Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lezersvraag | Waarom staat God lijden toe?

Christenen en joden: "Geluk is niet altijd het belangrijkste"

‘Ik weet het wel, het is zo’n cliché: waarom is er ellende? Maar ik kom er gewoon echt niet uit. Als God toch goed is en alles kan, dan moet hij toch gewoon meteen nú alles herstellen…?’ Deze vraag kwam binnen op de redactie van EO/Geloven. Reinier Sonneveld geeft een mogelijk antwoord.

Deel:

Deze vraag is inderdaad een cliché, maar natuurlijk ook omdat het zo’n goede vraag is! Eentje die wel eens ‘de kernbom van de atheïsten’ wordt genoemd: geen kwestie zou meer kapot kunnen maken aan je geloof als deze.

Laat ik het daarom vergelijken met een andere ‘kernbom’, namelijk die van de theïsten, mensen die in een God geloven (zoals Joden, moslims, christenen, maar ook sommige hindoes en Bahai). Dat is de vraag waarom er überhaupt íets is. Deze vraag doet meer met ongeloof dan enig andere.

Kort gezegd hebben atheïsten dus vooral problemen met het ontstaan van het zijn, theïsten vooral met het ontstaan van het lijden.

De ene vraag is groter dan de andere vraag
Nu heffen die twee kwesties elkaar niet op. Je kunt bijvoorbeeld opmerken dat er veel meer zijn is dan lijden. We hebben een compleet heelal vol ‘zijn’ en dat al zo ontzettend lang, terwijl ‘lijden’ misschien alleen maar op onze aardbol bestaat en bovendien relatief kort. Dat is ook onze menselijke ervaring: we kennen veel meer dagen dat we vooral ‘zijn’ dan dat we ‘lijden’. Ellende bestaat zelfs niet zonder dat er iets moois is: je moet eerst aan iets gehecht zijn, voordat je het kunt missen; je moet eerst van iets genieten voordat je het kunt bewenen, enzovoorts.

De vraag naar het zijn is daarmee veel groter dan die naar het lijden. En atheïsten hebben op die enorme vraag nog niet het eerste begin van een antwoord. De laatste poging wordt niet serieus genomen, ook niet door atheïsten zelf, omdat het helemaal niet gaat over het ontstaan vanuit niets. Aan de andere kant hebben gelovigen wél diverse steekhoudende antwoorden geformuleerd op de veel kleinere vraag, waarom God lijden kan toestaan.

Geluk is niet altijd het belangrijkste
Vooral christenen, en in mindere mate Joden, zijn hiermee bezig geweest. Hun antwoord komt hierop neer: geluk is niet altijd het belangrijkste. Eigenlijk is dat al genoeg om hun punt te verdedigen. Want als geluk wel heel belangrijk is, maar niet altijd het belangrijkste, kan het in die bijzondere gevallen het beste zijn dat God toch verdriet toestaat. Iets anders, wat dan ook, ‘overrulet’ dan ons geluk.

En dát geluk inderdaad niet altijd het belangrijkste is, daar is bijna iedereen het wel mee eens. Je zorgt voor iemand bijvoorbeeld, ook al kost dat je veel, maar je houdt gewoon van diegene. Of je komt in opstand tegen een regering, met alle risico’s voor je gezondheid, maar je vecht desondanks voor je principes. Mensen maken voortdurend keuzes waar ze niet zozeer fijne gevoelens van krijgen, maar waar ze wel helemaal achter staan.

Verdriet is niet alleen rationeel
Rationeel is daarmee het probleem ‘opgelost’: God wil ons geluk, maar soms is iets anders belangrijker, en in die specifieke gevallen staat hij toe dat dit ons geluk ‘overrulet’. Soms kun je als individu ook wel die redenen ontdekken. Dan merk je, meestal achteraf, dat er toch iets moois uit je verdriet voortkwam en kun je dat zelfs aanwijzen.

Maar bepaald niet altijd. Algemeen is het probleem van het lijden dan dus wel opgelost, per persoon kan het een mysterie blijven, omdat je er maar niet achterkomt wat nu precies belangrijker was dan jouw geluk of je het niet eens bent met de afweging.

Emotioneel ben je dan dus nog niet veel verder. Toch ligt hierin juist de grootste kracht van het christendom. Als je gelooft weet je dat je er nooit alleen voor staat, dat God met je meevoelt en meevecht, en je uiteindelijk bij zich haalt. Dat ‘voel’ je niet altijd natuurlijk, maar de keren dat dit tot je doordringt, is dit een hele troost en geeft het moed door te zetten. 


Auteur: Reinier Sonneveld

Geschreven door

Reinier Sonneveld

--:--