Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Ik droom van een huis voor mezelf alleen'

Blog van Annemarie

O jongens, ik heb het gewoon gedaan: mijn dierbaren uitgezwaaid die twee lange weken in Luxemburg zullen bivakkeren.

Deel:

Een dag of tien geleden lanceerde ik in een opwelling de vraag: “Hé Mies, hoeveel ruimte is er bij jou voor het idee dat ik niet meega?” Hij klapte zijn laptop dicht, vouwde zijn handen samen achter zijn hoofd en sprak de verrukkelijke woorden: “Alles is bespreekbaar. Hoezo?”

“Ik heb Zo Geen Zin, weet je. Zo Ontzettend Geen Zin in een camping. Ik ben vanaf half maart nauwelijks een moment alleen geweest en nu heb ik steeds een variant op dat zinnetje van Wilders in mijn hoofd: ‘Wil je meer of minder mensen om je heen?’ En dan roep ik in gedachten heel hard: minder, minder! Snap je? Ik bedoel: ik hou heus een heleboel van jullie allemaal, maar ik ben mensenmoe, dierbarenmoe, moederschapsmoe, improvisatiemoe, sfeermaakmoe, allesmoe. Ik droom van een huis voor mezelf alleen.”

Nu ja, 't was eigenlijk binnen een half uur beklonken, ik heb namelijk een fantastische echtgenoot. Bovendien zou ik mooi vanuit huis de zonenwissel kunnen regelen. Want omdat ik niet de enige was met camping-tegenzin, gaan de jongens om beurten één week en daarmee zijn onze oudertaken eerlijk verdeeld: hij tweederde van de kinderen en ik eenderde plus de beestenboel.

Evengoed heb ik na vertrek een wijl hartgrondig zitten grienen. Ik bekeek een keer of zestien het door mij opgenomen afscheidsfilmpje, maakte voor het eerst in mijn leven een heuse huilselfie, vond dat het er naast lelijk ook in-zielig uitzag, appte de foto naar een vriendin die vindt dat huwelijkspartners gezámenlijk op vakantie dienen te gaan en zij appte binnen een halve minuut triomfantelijk terug: ‘Ja, nu heb je spijt.'

Dat was het moment dat ik dacht: spijt? Wacht eens even, daar ken ik een liedje van. Ik zocht Edith Piaf op, zette 'Non je ne regrette rien' op repeat (niet dat ik Frans spreek, maar ik vind het een lekker nummer), gevolgd door 'Laat me' van Ramses Shaffy. Daarmee was het tij definitief gekeerd. Ik droogde mijn tranen, werkte mijn mascara bij en liet me vreugdevol omarmen door de stilte van ons bijna lege huis.

Geschreven door

Annemarie van Heijningen

--:--