Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De oorsprong en betekenis van advent

Wat betekent advent eigenlijk?

Het is bijna december en de adventstijd begint. Het is al een heel oude christelijke traditie. Wat betekent advent eigenlijk en waar komt het vandaan?

Deel:

'Advent’ is afgeleid van het Latijnse woord adventus, dat ‘komst’ betekent. Met advent leven christenen namelijk toe naar het kerstfeest: het feest van Jezus' komst naar deze wereld als klein kind in een kribbe.

Advent begint vier zondagen voor kerst. In veel kerken wordt elke week een adventskaars aangestoken. Dat symboliseert dat we steeds iets dichter naderen tot Kerst, het feest van het Licht.

Minder bekend, maar minstens even belangrijk, is dat de adventstijd ons ook wil richten op de nog te verwachten komst van Christus: Zijn wederkomst. Ook dat is altijd een belangrijk onderdeel geweest van de adventsverkondiging.

Is advent Bijbels?

In tegenstelling tot veel christelijke feesten is er voor advent geen directe aanleiding in de Bijbel te vinden. Waarschijnlijk werd advent voor het eerst gevierd in de vierde eeuw na Christus. In die tijd werd er in veel kerken nagedacht over hoe was het mogelijk was dat de zoon van God als ‘gewoon mens’ naar de aarde kwam? Een thema dat centraal stond in de periode voor Kerst. De eerste vermelding van advent is te vinden in een boek van Gregorius van Tours (538-594).

Advent 2023

  • Eerste zondag: 3 december 2023
  • Tweede zondag: 10 december 2023
  • Derde zondag: 17 december 2023
  • Vierde zondag: 24 december 2023

Symbolen en gebruiken met advent

Adventskalender

De adventskalender is bedoeld om kinderen op een speelse manier voor te bereiden op het kerstfeest. Een adventskalender of -huisje heeft vier gesloten venstertjes. Elke adventszondag gaat er één open. Op kerstavond mag de deur van het huisje geopend worden en verschijnt het Kerstkind.

Adventsster

Een zilverkleurige papieren ster die in de adventstijd in veel huizen voor het raam wordt gehangen. De adventsster verwijst naar Christus als het Licht der wereld Die naar ons toe kwam om licht te brengen in de duisternis.

Adventskrans

Een krans van dennengroen waarin vier kaarsen steken. Gedurende de adventstijd wordt iedere week een kaars meer aangestoken. De krans was van oorsprong een middel om mensen mee te onderscheiden of te kronen. Op deze manier verwijst de adventskrans naar het komende Koningschap van Jezus, wanneer Hij terug zal komen om over ons te gaan regeren.

Groeilied

Een lied waarin het thema van de komst van Christus centraal staat en dat in veel kerken tijdens de adventstijd gezongen wordt. Iedere zondag zingt men een couplet extra van het groeilied.

Adventskalender met bonbons
Een 'lekkere' adventskalender.

De geschiedenis van advent

Waarschijnlijk ontstond het gebruik van advent in de vierde eeuw na Christus in de Oosterse kerk. In die tijd speelde het zogenaamde mysterie van de menswording (de ‘epiphaneia’) van Christus een belangrijke rol: de kerk hield zich veel bezig met de vraag hoe het toch mogelijk was dat de Zoon van God als een ‘gewoon’ Mens naar deze wereld was gekomen. Dit thema van de menswording van Christus werd centraal gesteld in de adventstijd, de periode vóór Kerst.

Lees ook: 5 tips voor een bewogen adventsperiode
Lees ook: 5 tips voor een bewogen adventsperiode

Sint Maarten

De traditie van advent verspreidde zich al snel westwaarts. In Gallië, het huidige Frankrijk, werd er verder vorm aan gegeven. In de vijfde eeuw maakte men in dit gebied de adventstijd tot een vastenperiode van zes weken. Die periode begon op 11 november, de feestdag van Sint Maarten, een bisschop die bekend stond om zijn liefdadigheid aan de armen en die door de kerk tot heilige was verklaard.

De periode van het vasten met advent liep parallel aan het vasten voor Pasen: net als met Pasen begon het vasten met een soort carnavalsdag (Sint Maarten), duurde het veertig dagen en liep het uit op de viering van een belangrijk christelijk feest. Tijdens de vastenperiode werden de gelovigen geacht vaak naar de kerk te gaan, veel goede werken te verrichten en op een sobere manier te leven. In de kerkdiensten wijdde men aandacht aan de vier historische gebeurtenissen die plaatsvonden vóór de geboorte van Christus en die beschreven zijn in Lucas 1, namelijk de boodschap aan Zacharias en aan Maria, het bezoek van Maria aan Elizabeth, de geboorte van Johannes de Doper en de menswording van het Woord in Maria.

Rome

Pas in de zesde eeuw drong de traditie van advent door tot de kerk van Rome. Eerst duurde de periode nog zes weken, maar door paus Gregorius de Grote (590-604) werd ze teruggebracht tot de huidige lengte van vier zondagen. Gregorius was ook degene die met advent niet alleen de historische menswording van Christus centraal wilde stellen, maar ook de wederkomst van Christus in de eindtijd. Doordat de Roomse gebruiken geleidelijk aan de overhand kregen over de kerkelijke gebruiken van andere gebieden, werd een vierwekelijks advent in de kerk van heel Europa tot norm.

Reformatie

Binnen de kerk van de Reformatie wilde men aanvankelijk niets weten van advent. Ook niet van het kerstfeest overigens. Een synodebijeenkomst in Dordrecht sprak over de beide ‘Roomse’ feesten in 1574 nog haar afkeuring uit. Op de verwerping van Kerst kwam men al snel terug (in 1578), maar van advent was er binnen de reformatorische kerken pas vanaf de negentiende eeuw sprake.

Tegenwoordig wordt in praktisch alle kerken advent gevierd. De periode geldt eigenlijk nergens meer als een vastenperiode, maar staat eerder in het teken van de vreugdevolle verwachting van het kerstfeest en het hoopvol uitzien naar de komst van de Messias.

Advent: de tijd van het verwachten

Ds. Brussaard is predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk te Scherpenzeel. Hoe beleeft hij eigenlijk de adventsperiode?
"Als ik eerlijk ben, vind ik de adventstijd de moeilijkste periode van het kerkelijk jaar. In de vier adventsweken die voorafgaan aan Kerst, zit iets onwerkelijks voor ons. Deze periode is in het kerkelijk jaar namelijk de tijd van het verwachten. Het verwachten van de komst van Jezus op aarde. De vraag doet zich dan voor: Is het wel de bedoeling dat wij ons verplaatsen in een tijd waarin Jezus Christus er nog niet was, en dat we op die manier, net als de oudtestamentische gelovigen, toeleven naar het kerstfeest? Dat kan toch niet? We kunnen toch niet doen alsof Jezus nog geboren moet worden? Ook kunnen we niet volstaan met alleen het verleden te herdenken.

Toch is er ook voor ons een echte advent. Jezus komt immers iedere dag tot ons, in Zijn Woord en door Zijn Geest. Dat komen is evengoed echt. Bovendien verwachten we ook Zijn terugkomst. We leven tussen Zijn eerste en tweede komst. Dat geeft geweldig veel perspectief. Het leven heeft zin, omdat Jezus terugkomt en alle beloften zal vervullen. Dàt betekent voor mij advent: leven in de verwachting van het dagelijks komen van Jezus in Zijn Woord en door Zijn Geest, èn leven in de verwachting van Zijn wederkomst."

Geschreven door

Miriam Duijf

--:--