Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nieuw seizoen 'Andries en de wetenschappers' van start

‘Ik weet precies wat de voors en tegens zijn om te geloven’

Wetenschap en geloof kunnen prima samengaan. Dat probeert Andries Knevel duidelijk te maken in het derde seizoen van 'Andries en de wetenschappers', dat vanaf donderdag te zien is. Vier christelijke wetenschappers gaan met de EO-presentator in gesprek en laten zien hoe zij geloof combineren met hun werk.

Deel:

Een van hen is filosoof Jeroen de Ridder. Hij groeide op in een christelijk gezin en stapte nooit van zijn geloof af. Ook toen hij naar de universiteit ging, leverde dit geen geloofscrisis bij hem op. “Tijdens mijn studies ontdekte ik dat geloof en filosofie verre van tegenpolen zijn,” vertelt hij. “Ik las over christelijke filosofen die in de jaren 70 en 80 een nieuwe vorm van godsdienstfilosofie ontwikkelden en daarmee probeerden wetenschappelijke ontdekkingen heel nuchter en precies te benaderen.”

Geen hard bewijs

“Je hoort mensen weleens beweren dat er te weinig bewijs is om in God te geloven,” vervolgt De Ridder. “Maar we hebben voor zo veel zaken geen hard bewijs. Ik geloof bijvoorbeeld dat ik nu met een mens praat. Kan ik bewijzen dat ik nu niet met een kunstmatige intelligentie spreek of in een simulatie zit? Nee. De methode van deze christelijke filosofen inspireerde me. Zij toonden aan dat het te kort door de bocht is om te zeggen dat wetenschap het bestaan van God uitsluit.”

Conflicten tussen geloof en wetenschap ontstaan vooral wanneer je feiten aanvult met aannames, legt de wetenschapper uit. “Kijk maar eens naar veranderingen bij verschillende diersoorten in de natuur. Wetenschap laat alleen zien dat deze veranderingen plaatsvinden en hoe onvoorspelbaar ze voor ons zijn. Dat God hier niets mee te maken heeft, is een eigen invulling. Dat vond ik echt een ontdekking.”

Meestal komt de kritische wetenschapper in me naar boven

Maakt de filosofie het makkelijker voor Jeroen om in God te geloven dan voor een collega-wetenschapper met een andere achtergrond? “Argumenten voor en tegen het bestaan van God horen bij de filosofie. Hierdoor weet ik precies welke voors, maar ook welke tegens er zijn om Zijn bestaan aan te tonen. Als ik bijvoorbeeld zie hoe nauwkeurig onderdelen van de natuur op elkaar zijn afgestemd, kan ik me nauwelijks voorstellen dat daar geen intelligente Schepper achter zit. Aan de andere kant heb ik soms vragen over het leven na de dood. Dat staat namelijk haaks op wat we vanuit de wetenschap weten over hoe de wereld werkt, terwijl het een belangrijk onderdeel van het geloof is.”

Andries en Jeroen de Ridder
Andries en Jeroen de Ridder.

Communicatie van boven

Toch bepalen deze ‘bewijzen’ Jeroens geloof niet. Zijn keuze voor God hangt meer af van persoonlijke ervaringen, en dat hoeven geen buitengewone gebeurtenissen te zijn. “Op verschillende momenten word ik ontzettend gelukkig van mijn vrouw en kinderen of andere mensen die veel voor me betekenen. Films over mooie of juist gebroken relaties en klassieke religieuze muziek kunnen me ook ontroeren. Dat zie ik als communicatie van boven; ik voel me in het dagelijks leven gedragen en geliefd door God. Meestal komt de kritische wetenschapper in me naar boven die denkt dat er een natuurlijke verklaring voor zulke gevoelens is, maar dat sluit niet uit dat God vaak via die natuurlijke ontwikkelingen werkt.”

Lees ook: Hoe sta je als christen tegenover de wetenschap?
Lees ook: Hoe sta je als christen tegenover de wetenschap?

Do’s en don’ts

Persoonlijke ervaringen met God hebben ook een belangrijke plaats in het leven van scheikundige Krijn de Jong, die eveneens zijn licht op geloof en wetenschap laat schijnen in de serie. Als 12-jarige werd hij zelfverklaard atheïst, wat hij tot zijn 19e zou blijven. Twee leden van studentenvereniging Navigators bezochten hem op zijn studentenkamer toen hij scheikunde studeerde in Utrecht.

Krijn: “Zij wilden me interviewen over het geloof en een boeiend gesprek volgde. Ze nodigden me vervolgens uit voor een kring waar wekelijks uit het Johannesevangelie werd gelezen. Hier hoorde ik voor het eerst dat je een relatie met Jezus kunt hebben. Ik zag geloof tot die tijd als een lijstje met do’s en don’ts, wat me juist verder bij God vandaan bracht. Naar een relatie met Jezus had ik wel oren. Die begon voor mij op 11 juni 1974 en ik leer Hem elke dag nog beter kennen.”

