Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Soberheid en gastvrijheid in L’ Abri

De erfenis van Francis Schaeffer

Verscholen tussen de boomgaarden van de Betuwe, ver van de bewoonde wereld, staat het grote, witte L’ Abri-huis. Op het eerste gezicht gewoon een groot, oud huis, dat hier en daar wel een lik verf kan gebruiken. Wie binnenkomt, stapt echter in een internationale wereld van studenten, studie en stilleven.

Deel:

Het is elf uur en net tijd voor koffie. Op banken en stoelen zitten twee Koreanen, twee Duitsers, drie Amerikanen en de Nederlandse leiding: Henk en Riana, Christa en Rob en Beryl. Een paar zijn druk met elkaar in gesprek rondom de open haard. Twee gasten zijn een potje aan het schaken en turen geconcentreerd naar het speelbord. Een kind van net een jaar scharrelt over de vloer.
L’ Abri, Frans voor schuilplaats, is een wereldje apart, waarin de drie g’s centraal staan: Gesprek, gebed en gastvrijheid. Gecombineerd met een sobere levensstijl wil het een gemeenschap zijn waar gasten tot rust kunnen komen en tegelijk bezig zijn met studie, vragen en discussie. Iedereen is welkom, maar de praktijk van L’ Abri inspireert met name studenten.

Open houding

L’ Abri is een vrucht van het werk van Francis Schaeffer. Deze Amerikaanse predikant (zie kader) kwam na de Tweede Wereldoorlog naar Europa om dit werelddeel op te bouwen in geloof.
Hij begon in het Zwitserse bergdorpje Champery. Toen zijn kinderen gingen studeren en vrienden mee naar huis namen, nam hij tijd om op zaterdag met hen te praten over alles waar ze het maar over wilden hebben. Internationaal voorzitter Wim Rietkerk: “Schaeffer kon altijd op een respectvolle en open manier spreken met mensen die vragen hadden. Een van de gevleugelde uitspraken van hem is: ‘Honest answers on honest questions’.” (Eerlijke antwoorden op eerlijke vragen)
Een open houding en gastvrijheid maakte het huis van Schaeffer voor velen een bijzondere plek. Er waren altijd uitgebreide maaltijden met discussies. Daarnaast voerden hij en zijn vrouw persoonlijke gesprekken met de gasten. Met elkaar deelden ze het huis en het erf. Het werk groeide: Door de week waren er zo’n acht gasten, in het weekend kwamen er nog eens acht bij. Op den duur kwamen er diverse chalets bij, zodat er een heel cluster in het bergdop ontstond. Het belangrijkste was dat Schaeffer ook de vrucht van zijn werk zag; mensen kwamen tot geloof.
Een van de studenten zei eens tegen Schaeffer en zijn vrouw: ‘Merci pour votre L’ Abri’ (bedankt voor uw schuilplaats). De naam L’ Abri was geboren. Het was maart 1955.

Nestgevoel

Rietkerk kwam in 1960 in contact met Schaeffer toen deze Nederland bezocht. Het werk sprak Rietkerk erg aan en kort daarna was hij te gast bij L’ Abri in Champery. Toen hij terugkwam in Nederland raakte hij bevriend met dr. Rookmaaker, met wie hij, samen met nog anderen L’ Abri Nederland opzette. Het begon met discussieavonden en bijbelkringen en het mondde in 1971 uit in L’ Abri Nederland in Eck en Wiel. In diezelfde tijd ontstond er ook een L’ Abri in Engeland. Amerika (Boston en Rochester), Zweden, Korea en Canada volgden.
In 1984 kreeg L’ Abri een erfenis, waardoor ze een huis in Utrecht kon kopen. “We waren bang dat we hier wat te geïsoleerd leefden en het contact met de samenleving zouden kwijtraken,” vertelt Rietkerk. “In Utrecht ben ik toen lezingen gaan geven, waardoor het idee groeide om ook in de stad wat op te zetten.”
In het L’ Abri-huis in Utrecht zijn geen verblijfsmogelijkheden, maar wel diverse activiteiten als lezingen en filmavonden en mogelijkheden voor gesprek.
Wie te gast wil zijn bij L’ Abri in Eck en Wiel kan voor een dag tot maximaal een kwartaal terecht. Rietkerk legt uit dat dit met opzet niet langer mogelijk is, omdat gasten anders een soort nestgevoel krijgen. “Mensen kunnen zich hier heel geborgen en veilig voelen, maar het moet geen huis worden met steeds dezelfde mensen. Het moet doorstromen.”
L’ Abri doet niet aan reclame. Van inkomsten voor onderhoud tot indiensttreding van medewerkers wil ze afhankelijk zijn van God en wordt het werk gedragen door gebed. “Schaeffer was altijd heel terughoudend als het ging om de toekomst van L’ Abri,” aldus Rietkerk. “‘Laat de Here je weg leiden. In wat Hij geeft of niet geeft, laat Hij een stuk leiding zien,’ zei hij dan. Die rechtstreekse afhankelijkheid hoort bij ons, dat willen we ook voorleven aan de mensen die hier komen.”

Drukke baan

In de keuken zijn Beth, een 23-jarige Amerikaanse en Riana, een van de Nederlandse leiding, druk bezig met het klaarmaken van de lunch. Veel ingrediënten uit de eigen tuin worden gebruikt. “Koken bij L’ Abri is back to the basics,” lacht Riana. “Veel gasten leren hier koken. Zij zijn alleen maar diepvries– en kant-en-klaar-maaltijden gewend.”
Voelt ze zich niet eenzaam op het terrein van L’ Abri, dag en nacht bijna buitengesloten van de wereld? “Nee,” antwoordt ze. “Er is hier altijd genoeg te beleven. Bovendien ben ik bijna niet anders gewend. Als ik de kinderen van school haal hier in het dorp, merk ik wel dat ik in een totaal andere wereld leef dan de andere moeders. Maar ik moet er niet aan deken een drukke baan in de maatschappij te hebben en van hot naar her te rennen.”

