Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Jos is mijn Godsgeschenk'

Hij kijkt voorbij Ambers handicap en ziet haar hart

Amber van Ginneken (31) werd drie maanden te vroeg geboren. Daardoor is ze fysiek beperkt en kan ze niet zelfstandig lopen. Lange tijd was ze boos op God, want hoe zag haar toekomst eruit?

Deel:

“In december 2015 ging ik met mijn moeder naar de publieke tribune in Den Haag om een Kamerdebat te volgen over het Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap. Op die tribune ontmoette ik Jos en vanaf dat moment veranderde mijn leven. Hij reisde die dag zelfs met ons terug naar Tilburg, terwijl hij naar Terneuzen moest! Het gevoel dat hij – zonder voorwaarden – voor mij koos, was en is ongelooflijk. Jos is er vanaf het eerste moment op grond van zijn liefde voor mij… Het is een wonder dat hij met mij wilde trouwen.”

Aan elkaar gewaagd

Wat ik erg aan Jos waardeer, is dat hij nog nooit moeilijk heeft gedaan over mijn handicap. Dus als ik ’s morgens vroeg naar het toilet moet, staat-ie direct klaar om te helpen. Als hij er niet is, staan er professionele hulpverleners klaar die ook goed voor me zijn.

Het is een wonder dat hij met mij wilde trouwen

Jos is ontzettend lief, maar in technisch opzicht is hij erg onhandig. Hij kan nog geen lampje in een fitting draaien en als het om de computer gaat, kan hij echt nog veel van mij leren. Maar in geestelijke zin zijn we absoluut aan elkaar gewaagd. Jos is mijn Godsgeschenk. Ik weet en merk dat het koninkrijk nog lang niet op aarde is, maar er zijn momenten waarop ik voel: nu is alles perfect. Zo ben ik bedoeld en zo zijn wij bedoeld… Dan hoop ik dat andere mensen dit volmaakte gevoel ook mogen hebben.”

Raad en daad

Jos van Ginneken (24) groeide op in Etten-Leur en verhuisde later naar Terneuzen. Het werkwoord ‘naastenliefde’ kreeg hij met de Brinta binnen. Zijn moeder stond voor de klas en zette zich na schooltijd in voor het kerkkoor. Als vrijwilliger stond ze klaar voor mensen met een handicap. Van zijn vader moest Jos “oog-in-oog gaan staan met de kwetsbare medemens”. Zo werd hij zelf vrijwilliger bij de voedselbank. “Daar gingen mijn ogen open,” vertelt Jos. “Ik herinner me een stem die zei: ‘Wat gij aan de minste van Mijn broeders en zusters hebt gedaan, hebt ge Mij gedaan.’ Er schuilt wel een expliciet religieuze reden in de keuzes die ik maak. Er concreet zijn voor een ander, klaarstaan met raad en daad: dat is wat mij drijft. Dat is de zin van mijn leven. Je leeft niet alleen voor jezelf…”

Vrijwilliger

“Ik geloof dat God dit zo in mijn hart heeft gelegd en dat ik daar de kracht voor krijg, ook als CDA-fractievoorzitter in Terneuzen. Contact leggen met anderen, gesprekken voeren, luisteren naar wat anderen raakt en beweegt: daar heb ik plezier in. 

Ik zie haar hart

Daarom ben ik ook vrijwilliger bij het Leger des Heils. Op een dag waaide ik daar gewoon binnen met de vraag: ‘Wat hebben jullie nodig?’ Zo ben ik begonnen in de tweedehandskledingwinkel: sorteren op maat, zomer- en winterkleren. Op woensdag wordt er voor de bezoekers gekookt… Dat doe ik graag. Zo bijzonder is het echt niet, hoor.”

Sterke, lieve vrouw

“Wat Amber doet, is veel indrukwekkender. Ze kan niet zelfstandig lopen, maar heeft een zeldzame geestkracht. Zij lobbyde concreet voor het Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap. En toen daar in de Tweede Kamer over werd gedebatteerd, zat zij op de publieke tribune. Omdat ik in sociale zaken geïnteresseerd ben, zat ik daar toevallig ook. Wat een mooie, sterke vrouw, dacht ik. We raakten aan de praat en ik vroeg haar telefoonnummer en adres. Dat ze een handicap heeft, daaraan kijk ik voorbij. Ik zie haar hart. Iemand die lid is van de actiegroep ‘Wij staan op!’, iemand die ervoor kiest met een rolstoel van Tilburg naar Den Haag te reizen om een Kamerdebat te volgen, iemand die zo positief in het leven staat, iemand die zo vecht voor anderen: dat moet wel een sterke, lieve vrouw zijn! Eigenlijk is Amber de engel in dit verhaal.”

Tekst: Ceen Baas
Beeld: Nathalie van der Straten-Folkersma 

--:--