Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Marieke schreef een blog over ongewenste kinderloosheid

‘Nog even en mijn tranen zijn op’

“Ik ben zwanger,” vertelt een sportmaatje aan het begin van de training. Er klinkt gelach en gejuich. Ik glimlach, maar het huilen staat me nader dan het lachen.

Deel:

Ongewenste kinderloosheid en Moederdag

Voor vrouwen die te maken hebben met ongewenste kinderloosheid, is Moederdag vaak een moeilijke dag. Om een inkijkje te geven in haar kinderloze leven, schreef Marieke er een blog over.

Ze is de vierde vrouw die mij deze week vertelt dat ze een kindje verwacht. De tranen prikken achter mijn ogen. Tranen van wanhoop en twijfel over wanneer ík een keer degene ben die zulk nieuws mag vertellen. Tranen omdat ik geconfronteerd word met het feit dat zij een wonder hebben ontvangen waar ik al zo lang op wacht. Het zijn tranen van onmacht, omdat ik het zelf niet in de hand heb.

Elke maand denk ik dat ik de onzekerheid niet heel lang meer volhoud. Dat er snel een moment komt waarop er geen grond meer onder mijn voeten is om op te stampen, dat de tranen écht op zijn. En toch blijft er na elke teleurstelling een restje hoop achter: wie weet, is het deze maand wel raak.

Twee jaar geleden besloten Jesse en ik te stoppen met de pil. De eerste maanden waren we onbevangen. We vonden het leuk, spannend en zouden wel zien hoe het liep. Maar na een half jaar begon die onbevangenheid af en toe plaats te maken voor vragen als: Wanneer zou het wél lukken? En kunnen we überhaupt wel kinderen krijgen?

Ik vind het gewoon niet leuk om te zeggen dat het leven niet gaat zoals ik had gehoopt

Het was het moment waarop er een klein wolkje mijn leven binnendreef. Geen grote wolk, niet heel donker en niet echt hinderlijk – de zon moest gewoon af en toe iets meer haar best doen, maar scheen nog volop.

Jesse en ik zijn dankbaar voor ons leven samen en hebben het goed. We genieten van familie, vrienden, werk en spontane acties, zoals een dagje mountainbiken of zeilen. Maar naarmate de maanden verstrijken en wij niet zwanger worden, verschijnt dat kleine wolkje steeds vaker even aan die blauwe lucht.

Terwijl steeds meer vriendinnen, zussen, kringgenoten, sportmaatjes en collega’s vertellen dat ze (opnieuw) zwanger zijn, delen wij steeds vaker dat het bij ons niet zo makkelijk gaat. Ik vind het best ingewikkeld om daarover te praten. Ik wil graag eerlijk zijn, maar tegelijk vind ik het privé en hoeft niet iedereen te weten wat mijn diepste wens is. Daarnaast wil ik anderen niet met mijn ‘gedoe’ vermoeien en vind ik het ook gewoon niet leuk om te zeggen dat het leven niet gaat zoals ik had gehoopt.

Toch lukt het mij soms wel om iets te delen van mijn verdriet. Dan vertel ik dat het rot en zwaar is om ergens op te wachten waarvan ik niet eens weet of het komt. Dat het mij een gevoel van onmacht geeft en dat ik daardoor soms verdrietig, gefrustreerd of teleurgesteld ben. Gelukkig wordt die openheid vaak gewaardeerd en ontstaan er mooie gesprekken. 

Sommigen komen er zo nu en dan op terug en vragen hoe het met mij gaat. Met enige regelmaat krijg ik een kaartje of appje van een vriendin of (schoon)zus, waarin ze laten weten dat ze aan ons denken. Dat doet me zo goed. Daardoor weet ik dat er mensen zijn die met ons meeleven en onze pijn niet vergeten. Ik vind het heel fijn dat ze dat doen en durven, omdat ik ook snap dat zij misschien niet weten wat ze moeten zeggen of doen.

Sommige mensen zijn namelijk bang dat ze me nog verdrietiger maken, of dat ik er alleen maar meer aan moet denken als zij erover beginnen. Maar dat is niet zo. Het verdriet en de gedachten over onze kinderwens zijn er hoe dan ook.

Dat zijn pijnlijke opmerkingen, omdat ik daardoor ga denken dat het aan ons ligt

Er zijn maanden waarin de zonnige perioden overheersen en ik de wolk bijna niet zie. Dan denk ik minder aan onze kinderwens, en kan ik oprecht genieten van wat ik wel heb. Maar ik heb ook gemerkt dat het uiteindelijk niet zo veel uitmaakt of je er veel of weinig mee bezig bent. Dat het niet uitmaakt of je hoopt of wanhoopt; elke nieuwe maand dat ik ontdek dat er geen wonder in mij groeit, is de teleurstelling even groot.

Het verdriet over de onzekerheid of wij ooit een kindje krijgen, is meestal onzichtbaar en niet altijd op de voorgrond. Maar het is er wel degelijk. Ik zeg weleens tegen mensen met kinderen: 'Net zoals jij elke dag weet dat je één of meerdere kinderen hebt, weet ik elke dag dat ik ze niet heb.' Daarom is het ook frustrerend als mensen zeggen: ‘Probeer relaxt te blijven’. Of wanneer er zelfs in het ziekenhuis gezegd wordt: ‘Ga eerst maar even op vakantie, dat kan soms ook helpen.’ Dat zijn voor mij pijnlijke opmerkingen, omdat ik daardoor ga denken dat het aan ons ligt. Dat wij blijkbaar iets verkeerd doen en dat als we het anders aanpakken, het wel goed komt. Op die momenten wordt dat wolkje een onweersbui.

Soms wordt de wolk zo groot, dat hij me bijna mijn zicht ontneemt. Bijvoorbeeld wanneer ik op mijn werk ongesteld word en mij in een kil toilethokje een gevoel van eenzaamheid overvalt. Of wanneer het lente wordt. Ik zie ouders vrolijk achter hun kinderwagens lopen, tulpen komen uit en lammetjes blaten in de wei. Alles staat in het teken van nieuw leven – behalve bij ons.

Dan zoek ik een plekje op waar ik mijn tranen kan laten gaan

Dan word ik verdrietig en zoek ik een plekje op waar ik de tranen die soms al zo lang achter mijn ogen prikken, kan laten gaan. En voel ik me even wanhopig en machteloos. Daarna drijft die grote wolk vaak langzaam weg – maar nooit helemaal uit het zicht.

Marieke en Jesse zijn gefingeerde namen. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.

Beeld: Shutterstock

Lees ook: Weinig aandacht voor ongewilde kinderloosheid in de kerk
Lees ook: Weinig aandacht voor ongewilde kinderloosheid in de kerk
--:--