Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Christenen denken weer 19e-eeuws (als het om evolutie gaat)

'Vroeger wezen theologen de evolutietheorie niet af'

De evolutietheorie en het scheppingsverhaal kunnen naast elkaar bestaan, vindt bijna 70 procent van de 1750 deelnemers aan de enquête Geloof en evolutie die opinieblad De Nieuwe Koers uitvoerde. Een opvallende verschuiving in het denken, vindt dr. Ab Flipse van de Vrije Universiteit.

Deel:

Wat valt u op in het onderzoek?
“Ik vind het opvallendste dat orthodoxe christenen meer ruimte ervaren om de evolutietheorie te accepteren. Dat had ik niet verwacht, omdat de laatste jaren juist de creationisten veel zichtbaarder zijn in dit debat dan in de periode daarvoor. Je zou dus denken dat het aantal creationisten is gegroeid, maar uit dit onderzoek blijkt dat dit niet het geval is.”

Hoe werd er in het verleden gedacht over dit thema?
“In de negentiende eeuw wezen de meeste theologen de evolutietheorie niet af. Alleen over de positie van de mens in de evolutie werd geaarzeld. Ook Nederlandse theologen als Abraham Kuyper en Herman Bavinck accepteerden grotendeels de evolutietheorie. Wel had Kuyper kritiek op de theorie als wereldbeschouwing die volgens de aanhangers religie overbodig maakte. Na de dood van Bavinck en Kuyper, in de jaren twintig van de twintigste eeuw, keert zich voor het eerst een groep christenen tegen de evolutietheorie. Dat was een reactie op de gereformeerde dominee Geelkerken die in 1926 betwijfelde of de slang in het paradijs gesproken had.
In de jaren vijftig en zestig vond met name de gereformeerde bioloog Jan Lever dat kerken vastzaten in anti-evolutie-denken. Volgens Lever hoefde de evolutietheorie niet tot ongeloof te leiden. Als reactie daarop keerden in de jaren zeventig de Evangelische Hogeschool en de Evangelische Omroep zich tegen de evolutietheorie. Ze vonden het een teken van verval als christenen die aannamen. Maar daarbij gingen ze voorbij aan het feit dat er in het verleden veel genuanceerder over werd gedacht.”

Wie is Ab Flipse?

Ab Flipse promoveerde in 2014 op de geschiedenis van het scheppings- en evolutiedebat onder christenen. Hij werkt momenteel aan een boek over de gereformeerde bioloog Jan Lever, die in de jaren vijftig een pleitbezorger was voor de aanvaarding van de evolutietheorie in de kerk.

Wat is er van dit gedachtegoed nog over in 2017?
“Je ziet in de geschiedenis drie creationistische golven. De eerste was in de jaren twintig, de tweede in de jaren zeventig en de derde begon rond het Darwinjaar 2009. Deze laatste golf komt met name uit de reformatorische hoek. Bekende initiatieven zijn Weet Magazine en het Logos Instituut. Dat deze discussie voor reformatorische christenen echt een strijdpunt is, heeft te maken met hun ontwikkeling. Ze kunnen hun wereldmijdende cultuur niet langer vasthouden, doordat hun jongeren ook gaan studeren. Het creationisme is een veilig antwoord, dat bovendien wetenschappelijk lijkt.
Dezelfde ontwikkeling zag je vanaf eind jaren zestig in gereformeerd-vrijgemaakte kringen. Nadat dit kerkverband in 1944 ontstond, waren vrijgemaakten erg naar binnen gericht. Maar toen ze meer naar buiten gingen kijken, waren ze ontvankelijk voor het creationisme. Overigens waren dat vooral de gewone gemeenteleden. Vrijgemaakte theologiehoogleraren waren kritisch op het simplistisch bijbelgebruik van creationisten. Maar dat betekende niet dat ze de evolutietheorie aanhingen! Eigenlijk stonden zij – net als de voormannen uit andere orthodoxe kerkgenootschappen – met lege handen. Ze gaven op dit punt geen leiding, terwijl de mensen wel antwoorden wilden. De gereformeerde bondstheoloog Gijsbert van den Brink doet dat nu wel, met zijn onlangs gepubliceerde theologische doordenking van de evolutietheorie En de aarde bracht voort.”

Je moet van het christendom geen totaalpakket maken waarbij je over geen enkel onderdeel mag discussiëren

Dus hij is volgens u de eerste theoloog na Bavinck en Kuyper die de evolutietheorie theologisch doordenkt?
“Inderdaad. Theologen vonden het debat niet zo interessant, of ze wisten niet wat ze ermee aan moesten. Bovendien, creationisten domineerden het debat. Het was een welles/nietes-spelletje waarbij voor- en tegenstanders elkaar beschoten met allerlei natuurkundige spitsvondigheden, waardoor het verzandde in een oppervlakkige discussie. Jan Lever heeft wel het nodige op de agenda gezet, maar hij was geen theoloog, maar bioloog.”

Wat is volgens u de les van het verleden voor vandaag?
“Veel christenen waarschuwen voor het hellend vlak: als je niet in een zesdaagse schepping gelooft, zou je ook niet meer in de opstanding van Jezus gaan geloven. Ik denk dat die angst niet terecht is. Natuurlijk: geloof verandert, ook onder invloed van de wetenschap. Maar dat is nooit anders geweest. Alsof het christendom altijd één en dezelfde visie heeft gehad over het ontstaan van de wereld! In de geschiedenis zie je eerder een golfbeweging: op een letterlijke bijbeluitleg volgt een ruimere uitleg. En die roept weer een strikte interpretatie op. Maar wat je wél ziet, is dat wanneer christenen het creationisme tot waarheid verklaren, het moeilijk is om daarvan af te komen. Je moet van het christendom geen totaalpakket maken waarbij je over geen enkel onderdeel mag discussiëren. Het gevaar daarvan is dat mensen het kind met het badwater weggooien. Ze denken dan: als de wereld niet in zes dagen geschapen is, zal de rest ook wel niet waar zijn. Terwijl je prima kunt geloven én de evolutietheorie kunt aannemen. De les is dus: pas op dat je het geloof niet dichttimmert.”

Congres 'Stel dat het waar is'

Op 22 september organiseert AKZ+, in samenwerking met De Nieuwe Koers en de Vrije Universiteit, het congres Evolutie. Stel dat het waar is… Het congres is volgeboekt. 

Geschreven door

Sjoerd Wielenga

--:--