Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom ‘Lichtstad met uw paarlen poorten’ zo populair is

‘Het lied biedt troost aan mensen die nu pijn en verdriet ervaren’

Het is een van de meest favoriete liederen van Nederland Zingt-kijkers, en ook op YouTube wordt het lied miljoenen keren bekeken: 'Lichtstad met uw paarlen poorten'. Pinkstertheoloog Cees van der Laan zocht uit waar het lied eigenlijk vandaan komt en waarom het zo populair is.

Deel:

Het is duidelijk: Lichtstad met uw paarlen poorten spreekt tot de verbeelding. Vooral de zin 'Daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem,' raakt mensen in hun hart. Wat veel mensen niet weten, is dat het lied niet uit de Johan de Heer-bundel komt, maar uit de zangbundel Glorieklokken van Moesje Alt.

Wie is Moesje Alt, de vrouw achter de tekst van ‘Lichtstad met uw paarlen poorten’?
Cees van der Laan: “Margot Alt werd in 1883 in Den Haag geboren. Ze was amper 20 toen ze de hang naar avontuur niet kon weerstaan en naar Nederlands-Indië vertrok. Tijdens haar opleiding tot verpleegkundige kwam ze daar tot bekering en werd ze zendingszuster. Ze nam vervolgens tientallen wezen in huis, richtte scholen op, stichtte meerdere gemeenten, gaf een tijdschrift uit, en schreef boeken, gedichten en liederen. Later werd ze bekend als Moesje Alt.”

Tekst loopt door onder de video.

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Heeft ze de rest van haar leven in Nederlands-Indië gewoond?
“Nee, de laatste vijf maanden van haar leven – ze stierf in 1962 – was ze weer in Nederland. Haar leven liet zien wat het betekent om uit liefde God te dienen en je naaste, en op haar grafsteen staat dan ook: ‘Jezus alleen’. In 2016 is in Indonesië trouwens een Moesje Alt Museum geopend.”

Heeft ze altijd iets met muziek gehad?
“Zeker. Zang en muziek vormden een rode draad in haar leven. Zelfs haar naam – Alt – werkte hieraan mee. Als kind al raakte ze ontroerd bij het orgelspel en de samenzang in de St.-Jacobskerk in Den Haag. Ze was van huis uit bekend met het zingen van psalmen en gezangen, en later kwam ze in aanraking met liederen van het Leger des Heils, de Zevendedagsbaptisten en de bundel van Johan de Heer.”

Hoe kwam een vrouw in die tijd erbij een zangbundel uit te brengen?
“Toen ze zendelinge op Java was, ontving ze via een visioen de opdracht een zangbundel uit te geven. Ze gaat aan de slag met het vertalen en bewerken van liederen, met als resultaat de bundel Glorieklokken. De eerste uitgave verscheen in 1930. In de derde uitgave van 1954 vinden we ‘Lichtstad met uw paarlen poorten’.”

Ze heeft dit lied dus niet zelf geschreven?
“Nee, ze heeft het vertaald. Al ging ze daarbij heel vrij om met de oorspronkelijke tekst. Met haar uitstekende beheersing van de Nederlandse taal en gevoel voor ritme en inhoud maakte Moesje Alt regelmatig een geheel eigen tekst van de liederen die ze vertaalde. Zo is het lied Lichtstad met uw paarlen poorten – nummer 52 – een voorbeeld van een lied dat in feite van een nieuwe tekst is voorzien. De oorspronkelijk Zweedse tekst is in 1917 door Fredrick A. Bloom – 1867-1927 – geschreven. De Engelse vertaling, door Nathaniel Carlson, blijft dicht bij het Zweeds. De muziek is van de Noor Alfred O. Duhlin. Het werd als He the Pearly Gates Will Open uitgegeven in Favorites II. In de uitgave van Glorieklokken wordt deze Engelse tekst als bron vermeld.”

Tekst loopt door onder de songtekst.

