Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ron van der Spoel: 'Ik praat vaker met ongelovigen dan ik ooit gedaan heb'

'God riep mij van Amersfoort naar Maastricht'

Sinds een half jaar runt Ron van der Spoel in Maastricht een inloopcentrum. Niemand die hem al kende of zelfs maar wist wat een predikant was. Ron vindt het heerlijk. “Ik heb 25 jaar lang voor 99 schaapjes gezorgd die al bij de kudde horen. Nu zit ik bij die ene die is kwijtgeraakt.”

Deel:

Ron van der Spoel (51) zit zichtbaar op z’n plek in Maastricht. En dat terwijl hij bij zijn vertrek vaak hoorde hoe moeilijk je er in dat verre zuiden tussenkomt. Niks van waar. “Ik woon hier nu een jaar en heb al meer contacten gelegd dan in twaalf jaar Amersfoort. Mensen zijn relationeel ingesteld, als ze maar zien dat je de tijd neemt en oprecht geïnteresseerd bent. Dan win je hun hart.”

Hoe kwam je in Maastricht terecht?
“Een paar jaar geleden wees mijn vrouw me op een advertentie waarin een predikant in Antwerpen werd gezocht. Het Zuiden liet haar niet los. Op zulke momenten ga ik het bos in om aan God te vragen wat ik hier mee aan moet. Uiteindelijk vroeg ik om twee tekenen, iets wat ik nog nooit had gedaan. Thuisgekomen ging de telefoon. Een man uit Maastricht belde en zei: ‘Ik moet al een uur aan je denken; we hebben je hier nodig, kom over en help ons’. Niet veel later kreeg ik een mail waarin de Open Doors-directeur me een baan voor twee dagen aanbood in België. Voor ons was het duidelijk. Drie dagen later stond het TE KOOP-bordje in de voortuin.”

Hoe ben je begonnen met het pionieren?
“Door biddend rond te fietsen. In Jeremia 29 staat: ‘Bid tot de Heer voor de stad waarin ik je geroepen heb’. Dat is mijn lijftekst geworden. Als je gaat bidden, opent God je ogen. Niet veel later kreeg ik een telefoontje van een Leger des Heilsofficier die had gehoord hoe ik rondfietste. Hij vroeg of ik een inloopcentrum wilde opzetten. Ik vroeg: ‘Hoe werkt dat?’ Hij zei: ‘We huren een pandje, zetten er een koffietafel in en verkopen kleding. Daarna komen de mensen vanzelf’. ‘En hoe kom ik aan vrijwilligers?’, vroeg ik. ‘Die lopen ook vanzelf binnen’. ‘En hoe raak ik in gesprek over Jezus?’ Toen zei hij de onvergetelijke woorden: ‘Als jij echt naar hen luistert, luisteren zij echt naar jou’. Ik zei ja en zo werd mijn eerste taak als predikant in Maastricht: op Marktplaats tweedehands kledingrekken zoeken.”  

Lees ook: 'Ik snap God heel vaak niet'
Lees ook: 'Ik snap God heel vaak niet'

Schaapjes

Na dat gesprek met die officier voelde het alsof het licht aanging, vertelt Ron in een Maastrichts café. “Ik preekte elke zondagochtend voor volle kerken, nu sta ik regelmatig voor 14 man. Maar ik dacht: dit is hoe wij hier kerk mogen zijn. Ik heb 25 jaar lang voor die 99 schaapjes gezorgd, nu zit ik bij die ene die is kwijtgeraakt. Hoe ik dat aanpak? Ik drink koffie en luister. Ondertussen kan ik heel veel van mijn geloof kwijt, want ze zijn allemaal op zoek naar zin.”

