Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Vijf Bijbelse handvatten als je gepest wordt

Wat zegt de Bijbel over pesten?

Van 17 tot en met 21 september 2018 is de Week Tegen Pesten. Wat zegt de Bijbel over hoe wij met anderen moeten omgaan? Met mensen die ons pijn doen?

Deel:

1. Jezus werd zelf ook gepest

Toen Jezus dat zei gaf een van de dienaren die erbij stonden, hem een klap in het gezicht: ‘Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?’ Jezus zei: ‘Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?’ (Johannes 18 vers 22-23)

Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde. (Hebreeën 4 vers 15)

Jezus Zelf wordt ook pijn gedaan, gekwetst. Door Zijn eigen volksgenoten wordt Hij dwarsgezeten. Terwijl Hij Zich van geen kwaad bewust is, wordt Hij in Zijn gezicht geslagen. Hoe reageert Jezus vervolgens? Hij confronteert Zijn pester door hem te vragen waarom hij dat deed. Jezus eist verantwoording en blijft rustig. Hij slaat er niet op los, maar verdedigt Zich met woorden.

Niet alleen ontdekken we door deze tekst hoe we moeten reageren op mensen die ons pesten, maar ook dat Jezus met ons meevoelt. Juist omdat Hij ook gepest is, kan Hij met ons meelijden. Hij weet precies wat je doormaakt, telkens weer als ze je kwetsen, als ze je slaan, als ze je negeren. Wat heerlijk dat er tenminste Iemand is die je begrijpt!

2. Als je gepest wordt sta je niet alleen

Wanneer één gelovige wordt gepest, voelen alle andere de pijn; wanneer één gelovige met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. (naar 1 Korinthe 12: 26)

Al Gods kinderen lijden er onder als er iemand gepest wordt. Dat betekent dat je als gepeste nooit alleen staat: je kunt een beroep doen op je vrienden, je familie, de kerk. Bovendien bevat deze bijbeltekst ook een opdracht voor mensen die niet gepest worden: help mensen die wel gepest worden! Neem het voor ze op en luister naar hen.

3. Bij God kan je altijd terecht

Hoor mijn noodkreet, ik ben uitgeput en moe, verlos mij van mijn vervolgers, zij zijn sterker dan ik. (Psalm 142: 7)

Ook David was ten einde raad. Hij keek om zich heen en zag dat niemand om hem gaf. Nergens kon Hij heen om te schuilen. Het voelde alsof hij door iedereen in de steek was gelaten. Logisch, dat Hij het dan uitschreeuwt naar God! Hij beseft dat God altijd zijn schuilplaats blijft, wat zijn vrienden of familie ook van hem denken of over Hem zeggen. David ziet er al naar uit om God te loven: ‘U hebt naar mij omgezien!’ – lees maar na in vers 8.

4. Bid voor je pesters

Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt, ook je onderkleed niet. (Lucas 6 vers 29)

Vraagt God echt van mij om altijd het onderspit te delven? Ik kan toch niet altijd over mij heen laten lopen? Ik moet toch ook opkomen voor mijzelf? Begrijpelijk dat deze vragen door je hoofd schieten als je deze tekst leest. Het liefst zou je terugslaan, een rake opmerking terug zeggen. Jezus geeft ons een moeilijke opdracht: ‘Heb je vijanden lief.’ Hoe doe je dat? Hoe kan ik iemand liefhebben die het slechtste met me voor heeft? Jezus zegt: ‘Zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen’ (vers 28).

Misschien ligt daar wel het geheim in: als je start met bidden voor degenen die je pesten – ook al wil je nog niets liever dan diegenen op zijn eigen wang slaan – dan zal er wat veranderen. Probeer een eerste stap te zetten door voor de mensen die je dwarszitten te bidden; Jezus zal de rest doen.

5. Voor God ben je alles

Gelukkig de gepesten, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de gepesten, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. (Naar: Mattheüs 5 vers 4 en 10)

God ziet om naar diegenen die bestempeld worden als het ‘uitschot’. Door de samenleving worden ze als nieten en nullen gezien. Echter, God ziet in hun alles; Hij ziet in hun de toekomstige generatie van het Koninkrijk. Jij, als gepeste, bent degene die God op het oog heeft. Hij wil jou in Zijn Koninkrijk hebben. Daar zal Hij persoonlijk de tranen van jouw gezicht drogen. Dat is de plaats waar je geen pijn meer hebt en je jezelf kunt zijn. 

Tekst: Dianne Nolen

--:--