Vragen dagen mij uit de Bijbel te herlezen

“Ik vind het mooi als iemand eerlijke en confronterende vragen durft te stellen,” vertelt Krijn. Zo krijgt hij van wetenschappers die niet geloven soms de vraag waarom God wil dat wij onze vijanden liefhebben, terwijl Hij een stad als Sodom vernietigt. “Ik kan me goed voorstellen dat dit soort vragen tussen een mens en God in staan. Vragen dagen mij uit de Bijbel te herlezen. Zo heb ik het hele Oude Testament uitgekamd met de vraag: ‘Wat leert het oordeel mij?’ De geschiedenis van Sodom zat daarbij in mijn achterhoofd.”

Krijn ontdekte dat God een toekomst biedt aan degenen die Hij oordeelt. “In Ezechiël 16 staat dat er een toekomst is voor de dochters van Sodom. Gods oordeel is geen eindstation, maar een manier om iets recht te zetten. Ook in het Hebreeuwse woord voor oordeel – misjpat – is dat terug te vinden. Dat betekent namelijk zoiets als ‘terugplaatsen op de juiste plek’. Een oordeel is de sterkste oproep tot bekering, waardoor het onderdeel wordt van Gods liefde. Dat ontdekte ik door kritisch te kijken naar wat er in Ezechiël staat.”

Krijn de Jong
Krijn de Jong.

Lang wachten

Wanneer hij naar zijn vakgebied kijkt, denkt Krijn dat de gemiddelde scheikundige het makkelijker vindt om in God te geloven dan iemand uit een andere hoek van de wetenschap. “Een fysicus onderzoekt bijvoorbeeld een zwart gat en kan daarna een conclusie schrijven. Een chemicus weet pas hoe het zit als hij iets kan maken. Het maakt je bescheiden als je dagelijks ziet hoe moeilijk dat is. Wanneer ik de schepping als geheel zie, denk ik: wauw, dat bestaat niet alleen uit toevallige gebeurtenissen. Het is niet slechts een kwestie van lang wachten, zodat er vanzelf iets ontstaat. Er zit intellect in. Het begon niet alleen met materie, maar ook met Geest. Gods Geest.”

Mooie mix

Naast Jeroen de Ridder en Krijn de Jong sprak presentator Andries Knevel voor het nieuwe seizoen ook met Marnix Medema en Carlo Beenakker. Andries: “Het is een mooie mix van zittende wetenschappers en aanstormend talent geworden. Deze mensen laten allemaal zien hoe zij hun vak combineren met het geloof.”

Door de coronacrisis werd het plan om een aantal gerenommeerde universiteiten in de Verenigde Staten en Engeland te bezoeken voorlopig aan de kant geschoven en moest het derde seizoen van Andries en de wetenschappers een andere invulling krijgen. De presentator had nog een lijst met Nederlandse kandidaten achter de hand. “Het feit dat we dit seizoen hebben kunnen maken, laat meteen zien dat je prima gelovige wetenschappers in Nederland kunt vinden. Stiekem ben ik dan ook blij dat we in ons eigen land vier indrukwekkende portretten hebben kunnen maken.”

God wordt niet overbodig door de wetenschap

Het programma heeft als doel christenen een kijkje te geven in de wereld van de wetenschap. “Het beeld bestaat nog altijd dat wetenschappelijke ontdekkingen God overbodig maken. Hoogopgeleide mensen zouden niet meer in God geloven. Ik wil aan toekomstige generaties laten zien dat mensen die op hoog niveau wetenschap bedrijven ook in God kunnen geloven. Carlo Beenakker – de derde wetenschapper in de serie – heeft de Spinozapremie gewonnen, de hoogste Nederlandse onderscheiding binnen de wetenschap. En deze wetenschapper gaat elke zondag naar de kerk!”

Verwondering

Tijdens de productie van dit seizoen keek Andries zijn ogen uit. “Ik ontdekte opnieuw de schoonheid van de wetenschap. Zo stond ik met verwondering te kijken naar wat er allemaal gebeurt in de laboratoria van de universiteiten in Utrecht, Wageningen en Leiden. In Utrecht onderzoeken ze bijvoorbeeld of je uit restafval brandstof kunt maken aan de hand van nanotechnologie. Prachtig! En in Wageningen doet Marnix Medema onderzoek naar het DNA van verschillende planten. Ik stond ademloos te kijken hoe een speciale computer de code van dit DNA, bestaande uit zo’n 80.000 getallen, uitprintte.

Lees ook: Professoren vinden God
Lees ook: Professoren vinden God

Daarnaast vind ik het ontzettend boeiend om te luisteren hoe gefascineerd deze wetenschappers over hun werk vertellen. Neem bijvoorbeeld Carlo Beenakker, die als hoogleraar zijn kennis heel gedreven overbrengt aan een nieuwe generatie wetenschappers. Christelijke wetenschappers staan volop in het geloof en ervaren geen spanning tussen het christendom en zeer geavanceerde wetenschap. Die kan ook worden bedreven vanuit verwondering voor de schepping. God wordt niet overbodig door de wetenschap. Integendeel. De wetenschap wijst juist op de schoonheid van Zijn creatie.”

Tekst: Lukas ten Napel

Andries en de wetenschappers

Donderdag, 23.10 uur, NPO 2

--:--