Op de eerste etage is het stil. Aan de tafel zit Ruth uit Duitsland met een paar boeken en een kladblok voor haar neus. In de hoek van de kamer leest de Amerikaanse Steven (18) een boek. Een wand van de kamer staat vol met cassettes waarop lezingen staan die de gasten kunnen beluisteren. Een L’ Abri-gast moet een aantal persoonlijke doelen formuleren waar hij aan wil werken. Aan de hand daarvan wordt een programma opgesteld en kan hij boeken en lezingen raadplegen. Ook krijgt hij persoonlijke begeleiding door middel van voortgangsgesprekken.
Steven is net klaar met de middelbare school, maar weet niet precies wat hij wil gaan doen. “Daarom leek het me goed eens een tijdje bij L’ Abri te verblijven,” legt hij uit.
Waarom dan L’ Abri in Nederland en niet gewoon een jaartje tot rust komen in Amerika? “Hier ben ik er helemaal uit,” antwoordt hij. “Ik kan er nu helemaal de tijd voor maken, ik heb geen haast. Ik wil zo een goede basis hebben om straks geen valse start te maken.”

Als je bij L’ Abri verblijft, moet je je houden aan een vast dagritme. ’s Ochtends eerst studie. Heb je daar nu elke dag zin in?
“Niet altijd,” geeft Steven toe. “En de ene keer studeer je ook wat intenser dan de andere keer. Soms lees ik echt heel intensief de Bijbel, een andere keer mediteer ik meer, of luister ik naar een lezing.”
De 29-jarige Ruth vangt de laatste vraag op en draait zich om. “De studie hier is wel anders dan als je bijvoorbeeld aan de universiteit studeert. Dan heb je inderdaad wel eens op maandag helemaal geen zin. Maar hier kies je zelf helemaal voor je eigen onderwerpen. Soms gaat een ochtend zo snel, dat ik het jammer vind dat ik niet nog even verder kan lezen of luisteren.”

Discussielunch

Halverwege het gesprek luidt beneden in de hal de bel. Het is één uur, tijd voor lunch met discussie. Een zelfgemaakte mosterdsoep, zelfgemaakte bolletjes en een zelfgemaakte worteltjescake worden op tafel getoverd. Ondertussen opent leider Henk de discussie: ‘Mag je geweld gebruiken of niet? En wanneer wel of niet?’ Namen als Zwingli en Calvijn, maar ook Ghandi en Bonhoeffer passeren de revue.
Wie tussen de gesprekken door de rust op zich laat inwerken, voelt een vreemd soort weldadigheid over zich heenkomen. Geen auto’s die langszoeven, geen drukte van een stad, maar een grasveld vol sneeuwklokjes buiten, gecombineerd met de sobere inrichting binnen.
Na de lunch is er tijd voor activiteiten. Die variëren van het schrobben van de wc en het stofzuigen van de kamers, tot het hakken van hout en de voorbereiding op de avondmaaltijd en de lezing die daarop volgt.

Wie was Francis Schaeffer?

In maart bestaat het L’ Abri-werk een halve eeuw. Grondlegger Francis Schaeffer kwam eind jaren veertig naar Europa, omdat hij ons continent toen al als zendingsgebied zag. Zijn missie betrof vooral de intellectuele zoekers. In 1955 kwam als door een wonder een geldbedrag beschikbaar om een chalet in de Alpen te kopen. L’ Abri was begonnen.

In zijn eigen opvoeding had Schaeffer niet veel meegekregen van het christelijk geloof. Als 18-jarige student begon hij de Bijbel van voren af aan te lezen. Na een half jaar kwam hij in 1930 tot geloof, omdat hij tot de conclusie kwam dat dit de waarheid moest zijn. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde hij zich, inmiddels predikant, met zijn vrouw Edith in Zwitserland, waar ze in eerste instantie kinderwerk startten. Na een geestelijke crisis wijdde hij zich opnieuw toe aan God. De lezingen die hij na deze periode hield, zijn later gebundeld in Leven door de Geest. Volgens kenners leer je Schaeffer het beste kennen door dit boek te lezen.

Terwijl de westerse christenheid het gevaar vooral vanachter het IJzeren Gordijn zag komen, wees Schaeffer op de machten die vanuit de westerse cultuur zelf opkwamen. Hij richtte zijn pijlen vooral op het ‘relativisme’. Als de waarheid wordt gerelativeerd, dan rest er slechts wanhoop en chaos. Schaeffer zette er de God van de Bijbel tegenover. In zijn filmserie Hoe zouden wij dan leven werkt hij deze gedachten verder uit door een wandeling door de cultuurgeschiedenis. De films werden in 1978 door de EO op de buis gebracht.

In 1984 overleed Schaeffer aan de gevolgen van kanker. Schaeffers overtuiging dat je niet dom hoefde te zijn om te geloven heeft een emanciperende uitwerking op veel christenen gehad. Zijn invloed in Nederland is vooral zichtbaar geworden in de Evangelische Hogeschool en een beweging als Schreeuw om Leven.

Een open houding en gastvrijheid maakten het huis van Schaeffer voor velen een bijzondere plek

--:--