Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Is de Bijbel een sprookjesboek?

10 vragen aan gelovigen die denken dat de Bijbel slechts mooie verhalen bevat

Er zijn veel gelovigen die denken dat de Bijbel vooral mooie verhalen bevat, maar je hoeft er niet zoveel historische feiten in te verwachten. Ik heb 10 vragen aan deze medegelovigen.

Deel:

1. Waarom is het eigenlijk zo problematisch dat een God informatie over zichzelf zou overbrengen, bijvoorbeeld via een boek? Als God de titel God waardig is, dan kun je toch verwachten dat Hij enige barrières kan overwinnen om ons tenminste íets duidelijk te maken? Kun je Hem anders nog wel met enig recht zorgzaam of liefdevol noemen? En als Hij dat niet zou zijn, waarom zou je Hem dan dienen? Waarom zou je je interesseren voor een God die zich kennelijk ook niet voor jou interesseert?

2. In alle religies ervaren mensen dat er ‘van gene zijde’ informatie hen bereikt. Dat levert natuurlijk grote problemen op door de tegenstrijdigheden in die informatie, waardoor veel ervan niet kan kloppen, maar waarom zou het allemaal niet kloppen? Je gaat ook de rechtspraak niet afschaffen omdat daar verschillende visies op zijn, of staten omdat die wel eens oorlog maken. Dát er ‘van gene zijde’ wordt gecommuniceerd, daarover is de mensheid het grotendeels eens. Dat lijkt me een prachtig uitgangspunt om vervolgens de verschillende openbaringen op hun waarde te schatten.

3. Is het nu echt zo’n bezwaar om de Bijbel als waardevoller dan andere openbaringen te claimen? Is dat per se arrogant? Het is onmogelijk om alle profeten, religies en wereldbeelden precies evenveel waard te achten: je hebt altijd een groep kernideeën die een centrale waarde voor je hebben. Misschien zijn dat de Verklaringen van de Rechten van de Mens, misschien heel iets anders – maar je hebt hoe dan ook een ‘Bijbel’. Dan kan die ‘Bijbel’ eventueel ook de Bijbel zijn.

4. Wat pleit er eigenlijk echt tégen de historiciteit van de Bijbelverhalen? In het Nieuwe Testament staat bijvoorbeeld niks wat andere historische bronnen ontkennen. Het belangrijkste ‘probleem’ zijn natuurlijk de wonderen, die sommige mensen in het algemeen onmogelijk achten. Maar hoe komen zij daar eigenlijk bij? Wie verbiedt het een God om in te grijpen in zijn schepping? Wat zou het eigenlijk voor God zijn al die dat niet kan?

5. Er staan bovendien inderdaad wel diverse foutjes in de Bijbel, maar fouten? Dat is nog erg lastig aan te tonen. Van de 224 citaten in het Nieuwe Testament bevatten hooguit vier á vijf een misser (een uitspraak van Zacharia wordt bijvoorbeeld aan Jeremia toegeschreven) en bij nog eens zoveel is dat een vraag. Ook de tientallen tegenstrijdigheden tussen de vier evangeliën zijn eenvoudig op te lossen. Wat daar overblijft zijn twee of drie kwesties als botsingen tussen de stambomen in Matteüs en Lucas, maar wordt de Bijbel daar een sprookjesboek van?

6. Andersom zijn er veel interessante argumenten vóór de historiciteit van vele passages. Zo vertoont het Nieuwe Testament een bepaalde ‘rommeligheid’ die je precies zou verwachten als het niet vervalst is. Ook is het grotendeels geschreven binnen een enkele generatie, dus in de periode dat de feiten nog controleerbaar waren, en dat bovendien in een cultuur waarin de meeste mensen analfabeet waren en dus getraind in het memoriseren.

7. Door de hele kerkgeschiedenis heen wordt de Bijbel gezien als de belangrijkste informatiebron wat betreft God. Er zijn uiteraard nogal wat andere heilige boeken, maar als je je verbonden weet aan deze christelijke traditie, kun je zo’n belangrijke kern daarvan wel loslaten? Is het dan nog wel reëel om je onderdeel te noemen van die traditie? Het is zoiets als zeggen dat je bij Feyenoord wil horen, maar zonder die-en-die spelers, want die liggen je niet…

8. En is andersom de overtuiging van zoveel geloofsgenoten niet een bevestiging dat die Bijbel toch iets reëels en nieuws over God heeft te zeggen? Dit zijn mensen met minstens zoveel verstand die er minstens zo lang op gestudeerd hebben, en na al hun overwegingen was de uitkomst dat we in de Bijbel waarachtige Godsopenbaring treffen. Is dat niet een indicatie dat, als je zelf de Bijbel minder bijzonder vindt, je iets mist?

9. Jezus las het Oude Testament en geloofde dat. Geen tekst vond Hij heiliger. Het Nieuwe Testament is geheel aan Hem gewijd. Geen boek staat dichterbij Hem dan deze. Is het dan niet vreemd wel je door iemand te willen laten inspireren, maar niet de belangrijkste teksten van Zijn leven? Is dat werkelijk mogelijk, om iemands leerling te zijn en intussen iets dat zo centraal staat in diens leven, af te doen als een vroom sprookje?

10. Is het, als de Bijbel een sprookjesboek is, nog mogelijk van een God te spreken die ingrijpt? En is een God die niet ingrijpt nog wel een God te noemen? Waarom zou je zo’n God enige aandacht geven? En is het niet iets wat we juist ontzettend nodig hebben, een God die ons redt? Zouden we niet diep-eenzaam anders zijn?


Auteur: Reinier Sonneveld

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--