Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Hoe kon ik zo stom zijn om een hakenkruis te tekenen?’

Jongeren uit Alkmaar bezoeken Auschwitz

Twee jaar geleden kraste Jeffrey (17) een hakenkruis in een tafeltennisbatje van The Mall, het jongerencentrum van Youth for Christ in Alkmaar. “Dat vond ik stoer.” Jongerenwerker Richard den Houdijker (36) kon er niet om lachen. Hij besloot een groep tieners mee te nemen naar een plek die onverbloemd laat zien waartoe racisme en discriminatie kunnen leiden: Auschwitz.

Deel:

De korte video-impressie van deze driedaagse reis, te zien onderaan deze pagina, is veelzeggend. Als de ruim twintig deelnemers (voornamelijk jongens) per vliegtuig op weg gaan naar het zuiden van Polen,
is de sfeer nogal uitgelaten. Ze dollen en geinen. Maar als ze eenmaal op het terrein van Auschwitz-Birkenau rondwandelen, verstrakken alle gezichten bij het besef dat hier zo’n 1,3 miljoen mensen (onder wie 1,1 miljoen Joden) zijn vermoord – in de schaduw van het hakenkruis.

Heel confronterend
Op een grauwe vrijdagmiddag in Koedijk (gemeente Alkmaar) spelen een paar jongens de populaire voetbalgame Fifa op een groot tv-scherm in het honk van The Mall, in een vrijstaand wijkcentrum. Dit jongerencentrum is enkele dagen per week geopend voor tieners uit deze omgeving. Mbo-scholier Jeffrey mag zich inmiddels tot de veteranen rekenen: hij is al sinds zijn 11e een van de vaste bezoekers. Samen met jongerenwerker Richard blikt hij terug op de reis naar Auschwitz, die voor hemzelf “heel confronterend” was.

Soms een grote mond
“Jeffrey leerde ik kennen als een heel aardige jongen, die soms een heel grote mond had en af en toe letterlijk een schop onder z’n kont nodig had,” vertelt ex- politieagent Richard, sinds ruim twee jaar jongerenwerker van Youth for Christ in Alkmaar. “Na een incident dacht ik: Jeffrey, dit kun je écht niet maken.”

Wat deed je, Jeffrey?
“Twee jaar geleden heb ik een hakenkruis op een tafeltennisbatje gekrast, hier in The Mall. Uiteindelijk is daar het hele project rond Auschwitz uit voortgekomen.” 

Voor zulke gasten is dit de meest confronterende plek

Waarom tekende je een hakenkruis?
“Ik wilde even laten zien wie ik was, denk ik. De jongens laten zien: kijk eens wat ik heb gedaan. Ik vond het nogal stoer van mezelf.”

Wist je waar het hakenkruis voor staat?
Hij knikt. “Dat heb ik op de middelbare school geleerd. Maar op dat moment was ik daar niet mee bezig. Het was meer zo van: kijk eens wat ik allemaal kan en durf.”

Klap op de vuurpijl

Voor Richard was dit incident de druppel. “Toen ik hier in januari 2015 als teamleider begon, viel me op hoe grofgebekt deze tieners waren. Met mijn achtergrond – ik heb vijftien jaar als agent bij de politie in Amsterdam gewerkt – was ik heus wel wat gewend. Dus dat het me opviel, zegt al genoeg. Joden, homo’s, Marokkanen: ze gingen hier allemaal negatief over de tong. Ik wilde niet meteen als agent optreden omdat mijn rol als teamleider anders is dan die van een agent. Maar ik dacht wel: oké, wat moet ik hiermee?”

Toen Jeffrey met zijn nagel het hakenkruis in een tafeltennisbatje kraste, trok Richard een streep. Hij besloot een jaarthema over discriminatie te lanceren, om de jongeren bewust te maken van waar woorden
en vooroordelen toe kunnen leiden. “We hebben bijvoorbeeld culturele avonden georganiseerd en zijn in april 2015 met elkaar naar Kamp Westerbork gegaan, wat veel indruk maakte.” Maar de klap op de vuurpijl was de reis naar Auschwitz, afgelopen najaar. “Die had echt een enorme impact. Het is voor deze gasten de meest confronterende plek die je kunt bedenken.” 

Vond je dit bezoek aan Auschwitz heftiger dan je vooraf had gedacht, Jeffrey?

“Ja. Je beseft: hier liepen ook al die mensen die daar zijn vermoord.” Hij kijkt even weg en vervolgt: “Op een gegeven moment stonden wij als groep bij zo’n brandkuil, waar lijken werden verbrand die uit de gaskamers kwamen. De menselijke resten lagen er nog. Je ziet ze niet, en toch voel je op de een of andere manier wel degelijk dat ze daar liggen. Heftig om mee te maken.”

