Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Cees Dekker: 'Door de microscoop zie ik de schoonheid van God'

Natuurwetenschapper Cees Dekker ziet dingen van de wereld die met het blote oog onzichtbaar zijn. Als hij praat over de schepping begint hij te stralen. Dekker is een mens in verwondering. “Als een eiwit een sprongetje maakt langs een DNA-molecuul, kan ik God prijzen.”

Deel:

“Oh, wat leuk!” reageert Cees Dekker door de telefoon als hij hoort dat het thema van deze Visie schepping is. Er valt veel te zeggen over de schepping en bovendien geeft het hem de mogelijkheid nog maar eens te vertellen dat er geen groot conflict is tussen wetenschap en geloof. Want, zo is zijn ervaring, een deel van de christenen loopt het gevaar van zijn geloof te vallen als ze die twee werelden niet weten te verbinden. Een afspraak was dus zo gemaakt. Het tekent Cees Dekker, die onvermoeibaar lijkt te werken aan wat hij zijn levensmissie noemt: misverstanden over geloof en wetenschap wegnemen.

“Ik vind de schepping indrukwekkend mooi,” zegt Dekker. “Het is prachtig om er in mijn vak mee bezig te zijn, bijvoorbeeld als ik door een microscoop de diepere lagen ervan kan waarnemen.”

Cees Dekker werd geboren in het Groningse Haren en woonde het grootste deel van zijn jeugd in Zwijndrecht. Hij is de oudste uit “een gelukkig gezin” met zes zonen. “Er was altijd leven in de brouwerij. Mijn vader was registeraccountant en mijn moeder had psychologie gestudeerd, maar zij zorgde voor zes kinderen.”

Het gezin ging naar de Gereformeerde Kerk (“gereformeerd-synodaal,” noemt Dekker het zelf ). “Ik was niet heel rebels, maar dacht op mijn zolderkamer veel na. De discussies op de jeugdvereniging vormden me. Het ging veel over de vraag wat je geloof concreet te maken heeft met de samenleving.”

Waar de gereformeerde jeugdvereniging Dekker vooral intellectueel vormde, werd hij emotioneel geraakt bij de evangelische koffiebar in Zwijndrecht. Daar kwam hij rond zijn achttiende tot geloof. “Dat ik toen pas tot geloof kwam, klinkt misschien raar, maar zo ervaar ik het. Ik koos toen bewust en persoonlijk voor Jezus, maar niet in een emotionele opwelling. Ik had toen namelijk al veel nagedacht over de grote existentiële vragen als wie ben ik, bestaat God wel, waarom zijn we hier op aarde, en hoe kan God het lijden toestaan?”

Dacht u toen ook al na over de relatie tussen geloof en wetenschap?
“Die vragen hebben daarmee te maken. Maar met natuurwetenschappelijke thema’s was ik niet bezig. Thuis en in de kerk ging het nooit expliciet over schepping of evolutie. Dat kwam pas toen ik natuurkunde ging studeren en lid werd van een christelijke studentenvereniging. Een leuke tijd met ruimte voor geloofsopbouw en studentikoziteit.” Glimlachend: “Ik maakte zowel Bijbelstudies als bierestafettes mee. Met andere natuurkundestudenten vormde ik een clubje om over geloof en wetenschap te praten.”

Onder de indruk van God

Jaren later zou Dekker in dat debat – inmiddels als gerenommeerd wetenschapper – een belangrijke rol gaan spelen. Hij stelde verschillende boeken samen over het thema, zoals Omhoog kijken in platland; over geloven in de wetenschap en zijn favoriete boek Geleerd & Gelovig, waarin 22 wetenschappers vertellen over wat hun werk met hun geloof te maken heeft. Ook stond hij regelmatig op podia, schreef en gaf interviews over de vraag hoe christenen over het ontstaan van de wereld kunnen denken. Dekker noemt zichzelf theïstisch evolutionist: hij gelooft dat God de aarde heeft geschapen via een proces van evolutie. Als “waarheidszoeker” vindt Dekker dit een belangrijke thematiek, maar “het is natuurlijk niet de kern”. Hij verzucht: “Wat ik écht belangrijk vind, is dat mensen God leren kennen en hun naaste liefhebben als zichzelf. Dat is veel belangrijker dan die hele discussie over zeven dagen dit en dat. Het zou mooi zijn als mensen onder de indruk komen van wie God is.”

Komt u door uw bestudering van moleculen meer onder de indruk van God?
“Ik raak onder de indruk van de schepping. Maar dat is niet anders dan iemand die zich in het bos verwondert over hoe prachtig de bomen gemaakt zijn en God daarvoor prijst. Diezelfde ervaring heb ik als ik door de microscoop zie hoe een eiwit een sprongetje maakt langs een DNA-molecuul en het dan kan doorknippen en vastlijmen.”

