Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Eddy van Wessel: 'Ik hoop dat mijn foto’s angst wegnemen'

Hij overleefde bomaanslagen, mortiergranaten en arrestaties. Met gevaar voor eigen leven brengt hij het lijden in beeld voor de krant en in zijn onlangs verschenen boek. Inmiddels is Eddy van Wessel twintig jaar een gevierd fotojournalist in conflicthaarden over heel de wereld. “Ik hoop dat mijn foto’s een stukje angst wegnemen.”

Deel:

Een kogelvrij vest hangt aan de wand; het zweet is nog zichtbaar. Eddy van Wessel is net terug uit Irak, waar hij de ISIS-strijd vastlegde. Met zijn gezin woont hij in Zweden, maar als hij in Nederland is, verblijft hij hier op de zolder boven een autogarage in zijn geboorteplaats Huizen. Het pand is getimmerd door zijn vader, die er vroeger zijn timmerfabriek had. Van Wessel: “Ik reis de hele wereld over, maar hier ligt mijn basis.”

Geen avonturier

Hij loopt enthousiast door de sfeervolle ruimte. Vertelt verhalen bij eigen werk aan de muur, laat foto’s op de pc zien of demonstreert een fototoestel. Soms krijgt hij ineens een ernstige blik in zijn ogen. Dan vertelt hij over de mensen die hij ontmoette.

Hier zit geen avonturier die het ene na het andere spannende verhaal opdist. Het gaat hem om het verhaal van de personen die hij in beeld wil brengen. Zoals de Tsjetsjeense rebellen met wie hij mee mocht reizen naar hun illegale trainingskampen. Twee mannen kijken ons aan op het beeldscherm. “Ik maakte hetzelfde mee als zij: op mij werd ook geschoten, we aten uit hetzelfde potje en deelden hetzelfde bosje als toilet. We liepen elke dag veertig kilometer te voet door de velden. Omdat ik one of the guys was, vertrouwden ze mij. Maar ze zeiden ook: ‘Wat je met de foto’s doet, is jouw verantwoordelijkheid.’ Want als deze foto destijds in de krant zou komen, kon ik ze daarmee ombrengen. De Russische geheime dienst verzamelt alle publicaties en zou hen direct op een zwarte lijst zetten. Een dilemma, want de foto had nieuwswaarde, maar ik wil geen mensen geweld aandoen.”

Waarom lieten ze jou toe in hun wereld?
“Omdat ik niet kom als fotograaf, maar als mens die een camera bij zich heeft. Ik werk niet met grote, digitale apparaten, maar met ouderwetse fototoestellen.”

Uit de kast haalt hij een jaren-vijftig-camera, waar een lens uitklapt. Andere gebutste toestellen uit de jaren vijftig en zestig liggen achteloos op zijn bureau. Werken met zulk materiaal biedt veel voordelen, vertelt hij. “Voor de strijders ben ik dan niet de persfotograaf uit Nederland, maar die rare gast met een fototoestel uit de tijd van hun opa. Ze zien me als medemens en daarmee willen ze hun leven wel delen. In Irak fotografeerde ik vorig jaar van binnenuit een protestbeweging van demonstranten, die nu bij ISIS zitten. Ik mocht mee omdat ze hun idealen aan me wilden laten zien.”

In Irak werd hij eens gearresteerd nadat hij getuige was geweest van een zelf- moordbomaanslag – hij ontsnapte zelf aan de dood – en direct daarna begon te fotograferen. Het leger wilde de beelden uit de publiciteit houden. “Ze wilden mijn geheugenkaart, maar toen ze mijn analoge camera’s zagen, dachten ze: ‘Dit is een gek.’ Ik mocht weer gaan. Mensen vinden me ongevaarlijk. Ze denken vooral: jammer dat die jongen geen moderne camera’s kan kopen.” Glimlachend: “Die status bevalt me wel.”

Zilveren camera

Een gruwelijke foto die hij enkele seconden na de zelfmoordbomaanslag maakte, leverde hem een Zilveren Camera op, maar werd aanvankelijk geweigerd door krantenredacties. Vanwege deze prestigieuze prijs kwam de foto later alsnog in de krant. “Omdat het toen kunst was; men had het over het samenspel van lijnen en schaduwen. Ik was pissig, want zo haal je de foto uit de context. Anderzijds: nu hebben duizenden mensen die foto wél gezien.” Want daar is het hem om te doen: iedereen moet weten wat er gebeurt in de wereld. “Dat is mijn grote drijfveer. Het Westen is bang voor ISIS. Maar als je je verdiept in hun wereld, snap je wat ze doen, krijg je begrip en dat vermindert de angst. Je hoeft het niet met ze eens te zijn. Ik ben een idealist; ik hoop dat mijn foto’s een stukje angst wegnemen.”

