Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Het bijzondere verhaal van de Portugese Synagoge in Amsterdam

‘Deze gemeenschap lééft, net als honderd jaar geleden’

Als muren konden spreken, zou de Portugese Synagoge in de voormalige joodse buurt van Amsterdam een bijzonder verhaal vertellen. Visie vergaapt zich aan dit statige gebedshuis – het 17e-eeuwse interieur is nog volledig authentiek – én spreekt vier mensen die deze synagoge regelmatig bezoeken.

Deel:

Eytan: “De mooiste plek in de Portugese Synagoge? Dat is voor mij de choepa, de baldakijn waaronder je trouwt. Door joods te trouwen, liet ik mijn ouders zien dat ik mijn joodse opvoeding accepteer en dat ik het weer doorgeef. Moeders zijn belangrijk in het jodendom, daarom was het ook zo bijzonder dat al onze vier grootmoeders onze trouwdag meemaakten. Alle vier hebben de Tweede Wereldoorlog doorstaan. Op zo’n moment komt dat wel binnen, ja."

Portugese synagoge in Amsterdam
Eytan Karo (links, 57) en Meir Dori (60) zijn dit jaar de bruidegoms van de Thora. Op de laatste dag van het Loofhuttenfeest danken de Joden in een vrolijke viering (Simchat Thora) voor de Thora: de bruid. Als bruidegom zingen beide mannen het laatste en het eerste hoofdstuk – in die volgorde, om duidelijk te maken dat het lezen uit de Thora nooit stopt.

Meir: “In de oorlog kwamen de Duitsers messing tekort voor munitie. Kijk de synagoge eens rond: al die kandelaren, hoeveel messing hangt hier niet? En dan de houten banken: wonderlijk dat die tijdens de Hongerwinter niet zijn opgestookt. Het is een mysterie hoe dit allemaal bewaard is gebleven. Maar vooral het feit dat nu nog steeds een Joodse gemeenschap bij elkaar komt in de voormalige Jodenbuurt, vind ik de parel van dit verhaal."

Eytan: “Ondanks de Holocaust zit deze synagoge in Amsterdam weer vol bij de grote Joodse feesten. Dan branden de kaarsen en zie je dat de gemeenschap lééft, net zoals honderd jaar geleden.”

‘Er is altijd beveiliging rondom synagogen’

“Mensen vragen weleens of ik ooit een ervaring heb gehad waardoor ik zeker weet dat God echt is. Het mooie aan geloven vind ik juist dat je zulke ervaringen niet nodig hebt, omdat het ‘geloof’ is. Het vertrouwen op God vind ik erg mooi aan het jodendom.

Aviva (17) bezoekt regelmatig de Portugese Synagoge. Ze zit in het zesde jaar van het vwo.
Aviva (17) bezoekt regelmatig de Portugese Synagoge. Ze zit in het zesde jaar van het vwo.

Soms ga ik elke week naar de sjoel, maar er zijn ook periodes dat ik alleen op Joodse feestdagen ga. De afgelopen maanden ben ik wel iedere week geweest, ook omdat er een paar mensen van mijn leeftijd zijn met wie ik dan afspreek. Ik heb veel Joodse vriendinnen, waar ik heel blij mee ben.
Al stap ik nooit onbevangen naar binnen, simpelweg omdat er altijd beveiliging is rondom synagogen. Dat confronteert mij steeds weer met het feit dat we ons niet vrij kunnen bewegen.

Groot is de Joodse gemeenschap in Nederland niet. Op mijn school zitten een paar Joden, in mijn klas ben ik de enige. Toch wonen er in Amsterdam relatief veel Joden en kan ik kiezen naar welke synagoge ik ga. Je bent altijd overal welkom. Officieel ben ik lid van de NIHS, de Joodse Gemeente Amsterdam. Maar ik ga vaak naar deze Portugese Synagoge. Het is een prachtig gebouw. De vrouwen zitten op het balkon, waarvandaan je alles goed kunt zien. Vooral als alle kaarsen branden, is het er adembenemend mooi.

Vroeger dacht ik weleens: het zou makkelijker zijn als ik niet Joods was. Bijvoorbeeld als ik uit eten ging met vriendinnen, of als ik niet op vrijdagavond kon afspreken in verband met de sabbat. Nu denk ik vaak: hoe ouder je wordt, hoe meer je erachter komt hoeveel het geloof voor je betekent. Het geloof is iets moois, wat het leven niet gecompliceerder maakt, maar juist makkelijker. Vooral in deze coronatijd ben ik heel blij met mijn geloof. Ik zou niet weten wat ik zonder moest. Want als je niet gelooft, tot wie richt je je dan als je het moeilijk hebt?”

