Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Pien doneerde haar nier aan een onbekende

‘Ik heb iets gegeven, maar er ook iets voor teruggekregen’

Pien van der Hoff uit Ede kan niet anders dan uitdelen. Ze deelt haar liefde, tijd en energie. En zelfs een nier. In 2009 doneerde ze een van haar nieren aan een onbekende. “Jezus zegt: ‘Als je twee jassen hebt, geef er dan één weg.’ Ik had twee goede nieren, dus ja…”

Deel:

Vanaf 1 juli 2020 geldt de nieuwe donorwet. Ruim 7 miljoen Nederlanders hebben inmiddels hun keuze over orgaandonatie al vastgelegd in het Donorregister. Als je niets invult, komt bij je naam ‘Geen bezwaar tegen orgaandonatie’ te staan.

Begin 2020 hebben 38 duizend mensen hun keuze veranderd van ‘toestemming’ naar ‘geen toestemming’ en 20 duizend mensen pasten hun keuze in de omgekeerde richting aan van ‘geen toestemming’ naar ‘toestemming’. Vooral 50- tot 70-jarigen hebben hun keuze aangepast.

In 15 gemeenten stond meer dan 55 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder nog niet geregistreerd. De top drie bestond uit Urk (67 procent), Staphorst (65 procent) en Vaals (62 procent).

“Kom binnen!" Enthousiast zwaait Pien de voordeur open. "Het is even zoeken naar een rustig plekje," vervolgt ze, "want de hut is vol.” Die ‘hut’ is een woonboerderij, waar ze samen met echtgenoot George een gezinshuis runt. In de gang hangen twaalf kapstokhaken met naamstickers, één voor elke bewoner. Twee zijn er leeg, want op dit moment hebben Pien en George acht kinderen onder hun hoede.

Mooie nier

Pien, met een rode bril die matcht bij haar haarkleur, zoekt een plekje bij de houtkachel. In de woonkamer staat een grote bank waar vrijwel heel het gezin op past. Ze begint te vertellen dat ze jaren geleden met haar dochter in het ziekenhuis in Groningen was. Een wanhopige moeder ging alle wachtkamers langs en riep iedereen op zich te laten testen, op zoek naar een donornier voor haar kind dat op sterven lag. Het raakte Pien, maar ze werd al snel weer opgeslokt door het dagelijks leven. Niet veel later onderging Pien een medische check. “De röntgenoloog merkte op dat ik goede nieren had. Toen ik daarop doorvroeg, vertelde hij dat ik ‘een mooie nier’ zou overhouden als ik er ooit een zou doneren.” Dit triggerde Pien om meer onderzoek te doen naar de mogelijkheden, want ze was die moeder in het ziekenhuis nooit vergeten.

Lees ook: Christen en orgaandonatie: wel of niet?
Lees ook: Christen en orgaandonatie: wel of niet?

Anoniem doneren

Ze besloot om Samaritaans te doneren: ze stond haar gezonde nier af aan een onbekende op de wachtlijst. Deze manier van anoniem doneren stond toen, tien jaar geleden, nog in de kinderschoenen. Voorafgaand aan de operatie kreeg Pien een uitgebreide screening. “Alles moet oké zijn. Niet alleen fysiek, je krijgt ook een gesprek bij de psychiater, die kijkt naar je motivatie. Hij zei: ‘Ik krijg hier alleen maar christenen.’”

Samaritaans doneren

Het is in Nederland mogelijk om anoniem een nier te doneren. Dit heet Samaritaans of altruïstisch doneren. De gever kent niemand die een nier nodig heeft, maar wil toch graag een nier afstaan. Zo kan iemand geholpen worden die zelf geen donor heeft.

In 2017 hebben volgens het CBS 58 mensen op deze manier een nier gedoneerd, van de in totaal 413 niertransplantaties met een levende donor. Op 1 oktober 2018 stonden er volgens de transplantatiestichting 675 patiënten op de wachtlijst voor een niertransplantatie. Daarnaast nog een aantal die naast een nier ook een alvleesklier of lever nodig hebben. Dit zijn alleen de mensen die transplantabel zijn en de operatie dus aankunnen. Volgens de Nierstichting zijn er op dit moment ongeveer 6500 mensen afhankelijk van dialyse. Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten.