Dat voorrecht is niet iedereen gegeven.
Lachend: “Iedereen kan komen studeren in Delft, hoor! Maar ik voel me inderdaad bevoorrecht dat ik in de nanowereld kan kijken. Een nanometer is eenmiljoenste millimeter, honderdduizend keer dunner dan een haar.” Stralend: “Op die heel kleine schaal zie je dus eiwitten die informatie uitlezen uit een bepaald gen en dat aan een ander molecuul doorgeven. Dat levert dan een nieuw eiwit op. Het is buitengewoon fascinerend hoe de nanobiologie in onze cellen werkt.”

U lijkt dit interessanter te vinden dan het debat over het ontstaan van de wereld...
“Nanobiologie is mijn vakgebied. Ik ben geen theoloog, maar over de vraag hoe je Genesis leest, denk ik ook veel na. Ik ben christen én natuurwetenschapper. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om als gelovige natuurwetenschapper in die discussie deel te nemen, om die twee werelden te verbinden.”

Er zijn christenen die vrezen dat het christelijk geloof in elkaar stort als je Genesis 1 niet letterlijk neemt. ‘Zonder zondeval zou Jezus niet nodig zijn en wat houden we dan nog over?’ is hun redenering.
“Genesis openbaart ons echt essentiële dingen over hoe de wereld in elkaar steekt – het vertelt ons over God, wie Hij is, wat de natuur is, wat de mens is, dat er kwaad en zonde is, dat de mens een probleem heeft. De tekst wijst zelfs al vooruit naar een oplossing. De Genesistekst heeft ons dus zeer veel te zeggen. Het begint al in het eerste vers in de Bijbel: In het begin schiep God de hemel en de aarde. Dus de eeuwige God was er, en Hij schiep. Alles wat we zien, komt uit zijn hand voort. Het scheppingsverhaal is een vorm om dat hele ingewikkelde wordingsproces te vertellen. Dit verhaal is begrijpelijk en krachtig voor mensen van alle tijden en culturen: zowel voor een ongeschoolde oosterling dertig eeuwen terug als voor een hoogopgeleide West-Europeaan anno 2014. Het scheppingsverhaal uit Genesis 1 loopt uit op het hoogtepunt, de schepping van de mens. Vervolgens lezen we dat die mens tot een relatie met God is geroepen, maar ook dat diezelfde mens deze relatie verbreekt en daardoor gescheiden leeft van God.

In die wereld leven we nu. En we hebben het kruis van Jezus nodig om de relatie te herstellen. Dát is het kernverhaal. Maar de discussie onder hedendaagse christenen neemt vaak een andere wending: hoe zit het met de tijdsschaal? De wetenschap zegt iets anders dan de zeven dagen uit Genesis, wat moeten we daarmee? Daar kun je over discussiëren – en ik wil dat ook best doen – maar dat is niet de bedoeling van het verhaal. Met deze discussie slaan we een zijspoor in, weg van de kern.”

Elk Bijbelboek een eigen karakter

Dekker ergert zich eraan dat het gesprek over de schepping te vaak versmald wordt tot de vraag hoe het precies allemaal gegaan is. Daar gaat het ten diepste niet om, vindt hij. We moeten ons, zegt hij, realiseren dat elk Bijbelboek een eigen karakter heeft; de poëzie in Hooglied is iets anders dan de geschiedschrijving in Kronieken. “De eerste elf hoofdstukken van Genesis vertellen ons over de heel oude prehistorie, en moeten mijns inziens niet gelezen worden als een letterlijk journalistiek verslag. Maar het kent wel een boodschap van enorm theologisch belang. Ik ben ervan overtuigd dat God in een lang proces de sterrenstelsels en de aarde heeft doen ontstaan, en al het leven daarop. De mens is het unieke wezen dat God heeft uitgekozen om een relatie mee aan te gaan. Een kernpunt van het Genesisverhaal is dat God gericht is op relaties. Deze God, die liefde is, wil een relatie aangaan met zijn schepsel, de mens.”

En dan gaat het dus, aldus Dekker, niet zozeer om de vraag of Adam en Eva wel of niet feitelijk hebben geleefd. Hij verwijst naar verschillende ‘modellen’ over hoe je wetenschap en Bijbeltekst kunt combi neren. “Ik denk zelf dat op een bepaald moment in de geschiedenis God een mens heeft geroepen, die vervolgens ook in zonde is gevallen. Maar de precieze historische details? We weten het niet.”

