Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zeven hoofdzonden onder de loep

‘Doodzonde’: prikkelend boek van Graham Tomlin

Ooit was zonde een angstaanjagend woord. “Het had hetzelfde emotionele effect als woorden zoals ‘nazi’ of ‘kanker’ tegenwoordig op ons hebben,” zegt Graham Tomlin in zijn prikkelende boekje ‘Doodzonde’ (uitgeverij Voorhoeve). “Zonde was iets wat men koste wat het kost wilde vermijden. Nu is het echter van een rottweiler veranderd in een poedel.”

Deel:

Aan de hand van de zeven klassieke hoofdzonden uit de katholieke traditie – hoogmoed, jaloezie, boosheid, vraatzucht, wellust, hebzucht en lusteloosheid – zet Tomlin uiteen wat de Bijbel erover zegt. Hij benadrukt dat zonden geen foutjes, maar levensvernietigende gewoontes zijn. Tegelijk voert hij een ‘pleidooi voor de bijbelse weg naar het leven’, zoals de ondertitel luidt. Een beknopte bloemlezing uit zijn vaak verrassende inzichten.

1: Hoogmoed

“Ten diepste is hoogmoed het verlangen om neer te kijken op alle anderen, of anders gezegd: de weigering om de aanwezigheid, gelijkheid of zelfs superioriteit te herkennen en te erkennen van welk ander wezen dan ook.”

“Als de kern van zonde is dat ze het ons onmogelijk maakt om gezonde relaties en samenlevingen op te bouwen, dan is hoogmoed de meest isolerende van alle zonden. (-) Waar hoogmoed uiteindelijk toe leidt, is eenzaamheid.”

“We moeten nederigheid leren omdat God nederig is. Bekijk het eens op deze manier. Volgens de christelijke visie is God het mooiste, wijste, machtigste, vriendelijkste en meest liefdevolle Wezen dat er bestaat. Niemand anders kan daar ook maar aan tippen. Is het daarom voor Hem gerechtvaardigd om trots te zijn? Ons instinct zegt ons dat het antwoord nee moet zijn, en ons instinct heeft gelijk.”

“Hoogmoed vervreemdt ons van elkaar; nederigheid bindt ons samen. Daarom is het zo essentieel om deze kunst te leren.”

“Nederigheid kan zwak en passief lijken. Maar in feite is ze de sterkste kracht ter wereld.”

“C.S. Lewis zei: ‘Nederigheid is minder aan jezelf denken, niet minder van jezelf denken.’”

2: Jaloezie

“Van alle zonden is jaloezie duidelijk anders. Ze is anders omdat ze de enige zonde op de lijst is waarin geen plezier te vinden is.”

“Ze is wellicht de zonde die het duidelijkst het destructieve, schadelijke karakter van de zonde laat zien.”

“Meestal houdt jaloezie in dat ik iets in iemand anders zie, wat ik niet bezit, maar wel graag wil hebben, en dat ik het die persoon kwalijk neem dat hij of zij het wel heeft. De kunst is om de persoon te bewonderen, of de kwaliteit die de persoon heeft, zonder jaloers op hem of haar te zijn. De manier waarop het christelijk geloof dit doet, is de persoon losmaken van de kwaliteit, en onze kwaliteiten niet te beschouwen als dingen die we bezitten, hebben geleerd of verdienen, maar als gaven.”

“Het geheim van het overwinnen van jaloezie, van het vinden van een echt gevoel van waarde, is dat we God tot de nummer één, de alles beheersende passie van ons leven maken: Hem najagen, Hem zoeken, zoals Hij eerst ons heeft nagejaagd en gezocht.”

3: Boosheid

“Boosheid kan allereerst nuttig en zelfs nodig zijn. Maar op de verkeerde plaats kan ze fataal zijn. Het is niet zo gemakkelijk om te bepalen hoe we boosheid op een goede manier kunnen gebruiken, juist omdat er sterke emoties mee samenhangen.”

“Boosheid heeft altijd wel een klein excuus, een kern van waarheid die de rechtvaardiging wordt voor rotzooi.”

“‘Laat de zon niet over je boosheid ondergaan’ (Ef. 4:26, red.) is nog steeds een schitterend staaltje praktisch advies. Het is niet iets letterlijks; soms hebben boze gevoelens meer tijd nodig om te genezen, maar de achterliggende gedachte is dat we niet in de greep van boosheid moeten raken.”

“Als er een eenvoudige geestelijke discipline is die destructieve woede helpt voorkomen, dat is het de discipline van de stilte. De beste remedie is leren hoe we onze mond moeten houden.”

4: Vraatzucht

“Hoe vreemd het ook mag lijken, in de vroegste veertiende-eeuwse lijsten van de doodzonden, stond vraatzucht bovenaan als de ergste van allemaal.”

“Het obsessief houden van een dieet kan evenzeer een teken van vraatzucht zijn als te veel eten. Vraatzucht is een buitensporige obsessie voor eten, drinken of gewoon consumeren. Voedsel raakt daarmee de juiste proporties kwijt, net zoals dat met seks kan gebeuren.”

“Vasten kan ons meer verbinden met mensen die hongerlijden. Als een van de schandalen van onze tijd is dat er op de wereld zwaarlijvigheid bestaat naast miljoenen die doodgaan van de honger, dan kan de ervaring van zo nu en dan niet eten, ons gevoel van solidariteit doen groeien met hen die dikwijls honger aan den lijve ondervinden.”

