Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Herstel de klassenlijst weer in ere!

Blog van Annemarie van Heijningen

Tieners zijn leuk. Reuring in huis, geestig gehakketak, gevat steekspel van woorden. Maar naast leuk, sprankelend en uitdagend, is het van tijd tot tijd ook bikkelen.

Deel:

Mijn column over (digitaal) wangedrag heeft nogal wat opgeroepen. Veel reacties in de trant van: ‘Dank voor het delen. Ik dacht dat ik de enige ouder was die worstelde.’
Het gevoel dat je als ouders in veel dingen de enige bent, wordt versterkt door de AVG-wetgeving. Sinds het afschaffen van de klassenlijst hebben we vaak geen flauw idee bij wie ons kind in de klas zit, laat staan dat we hun vaders en moeders kennen. Zitten we dus allemaal op ons eigen eilandje te ploeteren, hoe jammer is dat! Ik wil soms andere ouders spreken. Weten hoe zij dingen doen. Een in de wandelgang opgevangen zorgelijk signaal doorgeven. Rechtstreeks kunnen vragen: ‘Hé, vind jij het soms ook zo’n pittige tijd?’ Zodat via zo’n eerste beginnetje de mogelijkheid wordt geopend tot verwantschap, waaruit wellicht iets moois kan groeien.

Je kunt thuis je voelsprieten uitsteken (en de mijne werken zo ongeveer 24/7), maar voor de dingen buiten je blikveld heb je de voelsprieten van anderen nodig. Ik wil het weten als mijn kind over de schreef dreigt te gaan, buiten de groep lijkt te vallen, of wat dan ook. Als jouw kind snode plannen maakt en mijn kind betrokken blijkt, wil ik dat van je horen. En andersom wil jij dat ook van mij horen. Hoop ik. Want hé, kop d’r veur – en niet in het zand.

De AVG-wet mag in dit opzicht hinderlijk zijn, maar is niet onoverkomelijk. Misschien moeten we, de schroom voorbij, het vaker via de mentor spelen: ‘Ik zou graag de ouders van die-en-die willen spreken, wilt u mijn telefoonnummer aan hen doorgeven?’ Zoiets. Nog handiger is het wanneer scholen een privacyverklaring sturen: ‘Ik geef de school wel/geen toestemming om mijn telefoonnummer door te geven aan andere ouders.’ Te omslachtig? Herstel dan die klassenlijst weer in ere. Ik stem voor.

Geschreven door

Annemarie van Heijningen

--:--