Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Homoseksualiteit: hoe deze kerk werkt aan meer openheid

'Als kerk hebben we dit onderwerp te groot gemaakt'

Hoe je als kerkelijke gemeente ook over allerlei vraagstukken rond homoseksualiteit denkt, het is zonneklaar dat je er ‘iets’ mee moet. In de Hervormde Gemeente Barneveld proberen een oudergespreksgroep en een werkgroep het gevoelige onderwerp meer bespreekbaar te maken. “Er is vaak zó’n drempel om erover te praten.”

Deel:

Nooit kwam het onderwerp voor Ellen Hullekes (1961) zo dichtbij als op de dag dat haar zoon – inmiddels een twintiger – vertelde dat hij homo is. Dat is inmiddels drie jaar geleden. “Zoals elke ouder die ermee te maken krijgt, weet ik maar al te goed hoe ingewikkeld het leven wordt als je ontdekt dat je homo of lesbienne bent. Dat geldt buiten de kerk al, maar in de kerk is het toch wel extra ingewikkeld.”

‘Het was net een waterval’

Als je zoon of dochter uit de kast komt, roept dat voor gelovige ouders allerlei vragen op. Ellen kan erover meepraten. Omdat ze besefte dat meer ouders hiermee zaten, richtte ze drie jaar geleden samen met ouderling Teus Korevaar (zie kader) een gespreksgroep op. Als veilige plek om ervaringen en gedachten te delen. “Het is echt moeilijk voor ouders,” benadrukt ze. “Er is vaak zó’n drempel om erover te praten, wat trouwens ook heel moeilijk is voor die kinderen zelf.”

Kwam de gespreksgroep destijds wat moeizaam uit de startblokken, inmiddels nemen er zo’n twintig vaders en moeders aan deel. “Wij merkten al snel dat ze allemaal – ten diepste – zó graag hun hart wilden luchten; het was net een waterval! Mettertijd zagen we ouders steeds sterker worden, wat uiteindelijk ook belangrijk is voor de relatie met hun homoseksuele zoon of dochter.”

Veilig en geliefd

Kerk illustratie homoseksualiteit Barneveld
Credits: Anke Knapper.

De algemene kerkenraad van de Hervormde Gemeente Barneveld, waarin de vijf wijkgemeenten vertegenwoordigd zijn, besloot zo’n anderhalf jaar geleden dat er méér nodig was dan alleen een oudergespreksgroep. Daarom werd een speciale werkgroep in het leven geroepen.
“Toen wij als gespreksgroep de vraag kregen hierin te participeren, was de keuze voor mij – en trouwens ook voor Teus Korevaar – snel gemaakt. Wij willen er allebei graag op allerlei manieren aan meewerken dat homoseksuele broeders en zusters zich veilig en geliefd voelen in onze gemeente.”

Terwijl de gespreksgroep vooral pastoraal is, richt de werkgroep zich meer op bewustwording binnen de gemeente. Een van de wijkpredikanten, ds. Leendert Plug, werd adviserend lid namens de algemene kerkenraad (zie kader). “Van onze kant hebben we de sterke wens geuit dat er minimaal één homo uit onze eigen gemeente in deze werkgroep zou zitten,” blikt Ellen terug. “We zijn blij dat Jaap van Kruistum dit wilde doen. Ik zit er als moeder in, maar hij kan er als ervaringsdeskundige over vertellen.”

Aan de slag

De werkgroep bestaat uit vijf personen en heeft deze doelstelling: het bespreekbaar maken van homoseksualiteit en zo werken aan een veilige gemeente, waarin op een respectvolle manier met elkaar wordt omgegaan.
“We organiseren informatie- en gespreksavonden, en rusten ambtsdragers en pastoraal werkers toe. Het grootste verschil met onze oudergespreksgroep is dat je heel concreet aan de slag gaat. Tegelijk is dat voor ons echt een zoektocht. Want er wordt in de gemeente, ook onder predikanten, verschillend over het onderwerp gedacht.”

Ook predikanten denken verschillend over het onderwerp

‘Ik ben homo en (n)iemand ziet mij’

Door het taboe dat op homoseksualiteit rust, gaan veel homo’s en lesbiennes volgens Ellen een eenzame weg. Zij voelen zich niet gezien, niet begrepen en vooral: niet geaccepteerd. Ellen kent de voorbeelden van jongeren en ouderen uit deze gemeente die om die reden zelfs helemaal breken met God.

“Wat ik ook pijnlijk vind,” zegt ze, “is dat we soms op weerstand stuiten. Zo heeft de werkgroep posters van Hart van Homo’s opgehangen in onze kerkgebouwen. Daarop zie je een jongen of meisje met deze tekst: ‘Ik ben homo en (n)iemand ziet mij.’ Zo’n boodschap komt wel binnen. Maar het is nu al twee keer gebeurd dat deze posters, in een van onze kerken, zijn weggehaald. Waarom? Door wie? Geen idee. Kennelijk zijn er gemeenteleden die er niet mee geconfronteerd willen worden.”

