Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hester gaat sinds kort naar de kerk

'De eerste keer dat ik mezelf christen noemde, voelde als een coming-out'

Om zich heen ziet redacteur Arianne Ramaker (32) leeftijdsgenoten afhaken van kerk en geloof, maar óók aanhaken. In een zomerdrieluik spreekt ze afhakers, aanhakers en volhouders uit haar ‘stadsie’ Utrecht. In deel 2: Hester vertelt hoe ze door het christelijk geloof gegrepen is.

Deel:

Voor Hester (29) voelde de eerste keer dat ze zichzelf christen noemde als een coming-out. Ze lacht: “Mijn collega kwam afgelopen november uit de kast als biseksueel. Hij vertelde het aan mij en aan drie andere collega’s. Onderweg naar huis vertelde ik hem dat ik sinds kort naar de kerk ging en mezelf christen noem. We lachten erom, omdat dit voor ons allebei een spannende openbaring was.”

Eisenlijstje

Maar nog veel spannender vond Hester het om positie in te nemen naar kerkgangers. “‘Vanaf wanneer ben je christelijk?’ heb ik me lang afgevraagd. Ik had het idee dat ik aan een eisenlijstje moest voldoen. Gingen de kleding die ik draag, de muziek die ik luister en mijn ideeën over homoseksualiteit en vrouwenemancipatie wel samen met de kerk? Ik dacht dat ik op alle vragen een antwoord moest hebben. Inmiddels weet ik dat dé christen niet bestaat, net zoals volgens Máxima dé Nederlander niet bestaat.”

Het liefst wil ik met iedereen erover praten, zo blij ben ik

Negatief beeld van de kerk

Haar interesse voor het christelijk geloof begint als Hester via haar sportschool christenen ontmoet. “Eerlijk gezegd had ik tot dan toe best een negatief beeld van de kerk: suf, conservatief en vooral veel anti: anti-abortus, anti-homoseksualiteit en met weinig ruimte voor vrouwenemancipatie. Maar dat imago klopte niet bij de mensen die ik ontmoette. Het maakte me nieuwsgierig. Toen ik de website van een van hun kerken bekeek, dacht ik: daar wil je toch gewoon bij horen? Bijna jaloers was ik. Achteraf denk ik dat God toen al met me bezig was.”

Christusstandbeeld

“Afgelopen zomer ging ik met een vriendin op vakantie naar Lissabon. Op een zondagavond bezochten we een kerk en terwijl we een kaarsje brandden, begon er een dienst. We schoven aan in het achterste bankje en we hebben een uur lang geluisterd naar iets waarvan we alleen het Portugese ‘Christus’ verstonden. En toch voelden we ons gegrepen door de zang en de sfeer.

Cristo Rei Portugal
Cristo Rei (Portugees voor 'Christus Koning') is gebaseerd op het beroemde standbeeld Cristo Redentor (Christus de Verlosser) in Rio de Janeiro. Credits: Shutterstock.

Een paar dagen later wilde ik naar het Christusstandbeeld Cristo Rei. We moesten wel lachen toen we ernaartoe gingen: wat gaan we nóú doen? Eerst hebben we gebeden in de kapel beneden. Het raakte me. Eenmaal boven – aan de voeten van Jezus – stond daar in alle talen ‘God is liefde’. De wolken gingen open en opeens stonden we in de zon, terwijl het beneden nog bewolkt was. Echt waar, ik heb er nog foto’s van! En Jezus’ open armen, dat gevoel van welkom zijn, dat overweldigde me. Ik ben overrompeld door Gods liefde.”

Lees ook: Michael ontmoette God in een Kroatische kerk
Lees ook: Michael ontmoette God in een Kroatische kerk

Allereerste kerkdienst

“Er is een God, Hij heeft me lief en ik ben welkom: die geloofsovertuiging overkwam me echt,” mijmert Hester. “Maar voor het religieuze leven moest ik een bewuste keus maken. En daar is moed voor nodig. Inmiddels ga ik elke week naar de kerk, zelfs toen ik een weekendje in Londen was! Het liefst wil ik met iedereen erover praten, zo blij ben ik. Of het geloof een snoepwinkeltje voor me is? Zeker, maar ik vind sommige dingen ook heel zure snoepjes, hoor. De allereerste kerkdienst die ik bezocht, ging over Jezus als ‘de deur’. De voorganger maakte duidelijk dat de mensen die de deur zijn binnengestapt, gescheiden zijn van mensen die buiten staan. Dat vond ik pittig!

Jezus’ open armen overweldigden me

Nog steeds draait mijn maag zich om als ik lees dat kerken de LHBTIQ+-gemeenschap niet welkom heten. Dat vind ik echt héél lastig. Als God de aarde gemaakt heeft, dan zijn wij toch allemaal kinderen van God? Dan is het toch raar om te denken: jij wel en jij niet? Hoe kunnen mensen geloven dat God liefde is, maar tegelijk denken: die vrouwen die daar in het park op het bankje zitten, geloven niet, dus ze zijn niet oké? Daar kan ik met mijn hoofd niet bij. Volgens mij is God net zo goed met hen bezig.”

Beeld: Shutterstock

Geschreven door

Arianne Ramaker

--:--