Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Andries Knevel: ‘Ik kwam in shock terug uit Moldavië’

Stel dat het afgesleten woordje ‘armoede’ opeens voor je ogen verandert in een mens van vlees en bloed – iemand die vieze kleren draagt, nagenoeg platzak is, een onverwarmd krot bewoont, honger heeft en je doordringend aanstaart. Iets dergelijks overkwam Andries Knevel toen hij voor EO-Metterdaad afreisde naar het armste land van Europa: Moldavië.

Deel:

Elke zomer bloeien miljoenen zonnebloemen op de heuvels van deze voormalige Sovjetrepubliek, en schiet het kwik als een komeet omhoog. Maar tijdens de lange wintermaanden leven honderdduizenden mensen op het platteland van uur tot uur in bijtende vrieskou; min twintig is geen uitzondering. En kou is slechts één van talloze problemen, ontdekte Andries.

Geadopteerd
Hij geeft toe dat hij vooraf op de landkaart heeft gespiekt om te ontdekken waar hij Moldavië moest situeren. Toch lag er al een linkje tussen dat onbekende land en huize Knevel, zo blijkt. “Mijn vrouw en ik hebben via Dorcas enkele granny’s (ouderen, red.) geadopteerd, van wie er één in dit land woont: Nicolai*. Mijn vrouw schrijft hem iedere maand een briefje en we maken geld voor hem over. Ik wist waar hij woonde – althans, ik had een plaatsnaam. Dat was het enige. Omdat ik toch naar Moldavië ging, leek het me leuk om hem op te zoeken.” Andries’ zoektocht naar Nicolai loopt als een rode draad door de uitzendingen, die later dit jaar te zien zullen zijn (zie kader).
Terwijl het vroor dat het kraakte, maakte een klappertandende Andries kennis met twee hulpprojecten die hij voor Metterdaad volgde. Beide richten zich op de arme plattelandsbevolking – vooral gezinnen met kleine kinderen en ouderen. “Eén project is van het Leger des Heils. Met een enthousiast team trekt dr. Caraman elke week in een mobiele kliniek naar de dorpen op het platteland om mensen te onderzoeken en medicijnen uit te delen – die zijn daar nauwelijks voorhanden en veelal onbetaalbaar. Het tweede project is van Dorcas, die in samenwerking met plaatselijke kerken hulp biedt aan arme gezinnen en ouderen, granny’s. Daarbij moet je onder andere denken aan voedselpakketten, regelmatig bezoek, warme maaltijden en huiswerkbegeleiding.”

Kinderkamer
In de hoofdstad Chisinau, waar de Metterdaad-filmploeg landde, leek de armoede nog wel mee te vallen. “Daar zie je ook dikke auto’s van – laat ik het netjes zeggen – de jetset. Maar als je van daaruit twee uur naar het noorden en twee uur naar het zuiden reist, zoals wij hebben gedaan, kom je on-voor-stelbare armoede tegen. Ik kwam bij mensen in een ruimte van” – hij springt overeind en wijst een hoek van zijn werkkamer aan – “drie bij vier meter; daar woont een gezin met vijf kinderen, met alleen een tafel en twee bedden. Nog niet eens de grootte van een kinderkamer bij ons. Daar leven ze. Koud. Vaak geen hout om te stoken. Uiteraard geen gas. Vaak geen elektriciteit. En het stínkt er zelfs naar armoede. Ik ontmoette mensen die soms niet eten omdat ze het weinige wat ze hebben aan hun kinderen geven. Er is geen privacy, er is niets. De kinderen gaan gelukkig wel naar school, waar ze – via Dorcas – ’s middags een warme maaltijd krijgen. Verder worden ze begeleid bij het maken van huiswerk.”

Blind
Aan herinneringen en anekdotes heeft Andries geen gebrek. “Ik was bij zo’n granny, een oude vrouw die nog door Chroesjtsjov naar Siberië was getransporteerd om daar te werken, een jaar of tien lang. Ze heeft een gruwelijk leven gehad voordat ze werd vrijgelaten. Ze is blind en zat in een kamertje van pakweg twee bij drie meter, kou te lijden en niets te hebben. Ik heb vréselijke taferelen meegemaakt. Ik ben ook bij een gezin geweest waarvan de vader dezelfde avond met de trein naar Moskou zou rijden – een reis van 36 uur – om daar te werken en geld terug te sturen naar zijn gezin. Hij zou een jaar wegblijven, en nam zijn 18-jarige dochter mee. Die vader had er werk, maar zij niet. Ik houd m’n hart vast wat er met zo’n meisje in Moskou gebeurt...”