Uit eigen ervaring

Uitsnede_illustratie_kerk_Barneveld_homoseksualiteit
Credits: Anke Knapper.

Maar Ellen is vooral dankbaar dat er meer en meer openheid komt om homoseksualiteit bespreekbaar te maken. “Pas hebben we een avond over pastoraat georganiseerd met Herman van Wijngaarden van Hart van Homo’s, juist omdat er op dit vlak nog zo vaak brokken worden gemaakt. Wat ik bijzonder vond, is dat er meer dan zestig man aanwezig was, van predikanten en ouderlingen tot pastoraal werkers. Je merkt echt dat er behoefte is aan informatie. En dan is Herman natuurlijk iemand die uit eigen ervaring spreekt. Het is zo belangrijk dat persoonlijke verhalen worden verteld. Want als je elkaar in de ogen kijkt en er echte gesprekken ontstaan, wordt alles anders.”

Het moet ook weer niet te váák over homo-seksualiteit gaan

Overtuigd atheïst

Wat zou elke gemeente minimaal moeten doen als het om deze thematiek gaat? “Het minimale is wel,” reageert Ellen, “dat je een duidelijk signaal afgeeft: wij zien onze homoseksuele broeders en zusters en weten dat het een ingewikkeld onderwerp is.” Na een korte stilte vervolgt ze: “Het moet trouwens ook weer niet te váák over homoseksualiteit gaan. Als kerk in Nederland hebben we het onderwerp te groot gemaakt; laat het alsjeblieft weer klein worden. Een van onze andere kinderen is hetero en overtuigd atheïst. Daar maken wij ons als ouders meer zorgen over dan over onze andere zoon die homo is – want die gaat zijn weg wel met God.”

Hervormdbarneveld.nl/homoseksualiteit

'Er was niemand die langskwam'

Jaap van Kruistum (35) is homoseksueel, lid van de hervormde gemeente Barneveld en draait mee in de werkgroep. “Ik heb wel geaarzeld toen ik hiervoor benaderd werd,” bekent hij. “Mijn eerste reactie was: nee, ik doe het niet. Want ik was bang dat ik een soort voorbeeldfunctie zou krijgen. Maar later dacht ik: dit is wel het moment om jezelf te laten horen, en te zeggen wat je van bepaalde dingen vindt.”

Jaap vindt het positief dat er “iets gebeurt”: er wordt nagedacht en gesproken over homoseksualiteit. “En ik heb gemerkt dat ik niet zo alleen sta als ik altijd dacht; het leeft toch breder dan ik had ingeschat. En ik zie gelukkig ook wel dat er, langzaam maar zeker, meer openheid komt.”

Jaap, die zo’n negen jaar geleden uit de kast kwam, heeft op een gemeenteavond zijn eigen verhaal verteld. En daarbij ook kritische noten gekraakt. “Toen ik op mijn 26e uit de kast kwam, bleef het vanuit de kerk – waar ik van kinds af aan mijn plaats inneem – oorverdovend stil. Er was niemand die langskwam, niemand vroeg hoe dit voor me was, of informeerde: ‘Kunnen we iets voor je betekenen?’ Voor mij een grote teleurstelling. Dat ik dit tijdens deze gemeenteavond kon delen, heb ik als helend ervaren.”

‘Een liefdevol hart en open oren’

Als (scheidend) adviserend lid van de werkgroep vindt ds. Leendert Plug “dat de gemeente als geheel, en degenen die werkzaam zijn in het pastoraat in het bijzonder, een liefdevol hart en open oren moeten hebben richting homoseksuele gemeenteleden”.

Vanaf de start draaide hij mee in deze werkgroep, maar begin mei gaf hij het stokje over aan een collega. “Het was wel een beetje pionieren,” blikt hij terug. “Ik heb vanaf het begin gezegd: wij zijn er niet om de ‘barricaden op te gaan’ of ‘rechten te verwerven’. Kortom: in onze werkgroep geen gelehesjesmentaliteit. Binnen onze gemeente wordt heel divers over homoseksualiteit gedacht. Waar we allereerst aan willen werken, is veiligheid: jongeren en ouderen moeten op een veilige manier uit de kast kunnen komen. Dat is onze primaire taak. We willen er zijn voor iedereen die dat nodig heeft.”

Dat voorgangers rouleren als adviserend lid van de werkgroep, duidt hij als positief. “Het is voor alle predikanten goed om een keer mee te maken. Dit onderwerp brengt ontzettend veel pennen en tongen in beweging; als gemeente kunnen we niet doen alsof het niet bestaat.”

Beeld: Anke Knapper

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--