De geschiedenis van de Portugese Synagoge

Midden in de voormalige Joodse buurt van Amsterdam prijkt de Esnoga – door de Joden ook wel liefkozend ‘Snoge’ genoemd. De strakke, bakstenen buitenkant herbergt een hoog en licht interieur vol koperen kandelaren en kroonluchters en houten banken. Op een winteravond verlichten honderden flakkerende kaarsen de ruimte: na al die eeuwen heeft de Snoge nog altijd geen elektriciteit.

Toen de Portugese Joden eind 16e eeuw werden verdreven uit Spanje en Portugal, vonden ze in het tolerante Amsterdam een veilig thuis. Deze Sefardische Joden leverden met hun handelscontacten rondom de Middellandse Zee een belangrijke bijdrage aan de Gouden Eeuw in Amsterdam. Hun rijkdom kwam in 1671 tot uiting in de bouw van de Esnoga.

De Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog betekende een zware slag voor de Sefardische gemeenschap. Van de 4300 Portugese Joden werden er 3700 vermoord. Vier dagen na de bevrijding, op 9 mei 1945, hielden de overlevenden alweer een dienst in de synagoge – bijna alsof er niets was gebeurd. De Snoge kwam namelijk volledig ongeschonden de oorlog door: een wonderlijke zeldzaamheid.

‘Het jodendom fascineerde mij als kind al’

“Dat deze synagoge ongeschonden door de Tweede Wereldoorlog kwam, vind ik zeker bijzonder. Maar dat geldt helaas niet voor haar Joodse gemeenschap: van de vierduizend leden zijn er maar vierhonderd teruggekomen. Een pijnlijke tegenstelling. Natuurlijk, de Snoge blijft een prachtlocatie met veel geschiedenis. Maar uiteindelijk staat het gebouw er toch voor de mensen.

Portugese synagoge Bar Vingerling
Bar Vingerling (27) trad toe tot het jodendom en komt graag in de Portugese Synagoge.

Ik heb geen Joodse opvoeding gehad, maar via vrienden van mijn ouders leerde ik het jodendom kennen. Het fascineerde mij als kind al. Op mijn 18e besloot ik over te gaan tot het jodendom. Dat is een ingewikkeld proces, zeker in Nederland. Daarom vertrok ik na mijn bachelor Hebreeuws in Nederland naar Israël om te studeren aan een jesjiva – een joods-orthodoxe leerschool. Na een aantal jaar verscheen ik voor drie rabbijnen, onderging ik besnijdenis en mocht ik het mikwe in, een ritueel bad. Sindsdien ben ik officieel joods, een ‘status’ die je nooit meer kwijtraakt.

Waarom ik zo graag wilde toetreden tot het jodendom? Dat kan ik moeilijk uitleggen. Het raakt mijn ziel. Door het houden van de joodse wetten voel ik me verbonden met God. Ik leef orthodox: ik houd me aan de sabbat en alle spijswetten. Mijn ouders vonden het eerst een beetje apart, maar hebben het helemaal geaccepteerd. Als ik bij hen kom, gebruik ik mijn eigen koosjere borden en servies. Met andere  studenten bouw ik deze week onze eigen Soeka, vanwege het Loofhuttenfeest. Het meeste materiaal halen we gewoon bij de bouwmarkt, want ik weet waar zo’n loofhut aan moet voldoen.

Sinds 2014 draag ik elke dag een keppel. Daarmee kwam ik twee jaar geleden nog in het nieuws, omdat ik de keppel niet zichtbaar mocht dragen als medewerker in het Anne Frankhuis. Dat leverde in de media veel discussie op. Ook op straat lokt mijn keppel reacties uit: soms zorgt het voor leuke ontmoetingen, maar veel vaker schelden mensen me uit, of duwen ze me. Toch vind ik het belangrijk mijn keppel te blijven dragen. Als jood is de keppel een belangrijk onderdeel van mijn identiteit.”

Lees ook: Wat is het Loofhuttenfeest?
Lees ook: Wat is het Loofhuttenfeest?

Tekst: Mirjam Hollebrandse en Arianne Ramaker
Beeld: Nathalie van der Straten

--:--