Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Op zoek naar hoop tussen de brokstukken van Beiroet

Wat gebeurt er met het geld vanuit het Christelijk Noodhulpcluster?

In aanloop naar Kerst reisden Visie-redacteur Gert-Jan Schaap en fotograaf Ruben Timman naar Beiroet. Hun missie? Ontdekken hoe de Libanese hoofdstad, met hulp van het Christelijk Noodhulpcluster, overeind probeert te krabbelen na de mega-explosie van 4 augustus in de haven. “Zie je dat mijn benen weer gaan trillen nu ik die herinneringen ophaal?”

Deel:

De volgende video geeft een korte impressie van enkele highlights uit deze reportagereis, voorafgegaan door beelden van de explosie zelf, die op 4 augustus enorm veel schade veroorzaakte (van ruim een kwart miljoen inwoners raakten hun woningen of hun winkels beschadigd; er vielen bijna 7000 gewonden en 200 doden):

(Tekst loopt door onder de video)

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Het dichtst bij het rampgebied

Hassan, bedelaar in Beiroet

Daar heb je Hassan. De bedelaar, wiens mismaakte rechterbeen in een vreemde hoek tussen zijn loopkrukken bungelt, hinkt dagelijks langs de weg die het dichtst bij het rampgebied ligt: wat verderop kun je de haven en de zee zien liggen.
Ook vandaag parkeren hier heel wat Libanezen van buiten Beiroet. Ze willen de plek waar de catastrofe begon met eigen ogen zien.

‘Beiroet zal herrijzen’

'Ramptoeristen' bij de haven van Beiroet

Maanden na dato getuigen restanten van ingestorte gebouwen nog steeds van de enorme impact van de slordige 2700 ton ammoniumnitraat die hier op dinsdag 4 augustus explodeerde, iets na 18.00 uur.
Twee leuzen op de lage muur waarlangs Hassan voort hobbelt, vatten het dubbele sentiment dat in de Libanese hoofdstad leeft kernachtig samen: Our government did this (vrij vertaald: ‘Onze regering is verantwoordelijk voor deze ellende’) en Beirut will rise: Beiroet zal herrijzen.

Parijs van het Midden-Oosten

Puin in Beiroet na de explosie van 4 augustus 2020

Jarenlang stond Beiroet bekend als het Parijs van het Midden-Oosten, met een bruisend uitgaansleven, fraaie restaurants en massa’s toeristen uit alle windstreken.
Maar langdurige economische tegenspoed (Libanon is feitelijk failliet), voortwoekerende corruptie binnen de overheid, het oprukkende coronavirus en vooral de explosie hebben de stad tot een schim van haar vroegere zelf gemaakt.

Bittere armoede

Veel inwoners zijn de afgelopen maanden tot bittere armoede vervallen, heel wat grote winkels zijn noodgedwongen gesloten en toeristen blijven weg. Vooral jongeren die de kans hebben, pakken hun biezen en zoeken hun heil buiten Libanon.
 

Veel inwoners zijn de afgelopen maanden tot bittere armoede vervallen

Het Christelijk Noodhulpcluster

Hulp na de verwoestende explosie? Daarvoor zijn de inwoners van Beiroet volledig aangewezen op buitenlandse steun.
Ook vanuit Nederland is gul gegeven. Zo zamelden de zes organisaties die samen het Christelijk Noodhulpcluster vormen (Dorcas, EO Metterdaad, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA) ruim 2,4 miljoen euro in.
Omdat Dorcas al jaren een eigen kantoor in deze stad heeft en de ramp hier plaatsvond, coördineert zij de hulpverlening.

Gratis warme maaltijden

“We richten ons op drie speerpunten,” vertelt Dorcas-landendirecteur Najla Chahda op het kantoor. “Dat zijn traumaverwerking, distributie van gratis warme maaltijden en reparatie van huizen, winkels en een aantal scholen.”

Norma bij warme maaltijden Beiroet Dorcas
Elke dag worden 200 warme maaltijden bereid.

In de keuken van een groot gemeenschapscentrum van Dorcas in de wijk Asrafieh, is een stel goedgemutste dames ochtend aan ochtend druk aan het snijden, hakken, schillen, roeren, koken en sjouwen. Samen bereiden ze dagelijks maar liefst tweehonderd warme maaltijden. Daarvoor gebruiken ze enorme pannen en teilen, grote snijplanken, kilo’s groenten, vlees en andere ingrediënten. “Voor velen in Beiroet is vlees inmiddels onbetaalbaar,” zegt Najla.

‘Alsof het voor onze eigen kinderen is’

Gratis fruit bij de warme maaltijden in Beiroet
Bij elke gratis warme maaltijd zit ook fruit.