U benadrukt Gods liefde. Ziet u daar – bij wijze van spreken – door de microscoop ook iets van terug?
“Dat ligt aan je perspectief. Ik zie schoonheid en die schrijf ik aan God toe. Maar mijn collega ziet hetzelfde en die schrijft het niet aan Hem toe. Ik zie geen conflict tussen geloof en wetenschap. Wetenschap in zichzelf is niet atheïstisch. Maar de wegen van verschillende wetenschappers kunnen wel uiteengaan. Dat verschil kenmerkt zich door je wereldbeeld. Je kunt een atheïstische of een gelovige ‘bril’ opzetten. Ik vind het christelijke wereldbeeld overtuigender is dan het atheïstische.
Het past beter bij alles wat ik weet, zowel wetenschappelijk als uit mijn persoonlijke ervaring. Het doet beter recht aan mijn beleving van zingeving, aan de waarde van elk mens, aan geloof in God. Een van mijn drijfveren is dat ik wil voorkomen dat christelijke studenten het geloof vaarwel zeggen omdat ze het niet kunnen rijmen met wat ze in de collegezaal horen. Terwijl dat helemaal niet nodig is.”

De kern van het geloof

Dekker wil niet zeggen dat het evolutiedebat een gepasseerd station is, maar liever kijkt hij vooruit. Hij is bezig met vragen als hoe je mensen naar God kan leiden in een seculier Nederland. “Dat vind ik spannender dan detailvragen over de historiografie van Adam. Ik zie met lede ogen aan dat Nederland zo seculariseert. Ik denk daar veel over na, maar ik heb er nog geen antwoord op.” De kern van zijn eigen geloof is Jezus, zegt hij. “God werd mens in Jezus!”

Uw ogen beginnen weer te twinkelen.
“Het is ook zó bijzonder. Het hele bestaan is zo wonderlijk. Wat mij drijft, is verwondering over hoe het leven in elkaar zit. Verwondering brengt me tot wetenschap, maar ook tot nadenken over moraal en God. Ik begrijp sommige dingen een beetje, maar heel veel begrijp ik niet. Ik zie mijn werk op de universiteit als deel van mijn opdracht als mens. In Genesis geeft God de mens een cultuuropdracht: breng de aarde onder je gezag. Je kunt God liefhebben met je hart, ziel én met je verstand! Wetenschap heeft hierin volop een plaats. Het in kaart brengen van DNA-moleculen en eiwitten is in zichzelf al gehoor geven aan die cultuuropdracht. Nog los van de vraag of het nut heeft voor anderen. Maar fundamentele wetenschap heeft op lange termijn ook nut heeft voor de samenleving. En daarmee dient het de naaste.”

Denkt u weleens: ik vertel in boeken en op podia hoe het allemaal zit, maar misschien zit ik er wel helemaal naast?

“Nee, niet echt. De wetenschap levert ons behoorlijk betrouwbare kennis op. En tegelijk weet ik zeker dat God bestaat. Ik geloof niet dat ik mijn geloof ooit zal verliezen. Toen ik een jaar of veertig was, heb ik wel een periode van twijfel gekend. Ik ging toen volstrekt eerlijk een nieuw zoekproces in, wat tot gevolg kon hebben dat ik atheïst zou worden. Dan zou ik het meest dierbare wat ik heb – het geloof – verloren hebben. Maar dat gebeurde niet. Integendeel, ik ben in mijn geloof bevestigd, juist door de meest kritische vragen te stellen. En ik geloof dat God mij vasthoudt. Toen ik in de gereformeerde kerk geloofsbelijdenis deed, gaf de dominee me deze tekst mee: ‘De vrede van God die alle verstand te boven gaat, zal uw hart en gedachten behoeden in Christus Jezus.’ Dat is een bemoediging. Het is een belofte van God dat Hij me vasthoudt en ik mijn geloof niet zal verliezen.”


Tekst: Sjoerd Wielenga
Beeld: Jacqueline de Haas
Bron: Visie 2014, nr. 42

Paspoort

* Prof. dr. Cees Dekker (1959) is getrouwd met Gerda. Samen hebben ze één zoon en twee dochters. Het gezin is lid van een evangelische gemeente in Delft.
* Dekker – opgeleid als natuurkundige – werkt aan de TU Delft als universiteitshoogleraar en hoogleraar moleculaire biofysica. Ook leidt hij daar het Kavli Institute of Nanoscience.
* Voor zijn academische werk ontving Dekker verschillende prijzen.
* Enkele jaren geleden flirtte hij met de Intelligent Design-theorie 
(waarvan de aanhangers stellen dat de natuur objectief waarneembare sporen van ontwerp vertoont), maar nam daar later afstand van.
* Onder redactie van Dekker verschenen verschillende boeken over de relatie tussen geloof en wetenschap. Met kinderboekenschrijfster Corien Oranje werkt Dekker momenteel aan een kinderroman waarin geloof, schepping en ontstaan van de wereld aan de orde komen.

--:--