Als een haas omgekeerd

Daar heeft Eddy van Wessel veel voor over. Syrische militairen schoten bijvoorbeeld gericht op hem. “De hel op aarde. Ze willen je gewoon uitschakelen. Ze vinden een kalasjnikov minder gevaarlijk dan een camera omdat de kracht van de media enorm is. Ik trok op met Syrische rebellen, maar ook zij konden mij een duw geven zodat het Syrische regeringsleger mij kon neerschieten. Dat was bruikbaar voor hun propaganda: ‘Kijk eens, het Syrische leger schiet een journalist neer.’ Je vrienden kunnen ook je vijanden zijn.”

Is jouw missie zo belangrijk dat je bereid bent om je leven daarvoor te geven?
“Nee, ik let goed op. Ik ga ervan uit dat mij niets overkomt, terwijl dat natuurlijk best kan. Tsjetsjeense strijders nodigden mij uit om met hen mee te gaan op een tocht door de bergen. Hartstikke mooi, maar ik voelde aan dat ik dat niet zou overleven. Dat doe ik dus niet. Ik heb een soort zesde zintuig waar ik op vertrouw. Zo reed ik tijdens de Amerikaanse invasie in Irak in 2003 met een collega door de woestijn met de Amerikaanse troepen mee. Op een zeker moment stonden mijn nekharen letterlijk overeind. We bleken tussen de Amerikaanse en Irakese linies in te rijden. Irak vuurde een mortiergranaat op ons af, maar die miste ons gelukkig. Als een haas keerden we om.”

Heeft je gevoel je ooit in de steek gelaten?
“Nee, maar ik was wel heel bang toen ik met Tsjetsjeense strijders langs een Russische tank sloop. Als die Rus één takje hoorde kraken, waren we er niet meer geweest. Ik dacht: ‘Ik ben gek dat ik in mijn naïviteit mijn leven heb gewaagd. Nu krijg ik de rekening gepresenteerd omdat ik van binnenuit het verhaal van die stad wil vertellen.’ Aan de zijlijn blijven staan, vond ik geen optie. Maar in mijn tas zat een afscheidsbrief aan mijn vrouw die
ik al had geschreven. Ik wilde dat ze mij zou begrijpen waarom ik het grote risico genomen had een omsingelde stad te bezoeken. En sorry zeggen voor het feit dat ik haar en het gezin achterliet; ik zette alles op het spel om het verhaal van Grozny te vertellen. Dat is best ingrijpend.”

Je zei eens over je gezin: “Altijd knaagt het schuldgevoel.”
“Klopt, dat is een strijd. Aan de ene kant wil ik het verhaal vertellen van de mensen in Irak of Syrië. Maar de verhalen van mijn eigen kinderen als ze uit school komen, hoor ik niet. Ik zou kunnen stoppen, maar dan ben ik geen volledig mens meer. Wat ik doe heeft niets met werk te maken – zoveel geld verdien ik er niet mee –, het is een deel van mezelf.”

Doen waarin je gelooft

Toen hij vader werd, veranderden zijn foto’s. Ineens kon hij zich inleven in gewone burgers die hun gezin in leven moesten houden. “Ik ontmoette mensen die er rekening mee hielden dat hun kinderen niet meer thuis zouden komen uit school, omdat het zo gevaarlijk is onderweg.”

Zijn jouw kinderen op hun beurt bang dat jou iets overkomt als je ver weg van huis bent?
“Ja, dat is een last die ik op hen en op mijn vrouw leg. Ze doen er luchtig over, maar ik weet zeker dat ze zich ermee bezighouden. Zij zien op televisie ook hoe het mis kan gaan in Syrië terwijl ik daar zit... Maar als ik thuis zou blijven, zou ik mijn kinderen niet meegeven waar ik voor sta: doen waarin je gelooft. Ook al zie ik tragische dingen. Je bent op weg naar de markt en iemand blaast zichzelf op. Papa of mama, of een van de kinderen is dood. Dat zijn afschuwelijke tragedies, die je niet kunt begrijpen. Burgerslachtoffers vind ik het meest vreselijk. Militairen maken zelf de keuze om te vechten. Wie geweld gebruikt, zal geweld ontmoeten.”

Maar militairen of vrijheidsstrijders zijn vaak ook vaders, bakkers of slagers die vechten voor hun vaderland.
“Dat klopt, maar zij kiezen ervoor om geweld te gebruiken. Natuurlijk rouwen ze om een gesneuvelde medestrijder. Maar als een familie rouwt, komen de echte emoties. Die wil ik vastleggen. Mijn boek (zie kader, red.) laat foto’s niet in chronologische volgorde zien. Als je in de jaren negentig in Kosovo je gezin hebt verloren, voelt dat nog steeds als de dag van gisteren. Het zou arrogant zijn als ik Kosovo-foto’s achteraan zou plaatsen omdat het langer geleden is dan Syrië. De media plaatsen vaak foto’s van militairen en wapens. Ik vind dat juist de gewone mensen in de krant moeten komen. Als er in Nederland oorlog is, wil je toch ook dat de wereld weet wat er hier met jou gebeurt?”