Kindertekeningen
Op de vraag of dat moment bij de brandkuil de heftigste ervaring was, schudt Jeffrey zijn hoofd. “Nee. Er was ook een kamer waarin je kindertekeningen zag aan de muur, en op de achtergrond hoorde je – via een koptelefoon – kindergeluiden. Die kinderen tekenden wat ze hebben gezien. Mensen die werden doodgeschoten, die naar de gaskamers lopen, of aan een galg bungelen... Oog in oog staan met wat die kinderen allemaal hebben gezien, was enorm heftig. Toen moest ik wel even slikken.” 

20161001_095424

Richard, wat was voor jouzelf het heftigste moment?

“Toevallig hetzelfde. Waarschijnlijk mede omdat ik vader van drie jonge kinderen ben; ze zijn 8, 6 en bijna 1. Ik keek naar die tekeningen en dacht: dit hadden mijn eigen kinderen kunnen zijn... Zoals de jongens en meisjes toen in Auschwitz tekenden, tekenen mijn twee oudste nu ook.”

Benen als luciferhoutjes
Heftig was ook het moment dat de groep voor een serie grote zwart-witfoto’s stond. Daarop zie je vier naakte, uitgemergelde jongetjes (zigeunerkinderen) met benen als luciferhoutjes. Slechts enkele van de talloze slachtoffers van de buitengewoon sadistische medische experimenten van kamparts Josef Mengele. Zijn bijnaam was ‘engel des doods’. Met hun grote, bange ogen kijken deze hulpeloze kinderen je als het ware van over het graf aan, met een blik die je niet snel vergeet. Of neem het moment dat Jeffrey en zijn reisgenoten de betonnen kilte van een gaskamer betraden. Ze hoorden vertellen hoe hier duizenden mensen – mannen, vrouwen en kinderen – bijeen werden gedreven om in circa twintig minuten een gruwelijke verstikkingsdood te sterven. Dag in, dag uit.

Wat deed deze reis met jullie groep als geheel?
Jeffrey denkt even na en antwoordt: “Het heeft veel impact gehad. Al durft niet iedereen dat hardop toe te geven. Er floepen nog weleens wat verkeerde woorden uit hier in The Mall, maar duidelijk veel minder dan vroeger.”

Richard knikt en zegt: “Ik zie in de groep dat jongeren elkaar corrigeren en aanspreken op bepaalde termen. Gaaf om te merken. De reis heeft zo’n impact gehad dat we, in overleg met Youth for Christ, kijken of we deze reis de komende vijf jaar met meer groepen kunnen gaan doen.”

Jeffrey, stel je even voor dat je zelf kinderen hebt: zou je ze meenemen naar Auschwitz?
Direct: “Als ik het geld zou hebben... Dat is wel een dingetje, natuurlijk. Maar honderd procent, ja.”

‘Hitler vroeg min of meer letterlijk: willen jullie meer of minder Joden?’ 

Waarom?
“Omdat ik mijn kinderen wil meegeven dat er niet mee te spotten valt. Dat het helemaal niet normaal is om anderen te discrimineren, of negatieve grapjes over bijvoorbeeld Joden of iemand met een andere huidskleur te maken.” 

Geert Wilders
Gevraagd wat hij meeneemt van deze reis, antwoordt Richard: “Ik was met name onder de indruk van hoe efficiënt de nazi’s deze massamoord hebben aangepakt. En, los van de vraag of dat helemaal terecht is, ik snap nu dat mensen parallellen zien tussen Hitler en Geert Wilders. Er werd daar namelijk een videofilmpje vertoond, waarop je Hitler min of meer letterlijk hoort vragen: ‘Willen jullie meer of minder Joden?’ Dat deed mij denken aan Wilders’ uitspraak: ‘Willen jullie meer of minder Marokkanen?’ Daar schrok ik van.”

Was er een moment waarop jij als leider merkte: de complete groep is nu wel heel erg stil?

“Niet specifiek een moment. Maar je wordt daar, via een koptelefoon, continu ‘bestookt’ met wat er allemaal is gebeurd. Inclusief de gruwelijkste details. Dus af en toe zag ik wel gasten wegkijken, of hun koptelefoon afdoen omdat het ze gewoon te veel werd. In die kamer met kindertekeningen hoor je bijvoorbeeld op de achtergrond het geluid van gillende kinderen. Alles wordt heel realistisch neergezet. Misschien soms over the top. Tegelijk, geef maar eens een reële weergave van het onvoorstelbare.”

Jeffrey, heb jij ter plekke teruggedacht aan dat tafeltennisbatje?

“Heel vaak. Toen ik daar liep, dacht ik: hoe kón ik zo stom zijn om dat hakenkruis te tekenen?” Hij schudt zijn hoofd. “Hoe heb ik dat ooit kunnen doen?” 

video-verslag Youth for Christ Alkmaar


Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Youth for Christ

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--