“Het christelijke antwoord op vraatzucht is geen zelfverloochening, of de saaie routine van eindeloze matigheid, een schamel dieet van slablaadjes en droog brood. Het is een ritme van feesten en vasten, het vermogen om de tijd te nemen om te genieten van de heerlijke smaak van een Belgische bonbon, een Italiaans ijsje of Hollandse aardbeien op het goede moment. Maar ook om daar ‘nee’ tegen te zeggen op andere momenten, omdat in onze diepste behoeften niet wordt voorzien door eten, maar door gemeenschap met God.”

5: Wellust

“Wellust is niet hetzelfde als seksuele begeerte. Als de Bijbel een hekel had aan seks, is het moeilijk te begrijpen waarom het Bijbelboek door de censuur heen gerold zou zijn.”

“Ondanks al onze grapjes over seks, is ongebreidelde wellust dodelijk. Als wellust mensen werkelijk in z’n greep krijgt, zal hij alles vernietigen: hun verstand, hun intiemste relaties, hun reputatie en zelfs hun lichaam.”

“Wellust ontstaat wanneer seksuele aantrekkingskracht de dominante en allesoverheersende factor wordt in de relatie tussen twee mensen. Wellust is net als vraatzucht een gestoorde begeerte. Zoals vraatzucht ons verlangen naar voedsel buiten proporties trekt, zo trekt wellust ons verlangen naar seks buiten proporties.”

“Dit is de kern van wellust: puur egoïsme.”

“Bij goede seks zijn we er allereerst op uit om te geven, en blijken we daarbij ook te ontvangen. Bij wellust is het voornaamste doel om te krijgen, en hoewel er tijdelijk verlichting kan zijn, is het eindresultaat alleen maar frustratie.”

6: Hebzucht

“Wanneer we ons afkeren van elke vorm van lichamelijk genot, alsof het geestelijker zou zijn om jezelf te beperken tot de meer verfijnde dingen die op het bovenaardse gericht zijn, dan beledigen we God eigenlijk.”

“Het christelijk geloof bekritiseert hebzucht om twee belangrijke redenen: om wat ze doet met een samenleving die erdoor beheerst wordt, en om wat ze doet met individuen die haar bevorderen.”

“Hebzucht probeert de rusteloze ziel tevreden te stellen met dingen die nooit bedoeld zijn geweest om haar tevreden te stellen, maar zo brengt ze tenminste tijdelijk het verlangen naar God tot zwijgen, dat de sleutel en de weg tot waar geluk is. Hebzucht steelt dus niet alleen van anderen, maar ook van onszelf, en gaandeweg verarmen beiden.”

“De sabbat is een cruciaal tegengif tegen hebzucht, omdat deze een wekelijkse herinnering is aan het feit dat het doel van het leven niet ligt in carrière, werk, geld, zakelijke overeenkomsten en al die dingen waarover we ons zorgen maken.”

“Moeten we alles weggeven en arm worden? Moeten we afstand doen van al onze bezittingen? Dat zou een effectief antwoord kunnen zijn, maar in het christelijke denken is niet armoede, maar vrijgevigheid het tegenbeeld van hebzucht.”

7: Lusteloosheid

“Lusteloosheid (geestelijke vermoeidheid, red.) is waarschijnlijk de meest verwarrende van de zeven hoofdzonden, en het moeilijkst te definiëren. Lusteloosheid is niet hetzelfde als depressiviteit; lusteloosheid is een andere vorm van wanhoop, die begint met kleine dingen – de schouders ophalen, je afwenden van iemand in nood, iets in het hart uitschakelen.”

“Lusteloosheid begint met het verliezen van onze honger naar God. Dit kan evengoed gebeuren met religieuze mensen als met niet-religieuze mensen. Veel christenen hebben geleerd om een voorliefde voor liturgie, kerkmuziek of theologische denkbeelden de plaats te laten innemen van een verlangen naar God zelf.”

“Dit (vreugde, red.) is het echte christelijke tegengif tegen lusteloosheid. Als de christelijke analyse juist is dat er achter alle wanhoop en verveling een verlies van honger naar God ligt, dan is het diepste antwoord daarop dat we die honger, dat eenvoudige genieten van God, gaan herontdekken.”

“Hoewel we lusteloosheid op het eerste gezicht wellicht de meest onbeduidende van alle zonden vinden, kan ze in feite toch wel eens een van de ergste zijn, omdat ze wanhoop en duisternis brengt, de goedheid ontkent van wat God heeft geschapen en uitloopt op een naargeestige traagheid.”

Graham Tomlin

Graham Tomlin, auteur van Doodzonde, is rector van St. Paul’s Theological Centre van Holy Trinity Brompton, de anglicaanse kerk in Londen waar de Alpha-cursus is ontstaan. Tomlin doceerde theologie in Oxford en publiceerde een aantal vernieuwende boeken die tot nadenken stemmen, zoals Een kerk die prikkelt – uitdaging om provocerend gemeente te zijn en Geestelijk fit – het belang van christelijke karaktervorming (beide: Voorhoeve, 2008).

N.a.v. ‘Doodzonde – Pleidooi voor de bijbelse weg naar het leven’, Graham Tomlin, uitgeverij Voorhoeve, 2008, 159 pag., ISBN 978 90 297 1871 4.

Geschreven door

Gert-Jan Schaap

--:--