Ga naar submenu Ga naar zoekveld

David Boogerd verloor als 8-jarige zijn moeder

‘Het was een soort vertrouwensbreuk tussen mij en God’

Als 8-jarige verloor EO-journalist en podcastpresentator David Boogerd (35) zijn moeder: ze overleed plotseling aan een hartstilstand. Davids geloof vervloog daarna als rook in de wind. “Wat heb je eraan als je moeder er niet meer is?”

Deel:

“Een van mijn vroegste herinneringen als het om geloof gaat, is dat ik thuis met mijn oudere broer en zus kerkje speelde. Mijn ouders hadden zo’n grote Rembrandtbijbel, en die gebruikten we. Al was ik de benjamin – misschien pas 4 jaar oud –, ik speelde altijd de dominee. Misschien zocht ik al jong een podium?”

‘Het koninklijke instrument’

David groeide op in een warm, christelijk-gereformeerd gezin, vertelt hij in een vrijwel verlaten EO-gebouw. Ze woonden in Maarssen, in de luwte van Utrecht. “We gingen twee keer per zondag naar onze kerk, De Hoeksteen. Daar ga ik nog steeds naartoe, omdat ik me daar nu thuis voel. Anders dan toen.”

Hoe zat je als kind in de kerkbanken?
David strijkt over zijn baard en grinnikt. “Ik vond het er in één woord supersaai. Zeker toen ik wat ouder werd. We zongen psalmen en later ook wel uit het Liedboek, alleen met orgelbegeleiding. Muziek was in mijn jeugd heel belangrijk voor me, maar dat was heel andere muziek dan ik op zondag hoorde. Net als veel leeftijdsgenoten dacht ik: waarom geen gitaar of andere instrumenten? Het orgel gold als ‘het koninklijke instrument’, maar dat is puur op basis van traditie, zonder theologische argumenten.”

Ging je naar een christelijke basisschool?
“Een gewone pc-school; volgens mij waren er niet veel klasgenoten die naar de kerk gingen. Op de middelbare school al helemaal niet. De vriendjes met wie ik op straat speelde, waren niet gelovig. Net als mijn clubgenootjes bij het voetbal.”

'Dit is niet goed'

Terwijl zijn broer en zus al op de middelbare school zaten, liep David elke lunchpauze naar huis om samen met zijn moeder een boterham te eten. “Op een middag was zij er niet, tot mijn grote verrassing. Ik weet nog dat ik een boos briefje voor haar neerlegde, zo van: ‘Waar was je, ik at helemaal alleen…?’ Mijn zus haalde me ’s middags op van school; mama was nog steeds niet terecht. Toen we naar huis liepen, zag ik een politiewagen pal voor ons huis staan. Al was ik pas 8, ik besefte: dit is niet goed.”

Plompverloren

Met bonzend hart liep David naar binnen. Daar zaten zijn broer, een vriend, en een politieagent. “Die agent zei: ‘Je moeder is dood.’ Gewoon zo – plompverloren. Misschien dachten ze destijds dat zo’n aanpak wijs was? Verder werd er niet veel gezegd, voor zover ik me herinner. Mijn moeder, hoorde ik later, was gaan winkelen met de bus. Onderweg overleed ze aan een hartstilstand. Mijn vader zat voor zaken in Polen en kwam ’s avonds laat pas thuis. Het duurde niet lang, of er kwamen wat moeders uit de buurt over de vloer, om ons op te vangen. En later ooms en tantes.”

Onzin, mijn moeder is er gewoon niet meer

‘Je moeder is nu een engel’

Wat David zich nog haarscherp herinnert, is dat mensen niet goed wisten wat ze tegen hem moesten zeggen. “Dat zou ik zelf ook niet weten, trouwens, zeker tegen zo’n jong kind als ik was. Ik hoorde dingen als: ‘Je moeder is nu in de hemel’ of ‘Je moeder is nu een engel.’ Goedbedoeld, ongetwijfeld. Maar ik weet nog dat ik dacht: onzin, mijn moeder is er gewoon niet meer. Dat besef je als kind dondersgoed. Zeker als je naast een open graf staat.”

Een vuistvol vragen

Deze bittere ervaring liet David achter met een vuistvol vragen. Waar was zijn moeder? Waarom had God dit niet voorkomen?
“Het geloof zei me vanaf toen vrijwel niets meer; het bood me ook weinig troost. Het was toch… een soort vertrouwensbreuk tussen mij en God. Ik weet niet meer hoe reëel Hij daarvóór voor mij was, vanaf dat moment in ieder geval niet meer. Zo’n ingrijpende gebeurtenis heeft echt een grote weerslag op je geloofsleven, hoe jong je ook bent.”

Zag je als kind ook het verdriet van je vader?
“Hij liet zijn verdriet, in ieder geval naar ons toe, niet heel duidelijk blijken. Ik denk dat hij sterk wilde zijn, omwille van ons. Maar pakweg twee jaar later zat ik naast hem in de kerk toen het avondmaal werd gevierd en ik opeens de emotie bij hem zag. Hij is iemand die dicht bij God leefde, en nog steeds leeft.”

Wat herinner jij je nog van het geloof van je moeder?
“Ik heb haar natuurlijk maar acht jaar meegemaakt, maar ik herinner me wel momenten dat ik haar bijvoorbeeld intens zag bidden. Dat raakte me. Ze heeft me ook een keer verteld dat ze – eerder in haar leven – een engel had gezien. Het maakte diepe indruk op me. Ik voelde aan alles: dit is niet zomaar een verhaaltje.”

