Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Eigenlijk is Peter ín Gods handen gevallen'

Psalm 121 als troost

Fervent bergbeklimmer Peter Oskamp (27) is net afgestudeerd als meester in de rechten. Maar voordat hij begint aan het ‘gewone’ werkzame leven wil hij graag nog ‘een topje doen’: de Matterhorn beklimmen. Voor zijn ouders laat hij een briefje achter: ‘Ik ben dus even naar de Matterhorn. Ik doe voorzichtig.’

Deel:

“Toen Peter 7 jaar was en we op vakantie in Zwitserland waren, zag hij voor het eerst de Matterhorn, de hoge berg met zijn karakteristieke, overhangende top,” vertelt vader Gert. “‘Pap, daar ga ik op!’ riep hij. En dat heeft hij gedaan. Later heeft Peter mij leren klimmen. Hij was een erg goede alpinist. Een jaar voordat hij overleed, zijn we ruim een week samen door de bergen getrokken. Daar ben ik nu heel dankbaar voor. Ik moest volkomen op hem vertrouwen. Hij zei toen: ‘Pap, als ik toch moet sterven, dan het liefst in de bergen.’ Ik reageerde met: ‘Joh, zeg niet zulke rare dingen.’”

Gezinspsalm

Peter wordt geboren als derde kindje van Patty en Gert Oskamp. Hij heeft twee oudere zussen, en na hem wordt nog een meisje geboren. De familie Oskamp is een muzikaal gezin. Peter en zijn drie zussen bespelen allemaal een instrument. Patty: “Uit ons huis klonk vaak muziek. Het samen musiceren gaf een enorm gevoel van saamhorigheid.” In de vakantie trekt het gezin vaak de bergen in. Psalm 121 is sinds jaar en dag de ‘gezinspsalm’. “Bergen hebben in onze beleving altijd iets met God te maken gehad,” vertelt Patty. “Op vakantie in de bergen zongen we die psalm altijd met elkaar.”

Bestaat God?

“Nadat ik het vreselijke nieuws had gehoord, was ik geruime tijd alleen,” vertelt Gert. “Ik zat in de kamer, ik knielde neer en schreeuwde het uit naar God. Ik snapte er helemaal niets van. Bestaat God? Is Hij werkelijk degene die ik altijd dacht dat Hij was? Houd ik vast aan Zijn beloftes, of laat ik alles nu los? Psalm 121 begint met: ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan?’ Maar in diezelfde psalm staat dat God je voet zal bewaren voor uitglijden. Dat klopte gevoelsmatig ineens niet meer. En daar kwam ik toch wel een beetje mee in de knoop.”

Lees ook: 'We beseffen amper dat Matthijs nog maar heel kort bij ons zal zijn'
Lees ook: 'We beseffen amper dat Matthijs nog maar heel kort bij ons zal zijn'

150 meter

Peter doet niet vier maar zes jaar over zijn studie rechten, want het leven is meer dan een studie, vindt hij. Zo wil hij – als gepassioneerd christen – anderen over Jezus vertellen. Als voorzitter van de studentenvereniging Navigators in Utrecht geeft hij handen en voeten aan dit verlangen. Daarnaast heeft hij een eigen band. In 1997 is Peter eindelijk afgestudeerd. Hij heeft een paar dagen vrij en wil dolgraag nog even ‘een topje doen’. Hij besluit met een vriend de Matterhorn te gaan beklimmen. De twee beginnen goed voorbereid aan de verkenningstocht voor de grote klim. Maar plotseling wordt het slecht weer. Ze moeten een kloof over, en daar glijdt Peter vermoedelijk uit. Hij stort 150 meter naar beneden en is op slag dood.

Opgevangen

Toch staat deze tekst uit Psalm 121 op de rouwkaart. Tijdens de afscheidsdienst wordt deze ‘gezinspsalm’ gezongen, en de tekst staat ook op de grafsteen. Peters grafsteen is een rots, een kleine Matterhorn. “Wij mochten samen ontdekken dat deze tekst uit Psalm 121 niet betekent dat God je overal voor behoedt,” zegt Patty. “Veel voeten wankelen misschien, maar je zal nooit uit de hand van God vallen. Eigenlijk is Peter ín Gods handen gevallen. God heeft hem opgevangen. Peter is thuisgekomen.”

Lees ook: 'De dood heeft niet het laatste woord'
Lees ook: 'De dood heeft niet het laatste woord'

Hij leeft

Tot op de dag van vandaag missen Patty en Gert hun zoon Peter. “We waren altijd gewend voor onze kinderen en kleinkinderen te bidden,” zegt Gert. “We noemen steevast alle namen. Toen Peter overleden was, dachten we: hoe doen we dat nu? We besloten hem wel steeds te noemen. Dan danken we God dat Peter bij Hem is. En na ruim twintig jaar is Peter nog steeds onderdeel van onze familie. We missen hem. Maar hij is er nog steeds, alleen ergens anders. Hij leeft. Die wetenschap is enorm helend.” Soms moet Gert ‘nog heel hard janken’, zegt hij even later. “Patty en ik kijken uit naar de dag dat we bij de Heer zullen zijn en dat we Peter weer zullen zien. Misschien kunnen we later samen nog ‘een topje doen’.”

Ik mis je - Gert en Patty Oskamp over hun zoon Peter

Geschreven door

Miriam Duijf

--:--