Waarom breng je jezelf zo in gevaar in een tijd waarin via Twitter en YouTube foto’s en filmpjes van de lokale bevolking te zien zijn?
Beslist: “Die missen context. Als journalist zoek ik uit hoe het zit en vertel ik het verhaal. Omdat er maar 36 opnamen op een rolletje zitten, word ik bovendien gedwongen scherpe keuzes te maken. Daarna moet de film nog afgedrukt worden. Die tijd heb je nodig om het verhaal te vertellen. Digitale foto’s kun je vlak na een bomaanslag op internet zetten, zonder dat iemand weet wat er is gebeurd. Niet alles haalt de krant, zoals foto’s van honden die aan lijken eten. Het laat het lijden zien zonder context. Maar zo’n foto heeft wel historische waarde, net als foto’s van concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een bewijs dat het gebeurd is.”

Om zijn bezieling door te geven, traint Van Wessel lokale Irakese fotografen tot fotojournalist. “Ik leg ze de grondbeginselen van de journalistiek uit. Ze denken dat de overheid hun mag voorschrijven wat ze mogen fotografen. Dat is propaganda. Ik motiveer hen om kritisch en zelfstandig keuzes te maken.”

Je wilt mensen helpen door jouw werk te delen met de wereld. Help je ook weleens zonder foto’s te maken?
“Als je moet kiezen tussen iemand helpen of iemand laten overlijden, dan help je toch? Ik kom als mens! Dat is toch geen discussie?”

In The Edge of Civilization vertelt hij dat hij gewonde burgers met de auto naar het ziekenhuis brengt. Soms is het te laat en sterven kinderen onder zijn ogen. Van al dat wereldleed krijgt hij geen nachtmerries, vertelt hij op zijn zolder in Huizen. “Ik ben een doorgeefluik. Als de foto’s gepubliceerd zijn, ben ik ervan af. Dan is het jouw probleem. Als er nog niet is gepubliceerd, vreten de gebeurtenissen aan me.”

Is de mens geneigd tot alle kwaad of is hij een overlever?
“In nood zie je mensen zonder façades. Ze leiden het leven in z’n puurste vorm: overleven. Die overlevingskracht brengt goede en slechte dingen naar boven. Slechte mensen zijn er weinig, maar mensen doen wel slechte dingen. Als jouw gezin in levensgevaar komt, zul je ook als een leeuw vechten. Ook jij hebt het in je; het ligt aan je situatie of die kant naar boven komt.”

Hervormd gezin

Eddy van Wessel groeide op in een hervormd gezin. De vraag dringt zich op of zijn oorlogsreizen iets deden met zijn geloof. Want televisieverslaggever Wouter Kurpershoek zei juist in een oorlogsgebied God vaarwel. Anderzijds werd de atheïstische oorlogscorrespondent Brian Stewart (CBC News) juist christen omdat hij onder de indruk raakte van de wereldwijde aanwezigheid van christelijke hulpverleners.

Van Wessel: “Ik geloof dat er iets is. Maar ik weet niet of dat God is of mijn zesde zintuig dat mij beschermde in Irak. Ik zie dat religie ook oorlogen veroorzaakt. Het zou beter zijn als iedereen in dezelfde God zou geloven in plaats van het eigen gelijk in te kaderen. Maar net zoals evangelisten het geloof willen uitdragen in de frontlinie, wil ik mijn beelden – ‘mijn evangelie’ – ventileren. We hebben eenzelfde bevlogenheid.”

Op de computer klikt hij een andere foto aan: een dode Afghaans, die door vrienden wordt vervoerd. Het doet hem denken aan de kruisweg van Jezus. “Zo’n iconisch beeld zit in je Bijbelse database.”

De dood zit je tijdens je reizen op de hielen. Stel dat je binnenkort sterft, wat tref je na de dood?
Hij haalt zijn schouders op. “Geen idee. Als kind leerde ik alles over de hemel en de hel, maar ik weet niet of ze bestaan. Misschien word ik onderdeel van het zesde zintuig dat een ander op de schouder tikt als hij in gevaar is. Het zou mooi zijn om mijn ervaringen na mijn dood nog te gebruiken.”


Tekst: Sjoerd Wielenga
Beeld: Ruben Timman
Bron: Visie 2014, nr. 31/32

Boek

Het (Nederlandstalige) boek The Edge of Civilization, met foto’s en persoonlijke verhalen, is te koop via Edgeofcivilization.com. Visie-lezers krijgen gratis een foto op kwalitatief hoog Artpaper cadeau door bij de bestelprocedure achter hun naam ‘EO’ te vermelden. Prijs (incl. verzendkosten): € 44,50.

--:--