Niet stom, maar gewond

In Maastricht heeft de door de theologische wol geverfde predikant zich opnieuw Bijbelse principes aangeleerd. Bijvoorbeeld: niet oordelen. “Als iemand vol tatoeages binnenkwam, had ik ongewild meteen een stempel geplakt, totdat zo’n vrouw met tattoos opeens zei: ‘Ik zag je wel kijken, hoor’. Oei..., ik schaamde me wezenloos. ‘Sorry, je hebt gelijk’, zei ik. Toen ik daarna haar verhaal aanhoorde, begreep ik waarom ze er zo bijliep. Een andere les leerde ik van een schaapherder die zijn schapen achter mijn huis laat grazen. ‘Als een schaap zich afzondert, moet je mij bellen’, zei hij. ‘Dan is ‘ie ziek en wil hij de kudde niet besmetten’. Daar bleef ik over nadenken, ik legde ineens de link met mensen in het inloopcentrum. Niemand kiest ervoor om onder de brug te slapen, maar zij konden niet meer meekomen met onze samenleving. Terwijl ik eerst dacht: het zijn losers die stomme keuzes hebben gemaakt. Nu denk ik, als iemand stinkend binnenkomt: jij bent niet stom of eigenwijs, maar gewond. Hoe kan ik je helpen?”

Geen laagjes

Dat helpen is best eenvoudig, zegt Ron: neem bezoekers serieus en luister echt. “Vaak moet je in gesprekken eerst door allerlei mooie laagjes heen voordat je bij iemands hart komt. Maar onze bezoekers zijn zo rauw en eerlijk, ze hebben geen mooie laagjes meer. Ik vind dat heerlijk, voor mij is dit thuiskomen.” Naar aanleiding van zijn vertrek uit Amersfoort zei iemand tegen Ron: ‘Wat zonde van je talent, jij kan voor grote groepen staan, en vervolgens zit je met twee zwervers koffie te drinken’. Ron: “Maar ik voel me qua werk nu dichterbij het hart van Jezus dan ooit tevoren. Ik praat vaker met ongelovigen dan ik ooit gedaan heb en ik geniet echt meer van die veertien dan van die veertienhonderd. Die veertien praten ook nog eens terug tijdens de preek.”

Ik geniet echt meer van die veertien dan van die veertienhonderd

Wat zijn de grootste verschillen tussen het werk in Amersfoort en het werk hier? 
“Och man... Je status is hier volledig weg. Op de Biblebelt hoorde ik op straat soms fluisteren: ‘Dat is dominee Van der Spoel’. Als ik hier zeg dat ik dominee ben, zeggen ze: ‘Wat is dat?’ Dan zeg ik: ‘Een pastoor die mag trouwen’. ‘Oh, da’s wel goe!’, zeggen ze dan. Verder werk ik met bijna allemaal ongelovige vrijwilligers. Bijvoorbeeld een afgekeurde oud-kroegbaas die op de openingsdag op de stoep stond: mag ik bij jullie vrijwilligerswerk doen? Als iemand koffie schenkt en gemakkelijk een gesprek begint, trek ik ‘m een Leger des Heils-shirtje aan: jij bent nu vrijwilliger. Dan zie je ze tien centimeter groeien. Wel zeg ik tegen alle vrijwilligers: wij doen dit vanuit onze liefde voor Jezus en we beginnen elke ochtend met gebed. ‘Best joh’, hoor ik dan, ‘bidden is toch niet besmettelijk?’ Waarop ik natuurlijk zeg: ‘Nou, dat kan ik niet garanderen...’”

Vertrouwen winnen

De grootste uitdaging is vertrouwen winnen, zegt Ron. “Bezoekers, vaak veertigers of ouder, zijn om allerlei redenen afgeknapt op kerk en geloof. Daarom moet men God weer opnieuw leren kennen, metterdaad. Gelukkig gaan er duimen omhoog als ik in mijn Leger des Heils-jasje over straat ga. Of iemand roept uit zijn autoraampje: ‘Jullie doen tenminste wat, top!’ Daar ligt denk ik het grote geheim: we redden het niet meer met woorden. Je moet eerst Jezus’ liefde laten zien, daarna komen eventueel pas de woorden.”

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--