Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Nynke Dijkstra-Algra hield als kind al van Jezus

'Ik zou niet weten wat ik zonder Jezus moet'

Als klein meisje, gevlijd tegen de bontjas van haar moeder, ervaarde ds. Nynke Dijkstra-Algra de Gereformeerde Kerken synodaal waarin ze opgroeide als een warme gemeenschap. Tot ze zich als tiener begon te vervelen en de kerk “ongelofelijk saai” vond. Niettemin omschrijft ze zichzelf als gereformeerd in hart en nieren. “Al zie ik ook de kracht van andere tradities.”

Deel:

Bidden en liedjes zingen met haar moeder, in de intimiteit van de slaapkamer. Het is een van de vroegste herinneringen van Nynke als het gaat om geloven. ‘Ik ga slapen, ik ben moe’ zong ze voor het slapengaan. Alle vier de coupletten, waarbij ze het tweede door haar moeder liet zingen. “’t Boze dat ik heb gedaan’? Ik vond dat wel meevallen.”

Toen Nynke een jaar of 11 was, zei haar moeder: ‘Nu kun je het zelf.’ “Ik creëerde een soort standaardgebed, waarin ik eerst dankte voor de dag, vervolgens bad voor een hele riedel mensen en tot slot vroeg om een goede nachtrust.” Met een glimlach: “Vooral die riedel mensen had iets vermoeiends.”

'Gedoe in mijn hoofd'

Nu, pakweg vijftig jaar later, is gebed bij tijden nog steeds een worsteling voor haar. “Ik bid, maar wat is de zin en betekenis ervan? Daar kom je waarschijnlijk nooit achter, maar dat is al jaren een gedoe in mijn hoofd. Vooral als het gaat om bidden voor anderen: wat moet je bidden? Wat is goed voor die ander? Ik merk dat ik steeds vaker teruggrijp op het Onze Vader. Dat is het gebed dat Jezus ons zelf heeft geleerd, dus dat zal wel deugen. ‘Uw koninkrijk kome.’ Dat bid ik dan maar voor iemand. Of: ‘Behoed hem of haar voor het kwaad.’ Voor mezelf bid ik ‘geef ons ons dagelijks brood’. Want ik kan me zorgen maken over van alles.”

Als tiener dacht ik vaak: we zingen blije liederen, maar niemand kijkt blij

Verdrinken in het kyrie

“Het kyrie – Heer, ontferm U – en het gloria bij elkaar houden, dat is het ingewikkelde van geloven,” zegt Nynke (63), theoloog en werkzaam bij de Protestantse Kerk in Nederland, even later. “Blijven roepen om ontferming voor deze rotwereld, maar je tegelijk verheugen over wat er is aan goedheid, waarheid en schoonheid, waarin je God wél op het spoor komt. Want voor je het weet, raak je dat kwijt. Of je slaat door naar het gloria, richting het welvaartsevangelie, óf je verdrinkt in het kyrie. Ik heb een neiging tot dat laatste. Er is zo veel wat niet klopt, dus: Heer, kom gauw met dat Rijk.”

Variatie in het repertoire

Aan tafel werd er in huize Algra gebeden en uit de Bijbel gelezen, maar op zondag kwam de liedbundel tevoorschijn. ‘Veilig in Jezus’ armen’ was Nynkes favoriet – en is dat nóg. “We zongen a capella, mijn vader, moeder en ik, waarbij mijn moeder voor de variatie in het repertoire zorgde,” lacht ze.

Nynke Dijkstra oude foto
Nynke Dijkstra: 'Ik vlijde mij als klein meisje tegen de bontjas van mijn moeder aan, herinner ik me. Op het richeltje van de kerkbank vóór me lagen drie pepermuntjes, die ik dan verdeeld over de preek kon opeten.'. Credits: Ruben Timman.

Vertrouwen op God

Pas op latere leeftijd trouwde Nynkes vader – een weduwnaar – met haar moeder. Toen hij 62 was, werd Nynke geboren. Haar moeder was destijds net geen 40. Treurig genoeg overleed zij aan kanker toen Nynke 14 was.

