Ga naar submenu Ga naar zoekveld

3 redenen voor geloofsopvoeding bij baby’s, peuters en kleuters

‘Geloofsopvoeding voor jonge kinderen zit in kleine dingen’

Natuurlijk, je kunt voorlezen uit de peuterbijbel, liedjes zingen en samen bidden. Maar hoe geef je verder vorm aan geloofsopvoeding bij kleine kinderen? Erika van Nes (32), moeder van twee jonge kinderen, schreef er een boek over: 'Mosterdzaadjes', ter inspiratie voor andere ouders. Drie redenen waarom het nooit te vroeg is om te beginnen met geloofsopvoeding.

Deel:

1. God is er van jongs af aan al bij

Erika van Nes
Erika van Nes.

“Bezig zijn met geloofsopvoeding begint al als je zwanger bent,” vertelt Erika. Ze omschrijft in haar boek hoe ze tijdens de zwangerschap met haar groeiende kindje meebad en lichamelijke ontwikkelingen aangreep als gebedspunt: als met zes weken het hartje begon te kloppen, bad ze dat het hartje altijd voor God mag kloppen. Als het kind eenmaal geboren is, heeft elke fase een eigen aanpak, gebaseerd op de ontwikkeling van een kind. “Je baby kan zo veel zien, horen en voelen. Verbindt deze zintuigelijke waarnemingen met God. Als je baby lichaamsdelen ontdekt, benoem dan dat God zijn handjes maakte. Peuters zijn dol op herhaling, dus dat is een mooi moment om rituelen te introduceren. Kleuters zijn juist nieuwsgierig en kun je van alles laten zien en ontdekken.”

2. Jonge kinderen snappen meer dan je denkt

Een opmerking van iemand uit de kerk triggerde Erika om meer te gaan doen met de geloofsopvoeding van haar dochter Elianne van toen 1,5 jaar oud. “Deze persoon daagde me uit met de opmerking dat een dreumes al veel meer kan dan alleen voorlezen en bidden. Daar hadden mijn man en ik nog niet over nagedacht, maar het zette ons wel aan het denken.” Erika maakte een kijktafel om samen met Elianne toe te leven naar Kerst. Op de tafel stonden adventskaarsen en lag een boek met het kerstverhaal. Elke dag lazen ze het verhaal, zongen een liedje en staken een kaars aan – elke week eentje meer op weg naar Kerst. En toen, op een dag tijdens het spelen, liep haar dochter naar de kijktafel en begon te vertellen: ‘Esus geboren!’ “Er kwam een lach van dankbaarheid op mijn gezicht,” schrijft Erika in haar boekje. “Anderhalf jaar oud was ze, en het was de eerste keer dat we bewust met haar naar het kerstfeest toeleefden. En toch had ze het al heel goed door: kerstfeest en Jezus die geboren wordt – dat hoort bij elkaar.”

Lees ook: Zó maak je bijbellezen met kinderen leuk
Lees ook: Zó maak je bijbellezen met kinderen leuk

3. Kinderen leren door te ervaren, te zien en te doen

In Mosterdzaadjes maakt Erika onderscheid tussen doelgerichte en spontante opvoeding. “Spontane geloofsopvoeding gaat over het leven van alledag, waarbij je in alles laat zien en benoemt dat God erbij is. Je maakt echt verbinding met God.” Bijvoorbeeld als je ’s ochtends de gordijnen opentrekt en benoemt dat God ons weer een nieuwe dag heeft gegeven. Maar ook tijdens het maken van een kleurplaat: “Wat fijn dat God zo veel verschillende kleuren heeft bedacht.” Op die manier kunnen kinderen op een ongedwongen manier leren dat God overal bij betrokken is.

Het boek biedt een theoretische basis voor de fase waarin je kindje zit, en geeft vervolgens praktische tips hoe je daar mee aan de slag kunt. Maar, benadrukt Erika, elk gezin moet hierin z’n eigen weg vinden. “De praktijk van wat je bedacht hebt, is soms weerbarstig. Doe wat bij jou en jouw gezin past.”

Gezinsmomenten

Daarnaast is er de doelgerichte geloofsopvoeding. Momenten waarin je als gezin samen gericht bent op God. Een voorbeeld daarvan zijn de zogenaamde gezinsmomenten, een gebruik dat ze overnam van kennissen. In Erika’s gezin is dit gezinsmoment altijd op zondagmiddag. Het is een tijd waarin ze samen een lied zingen of luisteren, bezig zijn met de Bijbel, bidden en een activiteit doen naar aanleiding van het Bijbelverhaal. In haar boek werkte Erika twaalf voorbeelden van gezinsmomenten uit, ter inspiratie voor de lezer.

Lees ook: 7 tips om advent te vieren in je gezin
Lees ook: 7 tips om advent te vieren in je gezin

“De gezinsmomenten zijn leuk en gezellig, maar ook serieus. Het leuke is niet bedoeld om de scherpe kantjes van het verhaal af te halen, maar om de kinderen het Bijbelverhaal te laten beleven en hen erbij te betrekken.” Erika geeft als voorbeeld het gezinsmoment over David en Goliath. “De kinderen mogen als doe-opdracht met een slinger snoepjes op een getekende reus gooien. Het lijkt een spelletje: aan het eind is de reus dood en dat is leuk. Maar eigenlijk is het ook heel verdrietig, want er is iemand dood. ‘Wat gebeurt hier, en wat doet het met je?’ zijn vragen die je dan kunt stellen.” Niet elk kind zal altijd even goed meedoen, maar dat is volgens Erika niet erg. Soms heeft een kind geen zin, maken ze onderling ruzie of wil het gewoon niet. “Hier overheen walsen heeft weinig zin. Geniet van wat je wél hebt in plaats van je druk te maken over wat er niet is.”

Inspiratie

Mosterdzaadjes_cover

Door in haar boek andere ouders mee te laten kijken met hoe geloofsopvoeding in haar gezin vorm krijgt, hoopt Erika hen te inspireren. “Toen wij ermee begonnen, had ik het ook nodig om bij anderen de kunst af te kijken. Daarnaast wil ik laten zien dat geloofsopvoeding niet groots en spectaculair hoeft te zijn, maar dat het juist in de kleine dingen zit.

Die spontante geloofsopvoeding waarbij ouders God in het dagelijks leven betrekken, vind ik een van de mooiste dingen die er is. Het is als het mosterdzaadje uit de gelijkenis: het lijkt misschien iets kleins en onbeduidends, maar het is heel belangrijk.”

N.a.v.: 'Mosterdzaadjes; Praktisch inspiratieboek voor geloofsopvoeding bij baby’s, peuters en kleuters’, Erika van Nes-Visscher, Ark Media, 96 blz. (paperback), € 9,95.
Op Erika's website zoekennaarhetgoede.nl deelt ze meer van haar ervaringen en gezinsmomenten. 

Hoofdbeeld: Shutterstock

--:--