Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Jezus vond wonderen ook niet erg overtuigend’

Weer een reden om niet in God te geloven?

Op de populaire Amerikaanse nieuwswebsite Huffingtonpost.com staan 21 redenen voor slimme mensen om niet in God te geloven. In een serie blogs houdt theoloog Marinus de Jong deze redenen tegen het licht. In deze aflevering reden #10: ‘Wonderen zijn niet overtuigend.’

Deel:

Alle religies stikken van de wonderlijke verhalen. Dat geldt voor het christendom, maar ook voor de oude Griekse godsdiensten waarin niemand meer gelooft. Zo bezien pleiten wonderen dus voor geen van beide in het bijzonder. Ook vandaag worden er veel wonderen geclaimd. Maar waarom zien we alleen maar weggegooide krukken en nooit protheses? Is het laten aangroeien van een been te moeilijk voor God?

Het christendom heeft altijd al een dubbele relatie met wonderen gehad. Wonderen horen er zeker bij. Jezus liep over het water, Paulus genas zieken. En ook vandaag de dag zijn er genoeg christelijke genezingsevenementen. Wereldwijd is de tak van het christendom die zich sterk maakt voor wonderen, juist de snelst groeiende.

Als we het van wat dichterbij bekijken, zien we ook een andere lijn: Johannes constateert bijvoorbeeld dat veel mensen tot geloof kwamen door de wonderen die Jezus deed, maar dat Jezus er “geen vertrouwen in had”, omdat Hij de mens kende” (Johannes 2:24-25). En ook Paulus wijst in die richting. Als hij in de brief aan de kerk van Korinthe pagina’s lang gesproken heeft over wonderlijke gaven van de Geest, zegt hij in zijn beroemde dertiende hoofdstuk dat dit alles zonder de liefde niet meer is dan “een dreunende gong of een schelle cimbaal” (1 Kor 13:1).
Veel grote christelijke denkers dachten er ook zo over. Augustinus bijvoorbeeld constateert nuchter dat de bijzondere gaven van de Geest wat lijken te zijn uitgedoofd, een paar honderd jaar na Christus. Wonderen zijn niet de kern. Wonderen hebben de neiging op het wonder zelf te richten en niet op God. Jezus vond wonderen ook niet erg overtuigend.

En de wonderen die er zijn, zijn beperkt. Theoloog Stefan Paas zei recent nog: “Als genezing op gebed werkt, waarom gaat Jan Zijlstra dan niet in een ziekenhuis werken om een einde aan alle ellende te maken?” Nee, benen groeien niet aan, en velen genezen niet. Dat heeft ook te maken met het feit dat God de Schepper van deze wereld en God de heilige Geest die geneest, één en dezelfde God zijn. God kan alles wat Hij wil met Zijn schepping. Maar Hij heeft geen wereld geschapen met een prachtig evenwicht van natuurwetten om dat vervolgens te pas en te onpas ondersteboven te keren. God is betrouwbaar. En dat uit zich ook in trouw aan Zijn eigen scheppingswerk. Velen die vandaag de dag maar moeilijk in wonderen geloven, vinden zo in de Bijbel weerklank. Laat wonderen het zicht op het wonder van de alledaagse geschapen werkelijkheid niet benemen.

Toch is dit niet het hele verhaal. De atheïsten van vandaag nemen Jezus wel erg serieus op dit punt, door wonderen helemaal uit te bannen. Op dat punt hebben ze toch een beetje een tunnelvisie op wat we kunnen zien en meten. Ik moet denken aan toen ik in Oxford studeerde. Een Nederlandse scheikundige verdedigde te vuur en te zwaard een puur wetenschappelijk wereldbeeld, waarin voor wonderen geen plaats is. Ik bedreef stoer apologetiek en stond verhit te discussiëren. Opeens mengde zijn Latijns-Amerikaanse collega zich in de discussie die met stijgende verbazing had zitten luisteren. Die verbazing ging over hem, zo bleek tot mijn verrassing. “Geloof jij werkelijk dat wat jij voelt voor je vriendin pure biologie is?” “Je bent hartstikke gek,” en ze tikte met haar vinger op haar voorhoofd. Voor haar stond als een paal boven water dat er meer is dan wat de wetenschap kan beschrijven. Ik ben dat met haar eens.

Wonderen zijn weinig overtuigend, maar God is niet te klein voor een wonder en groter dan wat wij mensen kunnen zien en meten.

Beeld: Shutterstock
Bijschrift: Glasschildering in d
e Sint-Romboutskathedraalin Mechelen (België) van Jezus die de menigte voedt met broden en vissen.

Geschreven door

Marinus de Jong

--:--