Ze herinnert zich die eerste veertien jaar als warm en veilig, met een geloofsopvoeding die heel persoonlijk was – niet heel gebruikelijk in die tijd. “Het geloof was verweven met het leven, ik proefde dat het echt was. Zeker toen mijn moeder ziek werd, klampten mijn ouders zich onmiddellijk vast aan het geloof. Het woord ‘vertrouwen’ was toen heel belangrijk. Niet ‘vertrouwen op de goede afloop’, maar op God zelf – wat er ook gebeurt.”

Drie pepermuntjes

Nynkes vader – onderwijzer in hart en nieren – zorgde vooral voor de kennisoverdracht van het geloof. “Hij zei altijd: ‘Denk erom, je stamt af van de gereformeerden, je bent een kind van de Afscheiding.’ En dan volgde het relaas van hoe dat allemaal in elkaar stak.”

Voelde u zich thuis in die gereformeerde kerk?
“Ja en nee. Het was echt zo’n gereformeerde bak van een kerk, met drie gaanderijen, die toen redelijk vol zaten. Ik vlijde mij als klein meisje tegen de bontjas van mijn moeder aan, herinner ik me. Op het richeltje van de bank vóór me lagen drie pepermuntjes, die ik dan verdeeld over de preek kon opeten. Dat had iets warms en iets goeds.

Toen ik ouder werd, begon ik me te vervelen en zat ik te draaien. Daarom mocht ik een boekje meenemen naar de kerk om tijdens de preek te lezen. Eigenlijk heel raar voor die tijd. Ik weet nog dat achter mij twee oudere kinderen zaten mee te lezen. Die vonden het ook wel fijn dat ze wat afleiding hadden.

Als tiener vond ik het wel ongelofelijk saai, hoor. Ik dacht vaak: we zingen blije liederen, maar niemand kijkt blij.”

Toch bleef u.
“Ik heb nooit de behoefte gehad afscheid te nemen van mijn eigen traditie, of me ertegen te verzetten. Dat heeft denk ik te maken met het feit dat het geloof van mijn ouders geland is in mijn leven. Al heel jong. Ik kan me niet herinneren dat ik niet geloofde. In mijn tienertijd kwam ik via de koffiebars in aanraking met Youth for Christ, waar mijn geloof is verdiept. Ik herinner me de eerste May-Day die zij organiseerden, een soort Jongerendag avant la lettre, in Steenwijk. Daar heb ik Corry ten Boom nog horen spreken; indrukwekkend!”

Scherpslijperig

Via Youth for Christ kwam Nynke op een Bijbelkring terecht, waar het ging over de vraag wat de Bijbel voor haar persoonlijk betekent. “En vervolgens ging je een krínggebed doen. Heel eng! Dat had ik nog nooit gedaan. Maar dat leerde ik gewoon ter plekke. Die combinatie – de degelijke gereformeerde traditie en de vrijheid van Youth for Christ – zit nog steeds in mij. Later werd ik gemeenteadviseur in de Nederlandse Hervormde Kerk. Daar heb ik met plezier gewerkt. Gereformeerden hebben de neiging wat scherpslijperig te zijn, dat hebben de hervormden veel minder. En ik heb erg genoten van ontmoetingen met mensen van de Gereformeerde Bond. Het bevindelijke van die kring zat ook in mijn opvoeding. Dus ja, ik ben me bewust van mijn eigen gereformeerde cultuur, maar heb inmiddels wel met allerlei andere tradities kennisgemaakt en zie net zo goed de kracht van anderen.”

Ik heb geen alternatief, want dan ben ik Jezus kwijt

Hoe keek u als kind naar Jezus?
“Als jong kind hield ik al van Jezus en dat is altijd zo gebleven. Ik had boven mijn bed een plaat hangen – ik heb ’m zelfs nog – van Jezus met een schaapje in Zijn armen, en een moederschaap ernaast. Dat was mijn beeld van Hem. En zelfs tijdens mijn studie theologie aan de VU, waarin van alles overhoop werd geschopt en sommigen alles aan de kant zetten, dacht ik: maar ik heb geen alternatief, want dan ben ik Jezus kwijt!

