Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Benjamin de vechtersbaas

De Bijbel Open met dominee Arie van der Veer

De vaste lezer hoef ik niet uit te leggen wat deze rubriek inhoudt. Maar stel dat u voor het eerst leest. Nou, dan vraagt deze rubriek wel eerst om wat uitleg. En helemaal deze keer. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat ik in deze rubriek Bijbelgedeelten bespreek. Hoe kom ik aan die gedeelten? Wel, het Nederlands Bijbelgenootschap geeft elk jaar een Bijbelleesrooster uit. Dat rooster volgen we. Vandaag is het slot van dit boek aan de beurt. Daar was ik eerst niet echt blij mee.

Deel:

Want bij die laatste hoofdstukken moet je een zekere tegenzin overwinnen om ze grondig en tot het einde toe te lezen. Ik zou me kunnen voorstelen dat ouders met kinderen deze hoofdstukken het liefst overslaan. Het gaat over seks, groepsverkrachting, over moord en oorlog. Als je deze hoofdstukken aan tafel leest, raad ik u wel aan om daar samen over door te praten. De kern wordt gevormd door het verhaal van een Leviet. Hij snijdt het lichaam van zijn vermoorde bijvrouw in stukken. Vervolgens stuurt hij deze lichaamsdelen naar de verschillende stammen. Tijdens hun reis werd zijn bijvrouw namelijk verkracht door een groep inwoners van de stad Gibea in het stamgebied van Benjamin. Die moord moet gewroken worden. De inwoners van Gibea hadden het liefst seks gewild met de Leviet. Maar toen de man waar hij logeerde, zijn dochter aanbood en de Leviet zijn bijvrouw, had de menigte verkrachters daar genoegen mee genomen. Groepsverkrachting. Het kostte de bijvrouw haar leven. Er werd in Israël heftig op het bericht gereageerd. Het mondde uit in een burgeroorlog: tien stammen trokken op tegen de stam Benjamin. Een enorme overmacht. De stam Juda kreeg de leiding. Maar ondanks de enorme overmacht werden de Israëlieten eerst tot twee keer toe door de vechtersbazen van de stam Benjamin verslagen. Pas bij de derde veldslag werden de rollen omgedraaid.

Triest boek

De stam Benjamin dreigde daarna zelfs uitgeroeid te worden. Gelukkig kwamen de mensen op het laatste moment tot bezinning en werd er een oplossing gevonden. Dit laatste deel van het boek Richteren verschilt nogal van het eerste deel. De verschillen zijn heel groot. In het eerste deel staan verhalen over rechters die strijden tegen buitenlandse vijanden. Het tweede deel is verdrietiger. Het volk dreigt nu zichzelf te vernietigen. Al met al is het boek Rechters een triest boek. Elke keer weer ontstaan er nieuwe periodes van onderdrukking en bevrijding. Maar die burgeroorlog is toch wel erg verdrietig. Wat dat betreft is het slot van Richteren veelzeggend: ‘In die tijd hadden de Israëlieten geen koning. Iedereen deed wat hij zelf goed vond’ (21:25).

Die zin bevestigt het enorme verval. De mensen zeggen als het ware: ‘Wanneer komt er nu eens een koning, een krachtige leider die aanblijft?’ Die zou er komen. Het boek Samuël vertelt daar meer van. Toch slaan we het boek Rechters nog niet dicht. Er viel mij nog iets anders op. Iets wat die strijd in een ander licht zette. Is het u weleens opgevallen dat het in het boek Rechters vaker gaat over de stam Juda en de stam Benjamin? Die twee lijken op een of andere manier wat met elkaar te maken te hebben. In de inleiding van het boek Rechters staat de rol van de stam Juda centraal. Dat blijkt al uit de openingsvraag: ‘Wie van ons zal als eerste tegen de Kanaänieten optrekken?’ (1:1). ‘Juda zal optrekken’, is het antwoord van Jhwh in 1:2. Eenzelfde rol is trouwens ook voor Juda weggelegd in het laatste deel van Rechters, waarin de oorlog tegen Benjamin wordt beschreven.

Vechtersbaas

Het volk vraagt: ‘Wie van ons zal het eerst ten strijde trekken tegen de Benjaminieten?’ Jahweh antwoordde: ‘Juda het eerst’ (20:18). Maar ook de stam Benjamin speelt vanaf het begin een opvallende rol. Onder leiding van Juda wordt het land veroverd. Maar lang niet alle stammen doen mee. Zeker Benjamin niet. Deze stam had haar eigen strategie. Volgens Jozua hoorde de stad Jebus (Jeruzalem) tot het gebied van Benjamin (Jozua 18:28). Maar Benjamin heeft niet meegedaan aan de verovering van de stad. Toch hielden zij van vechten. Maar dan wel op hun manier. Een burgeroorlog dus. Benjamin tegen de rest.

Het eerste wat ik dacht, was: Wat bijzonder dat de eerste koning die Israël daarna kreeg, toch een Benjaminiet was. De tweede kwam uit de stam van Juda. Maar Saul was de eerste. Hij was nota bene ook nog afkomstig uit de stad Gibea. Daar was die burgeroorlog ooit om begonnen. Daar trok het volk Israël onder leiding van de stam van Juda tegen op. Die kleine stam Benjamin. De vechtersbazen. De stam die zich verzette, maar toch door God werd ingeschakeld in Zijn plan.