De maaltijden zullen ook vanmiddag – op een andere plek, dichter bij het havengebied – worden opgehaald door de allerarmsten. Voor hen betekenen deze gratis maaltijden het verschil tussen knagende honger en een goedgevulde maag.
“We koken alsof het voor onze eigen kinderen is,” zegt een van de vaste dames van het kookteam. Lachend: “Dit is natuurlijk wel een totaal andere kwantiteit dan bij ons thuis, maar absoluut dezelfde kwaliteit.”

De eerste ontvangers

Verdeeld over 200 plastic bakken, worden de maaltijden met een personenwagen naar de distributielocatie gebracht: een onopvallend pand, dat na de explosie moest worden gerenoveerd.
Al snel melden de eerste ontvangers zich. Nadat hun naam op de lijst is gecontroleerd en – met het oog op corona – hun temperatuur is gemeten, mogen ze hun heerlijk geurende maaltijden mee naar huis nemen.

‘Zij is nog steeds in shock’

Voedseluitreiking aan de armen in Beiroet
Jong en oud staat in de rij voor een gratis warme maaltijd.

In de rij wachtenden staat een broodmagere vrouw met koperkleurige haren, die zo te zien al enige tijd niet zijn gewassen. Ze draagt een smoezelige trui en staart met lege ogen voor zich uit.
“Zij is nog steeds in shock,” weet sociaal werker Norma Nazarian, die deze week voor ons tolkt en veel mensen persoonlijk kent.
“Wij hebben op deze locatie elke week twee psychologen, eentje voor kinderen en eentje voor volwassenen, die mensen helpen bij de traumaverwerking. Dat is nog steeds hard nodig: de angst en het gevoel van onveiligheid zit er bij velen diep in.”

Al 12 miljoen keer bekeken

Op YouTube zijn heel wat filmpjes te zien van de explosie en de destructie die deze tot kilometers in de omtrek van de haven veroorzaakte. Zoals deze, van nieuwszender Sky News, die inmiddels al ruim 12 miljoen keer is bekeken:

(Tekst loopt door onder de video)

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Volledig verwoest

Mevrouw Mahkroui (74) is een van de vele Armeense christenen die in Beiroet wonen. We zoeken haar op in haar nieuwe huurwoning. Haar vorige huis, dat zo’n tweehonderd meter van het water stond, is volledig verwoest.
Ook zij ontving de afgelopen maanden traumabegeleiding. “Terwijl ze eerst bijna niet over haar ervaringen kon praten, wil ze jullie er nu juist graag over vertellen,” zegt Norma voordat we aanbellen. “Ze wil dat de wereld weet wat er is gebeurd.”

Ik voelde dat er gevaar dreigde

‘Vreemde geluiden uit de haven’

Op de bank in haar eenvoudige woonkamer vertelt deze ongetrouwde vrouw dat ze samen met haar inwonende 90-jarige oom (haar enige familielid) de toevlucht zocht in de keuken. “Omdat we vreemde geluiden uit de haven hoorden en ik voelde dat er gevaar dreigde. We stonden misschien maar een meter van elkaar, toen we de enorme explosie hoorden en de muren rondom ons het begonnen te begeven.”

Haar wereld stortte in

Mevrouw Mahkroui
Mevrouw Mahkroui verloor haar woning én haar inwonende oom.

Hoelang ze onder het puin gelegen heeft? Dat herinnert ze zich niet: ze verkeerde in shocktoestand. Toen bij haar het besef doordrong dat haar hoogbejaarde oom – die aanvankelijk nog ademde – ter plekke het leven had gelaten, stortte haar wereld in.
Ze drukt haar neus in een verfrommelde tissue en zegt: “Hij was nog heel vitaal. In zijn jongere jaren was hij een bokskampioen.” Zichtbaar geëmotioneerd vervolgt ze: “Ik ben zó dankbaar voor alle ondersteuning die ik heb gekregen. Dat ik nu weer mijn eigen plek heb, betekent heel veel voor me. Ik dank God dat ik kan navertellen wat er is gebeurd.”

Een stralende glimlach

Rooba Namro portretfoto Beiroet Dorcas
Rooba (17).

Voor kinderen en tieners in Beiroet die – net als mevrouw Mahkroui en vele anderen – psychische problemen hebben ontwikkeld door de explosie, biedt Dorcas groepssessies aan op twee vaste locaties. Deze traumasessies bestaan uit acht lessen.
“Mijn groep heeft er nu zeven achter de rug en ik heb er veel baat bij gehad,” zegt de 17-jarige Rooba Namro met een stralende glimlach. We ontmoeten haar vlak voordat ze de laatste sessie zal bijwonen.
“Ons gezin woont best ver van de haven, maar die heftige beelden op televisie, van bebloede en schreeuwende mensen, de ravage die we met eigen ogen zagen… Dat alles greep me enorm aan.”
 