He the Pearly Gates Will Open

De stad met paarlen poorten

Love divine, so great and wondrous,
Deep and mighty, pure, sublime!
Coming from the heart of Jesus,
Just the same through tests of time.

Lichtstad met uw paarlen poorten,
Wond’re stad zo hoog gebouwd,
Nimmer heeft men op deez’ aarde
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Refrain:

He the pearly gates will open,
So that I may enter in;
For He purchased my redemption
And forgave me all my sin.

Koor:

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luisteren naar Zijn Liefdesstem.

Daar geen rouw meer en geen tranen
In het Nieuw Jeruzalem.

Like a dove when hunted, frightened,
As a wounded fawn was I;
Brokenhearted, yet He healed me,
He will heed the sinner’s cry.

Heilig oord vol licht en glorie,
Waar de Boom des Levens bloeit
En de stroom van Levend Water
Door de gouden God-stad vloeit.

Refrain

Koor

Love divine, so great and wondrous,
All my sins He then forgave!
I will sing His praise forever,
For His blood, His power to save.

Schoon tehuis voor moede pelgrims,
Komend uit de zandwoestijn,
Waar zij rusten van hun werken
Bij de springende fontein.

Refrain

Koor

In life’s eventide, at twilight,
At His door I’ll knock and wait;
By the precious love of Jesus
I shall enter Heaven’s gate.

Wat een vreugde zal dat wezen,
Straks vereend te zijn met Hem,
In die Stad met paarlen poorten
In het Nieuw Jeruzalem.

Refrain

Koor

Lichtstad met uw Paarlen poorten

“De Engelse tekst,” vervolgt Van der Laan, “gaat over de liefde van Jezus die ons redding bracht door Zijn bloed, en die – in de toekomst – de paarlen poorten van de hemel voor ons zal openen. De gelovige wordt gesitueerd als wachtende bij de poort. De Nederlandse tekst van Moesje Alt gaat veel meer over dat wat zich achter die poort bevindt. Het enige wat ze heeft overgenomen, is het begrip ‘paarlen poorten’, verder is alles anders.”

Prachtig visioen

Zo koppelde Moesje vanuit Openbaring 21 de paarlen poorten aan de termen ‘stad’ en ‘Nieuw Jeruzalem’, legt Van der Laan uit. “Achter de poort vinden we een stad van licht, een heilig oord, een gouden God-stad, een thuis voor vermoeide pelgrims, waar de Boom des Levens bloeit en een stroom van levend water bij de springende fontein. Het een is een prachtig visioen van wat ons, ‘komend uit de zandwoestijn’, te wachten staat. Al deze heerlijke vergezichten die voor ons zo verweven zijn met de melodie, ontbreken in de Engelse tekst.”

Wat maakt het lied zo populair, denkt u?
“Te weten hoe het straks zal zijn, biedt troost aan mensen die nu pijn en verdriet ervaren. Moesje Alt heeft zelf ook veel ontbering en teleurstelling gekend. Na haar bekering brak ze met veel pijn haar verloving af. In de kerk kreeg ze te maken met afwijzing vanwege haar vrouw-zijn, en ze heeft drie dagen in een Japanse dodencel doorgebracht, in afwachting van executie door onthoofding. Bovendien moest ze voortdurend vechten tegen de slopende malaria. In haar dagboek schrijft ze meerdere keren dat ze geen dag gezond is geweest. Ze putte kracht uit haar omgang met God en uit het vooruitzicht naar wat komen gaat. Zoals het lied zingt: ‘Wat een vreugde zal dat wezen, straks vereend te zijn met Hem, in die stad met paarlen poorten, in het Nieuw Jeruzalem.’”

Moesje Alt, 50 jaar zendelinge in Nederlands-Indië

Moesje_Alt
Credits: EO (Michaël Terlouw).

Prof. C. van der Laan was buitengewoon hoogleraar Pentecostalisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schreef onder meer het boek Moesje Alt 50 jaar zendelinge in Nederlands-Indië, uitgeverij Van Wijnen, 356 blz., € 25,95.

Beeld: EO (Michaël Terlouw)

--:--