Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Deze lessen leerde Jan den Ouden over evangelisatie

'Het is niet mijn verantwoordelijkheid mijn buurman te redden'

Jan den Ouden, werkzaam bij zendingsorganisatie Operatie Mobilisatie (OM), verdiept zich al jaren in het fenomeen ‘zending en evangelisatie’. Wat betekent het om een echte volgeling van Christus te zijn? Die vraag loopt als een rode draad door zijn leven. Hier deelt hij vijf levenslessen die hij al evangeliserend leerde.

Deel:

1. Geen pakket

“We komen tot geloof volgens een bepaalde formule. In de reformatorische hoek via de trits ‘ellende, verlossing en dankbaarheid’ en in de evangelische hoek via het zondaarsgebed. En vervolgens moeten we anderen die complete formule weer doorgeven. Want stel je voor dat die ander verloren gaat.” Maar, zegt Jan, we vergeten dat we niet het hele pakket in één keer hoeven af te leveren, maar dat we een schakeltje zijn in een groter verhaal. “Als je dat gaat ontdekken, kun je je ontspannen en je over je schroom heen zetten. Want de buurman praat met zo veel enthousiasme over zijn duiven; waarom kan ik dan niet net zo enthousiast zijn over wat mij ten diepste beweegt? Maar het probleem in veel kerken is dat je niet meegenomen wordt in het maken van die vertaalslag.”

2. Het begint bij bekering

Wat Jan betreft, is dit een van de dingen die misgaan in de christelijke wereld: we maken geen discipelen. “Iemand komt tot geloof, en daarna is er nauwelijks toerusting. Bekering wordt gezien als een eindstation. Terwijl het dan pas gaat beginnen! Maar waar zijn de mensen die hun leven willen investeren in het begeleiden en coachen van anderen tot volgelingen van Christus? Ik zie dat als een groot tekort. We weten nog steeds maar moeilijk verbinding te leggen tussen ons leven op zondag en het leven op maandag.” Niet voor niets doet Jan zelf niets liever dan mensen coachen en mentoren. “Ik denk dat dit een van de sleutels is: gelovigen aan elkaar koppelen en hun gereedschap bieden om ook anderen weer tot discipel te maken.”

Toerusting begint pas bij bekering

3. Paradijs op aarde

“Als je niet zo zeker bent over hoe die hel eruitziet en wie er wel en niet heen gaat, wat drijft je dan? Ik stel mezelf soms de vraag: stel dat er geen hemel en geen hel zou zijn, zou ik dan nog steeds met zo veel enthousiasme dit werk kunnen doen? Het antwoord is volmondig ja. Omdat ik geen andere weg van het goede leven ken dan de weg van Christus. Het goede leven ís Christus. En daar word ik heel erg enthousiast van. Als mensen zouden leven naar de Bergrede, zouden we in een paradijs op aarde leven. En dat moet iedereen weten. Dus ik ben gestopt met mensen bang maken. Het gaat helemaal niet om de hemel of de hel. Het gaat erom dat je je nu bekeert en de weg van Christus gaat volgen. Paulus zegt in Romeinen 6 vers 22: ‘Nu moet je je richten op de heiliging, en aan het einde het eeuwige leven.’ Met andere woorden: daar moet je niet te moeilijk over doen; dat is geregeld.”

4. Heb je naaste lief

Hoewel Jan dit verhaal met veel elan vertelt, heeft hij er zelf jaren mee geworsteld. Want ook hem was geleerd dat je mensen wel leven en dood moet voorhouden. En als voorganger moet je wel zorgen dat je een uitnodiging tot bekering doet, want stel je voor dat ze sterven voordat ze die bewuste keus hebben gemaakt... “Maar die bewuste keus is helemaal niet zo zwart-wit. Daar is in de Bijbel geen blauwdruk voor. Zelfs Jezus geeft ons die niet. Bij Zacheüs zegt Hij: ‘Jij en jouw gezin zijn vandaag gered.’ Alleen maar omdat Zacheüs zei dat hij iedereen die hij had afgezet, dubbel zou terugbetalen. Maar hij heeft het zondaarsgebed niet gebeden, zeggen we dan.

En zo zijn we terechtgekomen bij een formule. Maar daar moeten we vanaf. We moeten respect krijgen voor het grote verhaal, en respect voor de mensen aan wie we het verhaal vertellen, in plaats van hen te zien als een object dat gered moet worden. Redden kan ik toch niet. Míjn verantwoordelijkheid is om die naaste van ganser harte lief te hebben, zonder ook maar enige bijbedoeling.”

Mijn verantwoordelijkheid is om mijn naasten lief te hebben

5. Wat betekent het om een echte volgeling te zijn?

“Bij die vraag slaan we vaak Matteüs 4 op, waar Jezus Zijn discipelen roept. Ze laten hun netten en hun boot achter, zeggen we dan. Maar dat is zeer onwaarschijnlijk. Want even later lees je weer dat ze aan het vissen zijn. En tussen de opstanding en de uitstorting van de heilige Geest bijvoorbeeld gaat Petrus ook weer vissen, en alle anderen gaan met hem mee. Ze ondernamen dus acties met Jezus – af en toe een week, misschien eens twee maanden – maar daarna gingen ze gewoon weer aan de slag. Pas veel later worden ze vrijgesteld om zich helemaal aan hun taak te kunnen wijden. Dus ik zou zeggen: maak het niet zo ingewikkeld. Leef je leven met God en straal daarin uit waar je voor leeft. Zonder kramp en zonder enig schuldgevoel.”

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--