormd.”

'Hoe slechter, hoe beter'

Ze glimlacht: “Mijn collega’s en ik hebben het motto: hoe slechter, hoe beter. Dat klinkt misschien gek, maar het is veel spannender als we allerlei verwikkelingen vinden. Gevangenisregisters en rechtbankvonnissen zijn daarom erg interessant. Zo vond ik voor een familie het vonnis van een jonge tiener. Hij had een bruine tricot onderbroek van een waslijn gestolen, want hij had zelf geen onderbroek. Ontzettend aandoenlijk! Maar als het je eigen familie aangaat, kunnen dit soort ontdekkingen ook confronteren – bijvoorbeeld het foute verleden van je opa in de Tweede Wereldoorlog. Het Nationaal Archief bewaart dossiers hierover in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Daar vind je vaak meer dan gerechtelijke stukken: foto’s, agenda’s, brieven en ander bewijsmateriaal dat instanties in beslag namen voor de rechtszaak.”

“Veel mensen denken: misschien ben ik van adel. In 99 procent van de gevallen is dat gewoon niet zo.
“Veel mensen denken: misschien ben ik van adel. In 99 procent van de gevallen is dat gewoon niet zo. Er heerste een enorme armoede in Nederland." (Beeld: Unsplash). Credits: Unsplash.

“Ziekenhuisregisters vormen ook een schat aan informatie,” vervolgt Jacqueline. “Ik heb weleens gevonden dat iemand omschreven werd als krankzinnig. Maar dat was je al snel in de 19e eeuw. Deze patiënt had epileptische aanvallen en werd in een krankzinnigengesticht opgesloten. Door de privacywetgeving moet je behoorlijk vasthoudend zoeken naar deze dossiers, maar soms lukt het. Zo vond ik een briefje dat familieleden naar het gesticht hadden geschreven: ‘Hoe is het met tante?’ Met vervolgens de reactie vanuit het gesticht: ‘Ze was heel blij met het trosje druiven dat jullie gebracht hebben.’ Als het dan om je eigen familie gaat, doet zo’n briefje echt wat met je.”

Beroemde voorvader

“Veel mensen denken: misschien heb ik wel een beroemde voorvader, of ben ik van adel," glimlacht Jacqueline. "In 99 procent van de gevallen is dat gewoon niet zo. Er heerste een enorme armoede in Nederland, zeker in de 18e en 19e eeuw. En ja, het kan ook nog gebeuren dat je weinig verhalen aantreft, omdat je voorouders heel ‘gewone’ levens leidden. Die stonden niet in de krant, gingen niet naar de notaris en kwamen niet in de gevangenis. Dan is mijn tip: ga de breedte in, neem de hele familie mee. Misschien emigreerde een broer of zus naar Afrika. Of diende een oom in Indië. Er sprong altijd wel iemand ergens uit de band.”

Beeld: Unsplash

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--