Mede door mijn studie is mijn beeld over Hem wel verbreed, maar ik herken me heel erg in wat de leerlingen van Jezus zeggen als Hij hun vraagt: ‘Willen jullie ook soms weggaan?’ Dan antwoorden ze: ‘Geen idee waarnaartoe.’ Dat geldt voor mij net zo: ik zou niet weten wat ik zonder Hem moet.”

Mannetjes die wat beweren

“Tijdens mijn studie twijfelde ik soms wel,” vervolgt Nynke. “Dan vroeg ik aan mijn vader: ‘Deze hoogleraar zegt dit en dit; hoe zit dat nou?’ Dan antwoordde hij: ‘Je moet bedenken dat dit ook maar mannetjes zijn die wat beweren. En er zijn weer andere mannetjes die andere dingen beweren.’ Dat relativeerde onmiddellijk. Daardoor wist ik weer: o ja, het is een manier van kijken. Het zijn niet alleen maar wetenschappelijk bewezen feiten. Uiteindelijk gaat het om de vraag: welk startpunt kies je voor je theologie?”

Voerde u veel geloofsgesprekken met uw vader?
“Jazeker! Ik had vooral stevige discussies met hem over Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, over de vraag of alles – ook het lijden – uit Gods hand komt. Mijn vader was fan van Zondag 10, ik veel minder. Waar we op uitkwamen, is dat je er uiteindelijk op kunt vertrouwen dat je in Gods hand bent.” Lachend: “En dan waren we weer tevreden dat we het daarover eens waren.”

Willekeurige, wrede God

Nynke en haar man hebben in de opvoeding van hun drie kinderen bewust Jezus centraal gesteld. Want “zonder Jezus kan God alle kanten op. Dan kan Hij ook een willekeurige, wrede God worden, een tiran, of zelfs een God als lot. Ik zeg dan: niemand heeft ooit God gezien, maar de eniggeboren Zoon heeft Hem doen kennen. Dus als je iets over God wilt weten, moet je naar Jezus kijken.

Wat we ook belangrijk vonden, is dat je eerlijk bent en authentiek. Laat je kinderen in je hart kijken, zodat ze niet alleen een buitenkant zien of een gewoonte aanleren. Mijn man houdt bijvoorbeeld helemaal niet zo van kerkdiensten. Hij vindt ze saai, eenrichtingsverkeer, hij doet liever iets interactiefs. Daar was hij eerlijk over naar de kinderen toe, die het soms net zo supersaai vonden. Dan zei hij: ‘Papa vindt het ook niet zo leuk, maar we gaan toch.’”

Laat je kinderen in je hart kijken, zodat ze niet alleen een gewoonte aanleren

Vonkje dat overspringt

Intussen zocht het gezin Dijkstra naar plekken waar de kinderen zich gezien voelden en waar ze zichzelf konden zijn. Ze gingen daarom jarenlang twee keer per jaar naar de conventies van de Charismatische Werkgemeenschap. “Het mooie is dat onze kinderen nu met hún kinderen naar de conventie komen. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ze zijn ook betrokken bij goede kerkgemeenschappen. Ik beschouw het als een niet-vanzelfsprekende zegen dat dit vonkje is overgesprongen. Want dat kun je zelf niet organiseren.”

Is uw geloof in de loop der jaren veranderd?
“Ik heb steeds minder antwoorden. Als het gaat over het lijden in de wereld… ik roep niet zomaar meer dat God er een bedoeling mee heeft. Het leven is volstrekt willekeurig en lijden treft iedereen. Kijk naar de coronapandemie. Je kunt wel meteen roepen dat het Gods oordeel is, maar ik ben daar terughoudend in.”

Waar zou uw geloofsreis op uitlopen?
“Spannende vraag. Ik hoop dat ik blijf groeien in geloof en dingen blijf ontdekken. Als het uiterlijke huis wordt afgebroken, moet dat innerlijke huis goed staan. Daar probeer ik aan te blijven werken.”

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--