Goede Vrijdag

In april 2009, op Goede Vrijdag, ging Piens nier naar de ontvanger. Dat de operatie juist rond Pasen plaatsvond, maakt het voor Pien extra bijzonder. “Je hebt iets gegeven, maar ook iets teruggekregen. De wetenschap dat je iemand een tweede leven geeft, dat iemand niet meer hoeft te dialyseren, betekent heel veel.”

Ontvanger

Het enige wat Pien van de ontvanger van haar nier weet, is dat het een man is. “Dat is ook een kenmerk van Samaritaans doneren: je weet niet aan wie je ‘m geeft.” Elk jaar krijgt ze een update hoe het met de ontvanger gaat. Als hij meer contact zou willen, vindt Pien dat prima, maar het hoeft niet. “Hij hoeft zich niet verplicht te voelen tegenover mij, dat is juist waarom ik gekozen heb voor deze vorm van doneren. Ik ben blij dat ik weet dat het goed met hem gaat, dat is genoeg.”

Ik heb er nooit een seconde spijt van gehad

Uitdelen van wat je hebt

De operatie hield Pien een beetje stil. Ze besefte dat orgaandonatie ingewikkeld ligt in de christelijke wereld en had geen zin in commentaar van mensen met “de gave van ontmoediging”, zoals ze het glimlachend noemt. “Ik ben er ten diepste van overtuigd dat Jezus dit van mij vroeg.” De keuze voor donatie is voor haar vanzelfsprekend. “Ik denk dat Jezus er niet zo’n probleem mee heeft. Hij zei zelf: als je twee jassen hebt, geef er dan eentje weg. We hebben twee nieren, maar kunnen ook prima met één nier. We zijn nu bijna tien jaar verder en ik heb er nooit een seconde spijt van gehad. Ik vind het belangrijk dat je als christen uitdeelt van wat je te veel hebt. Of dat nou een nier is, tijd, energie of liefde. God geeft ons allemaal verschillende dingen die ons raken, niet iedereen wordt voor hetzelfde geroepen. Die verschillen zijn juist mooi, zo kunnen we elkaar aanvullen.”

Doneren bij leven

Behalve dat de gever prima met één nier verder kan leven, heeft doneren bij leven als voordeel dat de transplantatie vaak succesvoller is. Ook gaat een nier van een levende donor langer mee. Wanneer iemand een nier ontvangt van een overleden donor, duurt het volgens de Nierstichting ongeveer tien jaar voordat de ontvanger weer moet gaan dialyseren of een nieuwe nier nodig heeft. Met een nier van een levende donor is dat pas na twintig, of soms zelfs 25 jaar.

Zegenen

Na de operatie was Pien er snel weer bovenop. Na een week of drie kon ze haar werk als docent alweer oppakken. Ook nu merkt ze nauwelijks dat ze met een nier minder leeft. “Ik mag alleen geen contactsporten meer doen. En als ik motorrijd, moet ik extra bescherming dragen. Maar voor de rest kan ik eigenlijk alles. Bovendien krijg ik elk jaar een controle. Je bent wel heel zuinig op de ene nier die je nog hebt.” Nu Pien al gedoneerd heeft, kan ze dat niet nogmaals doen. Als iemand in haar omgeving nu een nier nodig heeft, kan ze die persoon niet helpen. Had ze haar nier niet willen bewaren? “Wij hebben zeven kinderen, dus ik denk dat er dan altijd wel iemand is met een geschikte nier. Kijk, je kinderen en man zijn natuurlijk heel belangrijk in je leven. Maar je naaste ook. Dat maakt voor mij geen verschil. Iemand die je niet kent, en aan de dialyse zit – en dialyseren is echt verschrikkelijk – is ook belangrijk. Dat je iemand hiermee kunt zegenen, vind ik heel mooi.”

Lees ook: Jannica leeft dankzij een nieuwe lever
Lees ook: Jannica leeft dankzij een nieuwe lever
--:--