Die speciale rol voor Benjamin is eigenlijk al begonnen in de dagen van aartsvader Jakob. Benjamin was de twaalfde zoon van Jakob en de volle broer van Jozef. Benjamin was waarschijnlijk de enige zoon van Jakob die in het land Kanaän geboren werd. Hij was de tweede zoon van Rachel. Zij baarde Benjamin op weg van Betel naar Efrat (Betlehem). De bevalling was zo zwaar dat zij daarbij het leven verloor. De stervende Rachel noemde deze zoon Ben-Oni, wat ‘zoon van mijn rouw’ betekent; maar de over het verlies van zijn vrouw treurende Jakob noemde hem later Benjamin, wat ‘zoon van de rechterhand’ betekent (Genesis 35:16-19; 48:7).

Bekend is het verhaal over Benjamin in Egypte. Jakob was eerst niet bereid geweest Benjamin met zijn broers naar Egypte te laten gaan. Maar de honger was groot. Ze konden niet anders dan toch maar weer om hulp vragen. Alle broers gingen, inclusief Benjamin. Het ging in Egypte bijna mis. Benjamin dreigde te worden vastgezet, als Juda (!) zich niet beschikbaar had gesteld als zijn vervanger. Kent u de zegen die aartsvader Jakob bij zijn sterven aan Benjamin gaf?

‘Benjamin, een verscheurende wolf; ’s morgens verslindt hij zijn prooi, ’s avonds verdeelt hij de buit.’

Benjamin wordt getypeerd als een vechtersbaas. Vechten, dat konden zijn afstammelingen wel.

Klein, maar fel

De Benjaminitische strijders stonden erom bekend dat zij goed met de slinger wisten om te gaan. Ze konden haarscherp stenen slingeren, zowel met de rechter- als met de linkerhand. Ze misten nooit hun doel (Rechters 20:16; 1 Kronieken 12:2). De linkshandige rechter Ehud, die de onderdrukkende koning Eglon doodde, was ook een Benjaminiet (Rechters 3:15-21). Toch bleef Benjamin een piepkleine stam. Benjamin, de jongste, de kleinste, maar waarschijnlijk wel de felste. Zijn stamgebied lag aan de noordgrens van Juda. Van noord naar zuid mat het gebied ongeveer 19 kilometer en van oost naar west zo’n 45 kilometer. Met uitzondering van het gedeelte van het Jordaandal rondom de oase van Jericho, was het gebied bergachtig en oneffen. Een kleine stam met weinig grond. Maar vechten, dat konden ze.

Tijdens de eerste twee veldslagen om Gibea lukte het hun het aanvalsgeweld van de andere stammen te weerstaan. De derde keer gingen ze al vechtend ten onder. De Israëlieten hadden een list bedacht en daar trapten ze in. Ze leden zeer grote verliezen.

Het had bijna tot de ondergang van de stam Benjamin geleid (Rechters 19-21). Maar dankzij een plan dat de andere stammen hadden uitgedacht om Benjamin nieuw leven in te blazen, herstelde de stam zich. De stam groeide van ongeveer 600 man uit tot bijna 60.000 krijgslieden in de tijd van koning David (1 Kronieken 7:6-12).

Strijdbare helden

Het is daarom heel opvallend dat de eerste koning van Israël een Benjaminiet was: Saul, de zoon van Kis, afkomstig uit de stad Gibea. Ook Saul was een vechtersbaas. Dat bleek wel tijdens de strijd tegen de Filistijnen (1 Samuël 9:15-17,21). Na Sauls dood steunde aanvankelijk een meerderheid van de Benjaminieten Isboset, de zoon van Saul (2 Samuël 2:8-10, 12-16).

Maar daarna erkenden de Benjaminieten David als koning. Sindsdien bleven ze trouw aan het koninkrijk Juda, op enkele uitzonderingen na. Toen het koninkrijk van Israël na zijn dood in tweeën scheurde, bleef de stam Benjamin de stam Juda trouw. Vaak worden in de Kronieken de strijdbare helden van Benjamin geroemd. Benjamin en Juda. Nauw met elkaar verbonden. Soms negatief, soms positief. Wist u dat koningin Ester en minister Mordechai ook Benjaminieten waren? Zij voorkwamen dat de Israëlieten in het Perzische Rijk werden uitgeroeid (Ester 2:5-7). Benjamin en Juda. Ik noem u nog een duidelijk voorbeeld. De ouders van de Here Jezus moesten naar Betlehem gaan, omdat ze uit het huis en het geslacht van David kwamen. Jezus kwam dus ook uit de stam van Juda. Verder noem ik de naam van iemand die eerst een grote tegenstander was van Jezus, maar daarna een van zijn belangrijkste discipelen werd: Paulus. Hij kwam uit de stam van Benjamin (Filippenzen 3:5).

Felle strijders waren het. De grote vraag was wel: Voor wie?

Geschreven door

Arie van der Veer

--:--