Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Elly Zuiderveld: "Ik wilde niet meer in God geloven"

Helft duo 'Elly & Rikkert' zondagavond bij Andries

Ze moest niks meer van de kerk hebben en werd een hippie. Toch kon ze op een gegeven moment niet meer om Jezus heen. Zondagavond bij Andries vertelt Elly over haar jeugd, muziek en over hemel en hel.

Deel:

Elly is voor de meeste mensen bekend als ‘die ene van Rikkert’. Het zangduo maakt al tientallen jaren christelijke liedjes, vooral voor kinderen. Toch is dit niet altijd zo geweest. Elly groeit op in de katholieke kerk en maakt mee dat een vriendinnetje sterft door een ongewenste zwangerschap. De voorganger vertelt dat dit komt omdat ze een zondaar was. Elly balt dan haar vuist naar de hemel. "Ik ging naar buiten, uit die kerk, en zei tegen God: 'Ik wil niet meer in je geloven!’"

Hippie
In de jaren '60 leert Elly Rikkert kennen en de twee hebben het erg gezellig binnen de hippie commune. "Toen ik hem zag, dacht ik: 'Met hem ga ik oud worden.'" Ze maken muziek, roken joints en al snel komen er twee kinderen. 

Als Rikkert de Bijbel begint te lezen en na een tijdje uitkomt bij ‘Jezus’ wordt Elly toch weer nieuwsgierig. Hoewel ze liever niets met Jezus te maken wil hebben omdat ze ‘dan weer terug moet naar die kerk waar ze niets mag en waar alles moet’, vindt ze het toch spannend. Rikkert komt al snel tot een heldere conclusie: “Als Hij het leven is, dan ben ik zo dood als een pier.”

Verandering
De zoektocht gaat nog even verder, maar in de jaren '70 kunnen Elly & Rikkert niet meer om God heen. Op een kokosmatje gaan ze op hun knieën voor Jezus en verandert hun leven. Ze gaan andere liedjes maken. "De stijl bleef wel hetzelfde, maar de inhoud veranderde. Daardoor werd ons publiek ook anders."

Elly gaat weer terug naar de kerk. Daar ervaart ze Gods liefde. “God is in mij, in jou. Hij verbindt ons. Hij laat ook geen mensen naar de hel gaan, mensen laten zichzelf naar de hel gaan. Als je altijd het kwade doet dan kies je misschien zelf wel voor de hel. Maar dat is niet wat God wil.”

--:--