Borstkanker
Onderweg met de mobiele kliniek van het Leger des Heils maakte Andries kennis met een ander meisje. Ze is nog maar 14 jaar oud, en lijdt aan borstkanker. “Haar ouders hebben een EU-paspoort en zaten in Italië om daar te werken. Soms sturen ze wat geld op naar hun kinderen, soms niet. Haar oma ging met haar mee naar de mobiele kliniek van dr. Caraman. Ze had nooit medische hulp gekregen, omdat ze geen steekpenningen kon betalen. Ze moest worden geopereerd in het ziekenhuis in de hoofdstad, maar daar zou ze dus nooit van z’n levensdagen komen! In dit geval ging het Leger des Heils proberen haar alsnog naar het ziekenhuis te krijgen. De grootouders van dat meisje hadden trouwens hun enige koe verkocht om geld te krijgen voor medicijnen tegen borstkanker. Die bleken uiteindelijk nep te zijn, en hielpen dus niet. Dat meisje stond daar uitzichtloos te staan. En dan is het nog maar de vraag of ze tóch geopereerd wordt in de stad. Treurigheid troef.”
Welk beeld zul je nooit vergeten?
Direct: “Dat van een gezin met drie kinderen – een jongen van 13, eentje van 11 en eentje van 8. Die 13-jarige jongen is heel getalenteerd en kan erg goed tekenen, maar ze hadden zelfs geen geld voor een potlood. Ze zaten ook op zo’n kamertje van drie bij vier, en om een uur of vier ’s middags verstijfden ze omdat ze gerommel hoorden. Wat bleek? Hun dronken opa woonde naast hen. Hij sloeg hun ouders regelmatig waar de kinderen bij waren, en soms ook die drie jongens. Deze mensen zitten met z’n vijven op een klein kamertje in een krotwoning met twee bedden en verder helemaal niets. Eén kookplaatje. De hele dag zitten ze op de rand van het bed. En om een uur of vier komt een dronken opa, die gaat meppen. Deze kinderen zijn getraumatiseerd. En het waren zúlke lieve kinderen! Dus als ik mijn ogen dichtdoe” – Andries voegt de daad bij het woord – “zie ik dat gezin meteen weer voor me.”

Druppel
Andries belde ter plekke zijn vrouw en stelde voor ook dit gezin financieel te gaan ondersteunen. “Ik kon hen niet laten schieten en zeggen: ‘Ik heb een mooie reportage gemaakt; veel sneeuw, veel kou – doet het vast goed straks op televisie en gaat veel geld opleveren voor Metterdaad!’”

Tegelijk weet je: dit is maar één gezin; er zijn er nog zoveel meer.
“Ik heb de waarheid leren inzien van het Joodse spreekwoord: ‘Wie één kind redt, redt de hele wereld.’ Wie één gezin redt...”

Dus blijven dweilen, al staat de kraan wagenwijd open?
“Op structureel niveau is het inderdaad dweilen met de kraan open; je zult er Moldavië als geheel niet mee veranderen. Maar op individueel niveau – door granny’s en gezinnen te helpen – is hulp wel degelijk waardevol. Bij deze projecten komt elke cent op de juiste plek terecht. Maar, in alle eerlijkheid: ik heb het in al die jaren zelden meegemaakt dat ik in shock terugkwam van een reis.”

Heb je jullie eigen Moldavische ‘granny’ inderdaad gevonden?
“Ja! In een dorpje dat je alleen via een zandpad kunt bereiken. We zijn bij die oude man geweest. Déérniswekkend. Hij was heel ziek. Zijn blinde zoon – ze leven samen in een ruimte van drie bij vier – slaat hem af en toe, als hij hem tenminste kan raken. Stel je voor: die blinde zoon slaat zijn oude, zieke vader! Uit onmacht, gecombineerd met alcoholisme. Gelukkig had ik een voedselpakket bij me, waardoor hij weer een tijdje vooruit kon. Maar tijdens deze reis was het steeds kou, armoede, honger, uitzichtloosheid.” Andries zwijgt even. “Zo’n man die met zijn 18-jarige dochter naar Moskou gaat,” peinst hij. “Er zijn daar ook zoveel gebroken huwelijken; problemen op het gebied van huwelijk en seksualiteit. Dus ik was geschokt, ja. Terwijl ik er maar vier dagen was. Gaandeweg was het of ik in die situatie gezógen werd. De complete uitzichtloosheid en de bittere armoede, een paar uur vliegen hiervandaan. Als ze zouden kunnen, zou een aantal van die oudere mensen zelfmoord plegen. Dat zeggen ze ook. Ze zitten het leven uit en wachten tot ze sterven, ondertussen hopend dat ze nog wat eten krijgen. En hout, voor wat warmte.”
Vurig: “Ik begrijp alle problemen rond de kredietcrisis, en ik heb makkelijk praten, maar deze mensen mogen niet de dupe worden! De crisis slaat daar eveneens toe, en veel harder dan hier. De werkloosheid in Moldavië ligt al op dertig procent. Er is nauwelijks werkgelegenheid en er zijn amper sociale voorzieningen. Het is zó menselijk om in tijden van crisis te zeggen: ‘Dan geef ik maar wat minder.’ Niet doen, alsjeblieft – blijf geven! Als het hier druppelt met de kredietcrisis, dan stortregent het daar.”

* Nicolai is inmiddels overleden.

Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Wout Heslinga
 

EO.nl/metterdaad

--:--