Ik vond het zó eng

‘Ik ga dood!’

“Ik dacht: ik ga dood, ik ga dood! Zelfs dagen na de ramp bleef die gedachte door mijn hoofd malen.”
Ze wijst omlaag. “Zie je dat mijn benen weer gaan trillen nu ik die herinneringen ophaal? Ik vond het zó eng. Maar door deze sessies heb ik geleerd hoe ik met bepaalde gevoelens moet omgaan, zoals angst en boosheid, omdat we er – in een veilige setting – met elkaar over kunnen praten.”

Enorm veel schade

Katholieke school in Beiroet, met zuster Marlène

Nadat we een heel aantal winkels hebben bekeken die inmiddels zijn gerepareerd, bezoeken we een groet katholieke basisschool, niet ver van het havengebied. Het gebouw liep enorm veel schade op, maar wordt nu – met steun vanuit het Noodhulpcluster – opgeknapt.
Normaliter krijgen hier zo’n vijfhonderd leerlingen les. Maar in verband met lopende reparatiewerkzaamheden en het oprukkende coronavirus, volgen de kinderen nu thuisonderwijs.

Gehamer en getik

Herstel katholieke school Beiroet

We maken kennis met zuster Marlène, die de scepter zwaait over dit enorme schoolcomplex. Ze heeft veel aan haar hoofd en oogt een tikkeltje vermoeid. Maar ze is blij met de voortgang van de renovatie: op de begane grond en een deel van de eerste verdieping zijn de kapotte ramen, luiken en deuren al vervangen door nieuwe. Vanuit het gebouw klinkt gehamer en getik.

Alleen nog de trap

Zuster Marlène in de school in Beiroet
Zuster Marlène.

“Een van de zusters kwam om het leven door de explosie,” zegt zuster Marlène als ze Libanese koffie serveert. “Door de luchtdruk werd ze tegen de muur geslingerd, waarna ze overleed aan interne verwondingen. Zelf zat ik – in mijn eentje – dertig minuten lang vast in de lift. Daar praat ik liever niet over, en sindsdien neem ik alleen nog maar de trap.” Ze schudt haar hoofd. “Ik wil niet aan die nare ervaring herinnerd worden.”
Ze ziet liever voor zich hoe honderden jongens en meisjes de gerenoveerde school straks opnieuw zullen bevolken. “Hopelijk binnenkort…”

Ik wil niet aan die nare ervaring herinnerd worden

Gods liefde

Op de terugweg zegt Norma, terwijl we ons weer tussen het drukke verkeer van Beiroet wurmen: “We maken geen onderscheid naar godsdienst, afkomst of wat dan ook. Wie hulp nodig heeft, ondersteunen we zo goed mogelijk. Zoals Dorcas – Tabitha – in de Bijbel anderen hielp. Dat is wat Jezus van ons vraagt: naast de mensen staan. Juist nu we hier in zulke moeilijke omstandigheden verkeren, kunnen we op deze manier iets van Gods liefde laten zien.”

Zaadjes van hoop planten

Als ons vliegtuig de volgende ochtend rond half vier opstijgt vanaf de luchthaven, zien we de lichtjes van Beiroet als duizenden sterren flonkeren in de duisternis. Wanneer de stad over enkele uren ontwaakt, zullen Najla, Norma en hun collega’s opnieuw zaadjes van hoop planten tussen de brokstukken van Beiroet. Goddank.

Dit is de sterk ingekorte versie van een reportage uit het kerstnummer van Visie. Kijk voor meer foto’s over de hulpverlening in Beiroet op de site van het Museum of Humanity.

Beeld: Ruben Timman
Bovenste video: Streep video & fotografie

Logo EO Metterdaad

‘Die giften maken echt een verschil’

“Wij werven inmiddels al bijna vijftig jaar fondsen voor hulp wereldwijd,” zegt projectcoördinator Nienke Bakker van EO Metterdaad. “En als onderdeel van de EO participeren we in het Christelijk Noodhulpcluster. Als er – waar ook ter wereld – rampen gebeuren, zijn we soms letterlijk al binnen enkele uren met de andere vijf organisaties in overleg: gaan we een gezamenlijke actie starten, en zo ja: hoe? Het stemt ons dankbaar dat het geld dat wij als EO Metterdaad hebben ontvangen voor lokale hulp in Beiroet goed wordt besteed, zoals deze Visie-reportage laat zien. Bij alle projecten die wij steunen, monitoren we dat uiteraard zorgvuldig. Al die giften vanuit Nederland maken voor velen in Libanon een verschil.”

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--