Ben ik nu een atheïst?

Dat ene besef

Maar na haar overlijden overschaduwde dit ene besef alles: ze is er niet meer. “Je ouders hebben je geleerd op God te vertrouwen als een soort beste vriend. Maar als je eigen moeder zo plotseling sterft, verdampt dat kinderlijke vertrouwen. Wat heb je aan het geloof als je moeder er niet meer is? Als 10- of 11-jarige vroeg ik me af: is er wel een God? Ben ik nu een atheïst?
Haar overlijden haalde een soort kinderlijke naïviteit en onschuld uit mijn leven. Tegelijk was ik natuurlijk nog volop kind. Ik hield van voetballen, en van muziek. Wat dat betreft, heb ik toch ondanks alles een heel leuke jeugd gehad. Ik ging nog wel mee naar de kerk, maar had er totaal geen boodschap aan. Bidden? Een moetje, zeker geen persoonlijke behoefte.”

Terug naar het geloof
Heel geleidelijk keerde David toch terug naar het geloof, vertelt hij. “Ik was er altijd wel geïnteresseerd in gebleven, hoewel het me na mijn moeders overlijden persoonlijk weinig zei.”

Wat hielp je op de weg terug?
“Ik heb veel gehad aan gesprekken over het geloof. Op catechisatie, thuis met mijn vader, en op de jeugdvereniging. Maar ook aan verhalen die ik hoorde van mensen over hun ervaringen met God. Die vond ik inspirerend.
Mijn beste vriend destijds was niet gelovig en héél slim. Wij discussieerden best vaak over het geloof. Op een gegeven moment merkte ik: hé, ik probeer hem ervan te overtuigen dat het helemaal niet gek is in God te geloven.”

De jongen die zich afvroeg of hij atheïst was, ontpopte zich tot geloofsverdediger?
Lachend: “Een beetje wel, ja. Alle gesprekken die ik voerde, zorgden ervoor dat ik het geloof en God weer een kans ging geven.”

Was er een bepaald moment dat je besefte: ik geloof weer?
“Het was meer een langzaam proces. Rond mijn 13e vroeg ik me op een avond af: is het misschien toch niet zo dat God ons gezin op de een of andere manier door die zware periode heeft geleid, zodat het redelijk op z’n pootjes is terechtgekomen?”

Christelijke muziek

Logo De Ongelooflijke Podcast

“Wat absoluut óók meespeelde,” vervolgt hij, “is dat ik christelijke muziek ontdekte. Iemand – ik meen mijn zus – zei: ‘Je moet zondagavond eens 3FM aanzetten.’ Ik hield destijds van stevige, niet-christelijke muziek: punkrock en later rapmuziek. Maar ik dacht altijd: dat is een heel andere wereld dan de kerk, met het orgel en zo. Toen ik afstemde op het EO-programma Xnoizz, dacht ik, verbaasd: is dit óók christelijk? Ik ontdekte bands die ik heel tof vond; hun muziek liet ik zelfs aan niet-christelijke vrienden horen.”

Heb je openbare geloofsbelijdenis gedaan?
“Op mijn 19e. Een heel bewuste keuze: ik wil bij deze God horen en Jezus volgen. Ik was destijds trouwens ook heel veel op niet-christelijke of zelfs antichristelijke internetfora te vinden, om te discussiëren met niet-gelovigen. Op GeenStijl.nl bijvoorbeeld. Daar genoot ik ontzettend van.”
Met een big smile: “Heerlijk, op het scherpst van de snede discussiëren over het geloof – wat ik nu met De Ongelooflijke Podcast – in zekere zin nog steeds doe. Tegen die tijd had ik het geloof echt helemaal omarmd, als deel van mijn identiteit, als antwoord op mijn zoektocht.”

Práchtig als je dat je kind kunt meegeven

Tegenargumenten

Tijdens zijn journalistiekstudie in Ede verdiepte David zich in allerlei filosofische en godsdienstige denkrichtingen. “Ik heb destijds namelijk wel gedacht: is het christendom dan toch niet slechts een van de talloze verhalen? Maar hoe meer ik me erin verdiepte – de belangrijkste tegenargumenten heb ik inmiddels al talloze keren gehoord –, hoe zekerder ik wist: er is gewoon geen beter verhaal dan het christelijke. Daarom geniet ik er zo van om nu deze podcast te maken, en luisteraars te laten zien wat de relevantie is van het christelijk geloof, juist in deze seculiere tijd.”

Uitsnede foto David Boogerd met baby, Ruben Timman

In mei 2020 ben je vader geworden van jullie eerste kind: Noah. Wat zou jij hem vooral willen meegeven?
“In de Narnia-boeken van C.S. Lewis staat ergens dat we allemaal afstammelingen van Adam en Eva zijn: dat is genoeg eer voor de armste zwerver om met opgeheven hoofd te lopen, en tegelijk genoeg schaamte voor de grootste keizer om het hoofd te buigen. Dat zou ik graag aan Noah willen meegeven. Zodat hij zich op moeilijke momenten herinnert: ik ben Gods kind en daar hoef ik me nooit voor te schamen, al ben ik misschien de enige in mijn klas die gelooft. En zodat hij tegelijk waakt voor hoogmoed, vanuit het besef: als zondig mens ben ik helemaal afhankelijk van Gods genade en Zijn onvoorwaardelijke liefde. Práchtig als je dat je kind kunt meegeven – al is het makkelijker gezegd dan gedaan.”

 

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--