Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Is er leven na de baby?

Hoe drastisch zet de komst van een baby je leven op z’n kop?

Een baby erbij kan je leven enorm verrijken. Aan de andere kant kunnen aanstaande ouders er tegenop zien dat hobby’s en andere activiteiten voor het kind moeten wijken. Hoe drastisch zet de komst van een baby je leven op z’n kop? Kun je je hobby’s gewoon blijven doen of concurreert een kind met de vrije tijd?

Deel:

Het krijgen van een kind stellen we steeds meer uit. In 1975 waren vrouwen gemiddeld 25 jaar bij de geboorte van het eerste kind. Nu zijn ze gemiddeld 30,3 jaar wanneer ze voor de eerste keer moeder worden. Uitstel van ouderschap is een trend. Waar ligt dit aan? Andere prioriteiten, carrière, ambities, moeite om goede kinderopvang te regelen, onwil om vrijheid op te geven, angst voor een ander leven? Natuurlijk verandert er iets met een kind, maar waarom is dat zo? Misschien verandert een kind niet alleen de tijdsindeling, maar ook de ouders zelf.

Trots

Hans en Inge zijn de trotse ouders van Renske. Toen Renske net geboren was, namen Hans en Inge haar nog overal mee naartoe. “Eerst wil je dat alles gewoon moet blijven zoals het altijd was. Hoewel dat niet altijd werkte, zijn we wel meer vindingrijk geworden en nemen we haar het liefst nog steeds mee.”
Zaterdag is de dag dat Hans met Renske op stap gaat. Wat hij ook doet, hij neemt zijn dochter mee. Laatst nam hij haar mee naar een mannendag. Ze was het enige kind dat mee was. “Veel mannen dumpen hun kinderen ook in het weekend gewoon thuis en doen hun ding. Ik ben heel trots op hem dat hij niet zo is. Hij wil dat Renske een ander beeld meekrijgt van hoe een vader is voor zijn dochter.” Hans vult aan: “Wanneer ik naar een conferentie ga, neem ik haar liever mee dan dat ze thuis blijft. Ik heb per slot van rekening besloten tijd in Renske te investeren. In eerste instantie proberen we te leven naar principes, niet om ons naar de cultuur te voegen. Misschien moeten we de zaken omdraaien: Waarom is er bijvoorbeeld geen crèche op een mannenconferentie?”

Zingen

“Ook toen Renske kwam, ben ik wel blijven zingen bij m’n band,” vertelt Inge. “Het geeft me een kick, ik laad er zo van op. Ook toen ik hoogzwanger was, heb ik nog opgetreden. Toen Renske net geboren was, stortte de band in elkaar. Iedereen verwachtte dat ik zou stoppen en sommigen bleven weg. We zijn als band toch doorgegaan en er kwamen weer nieuwe mensen bij. Elke twee weken komen we een avond bij elkaar om te oefenen. Nu de tweede er aan komt, is het de vraag hoe we alles praktisch gaan regelen. Zingen is echt mijn ding, ik vind het fantastisch om op te treden.”
Inge kan haar werk thuis doen, en combineert dat met de zorg voor haar dochter van anderhalf jaar. Ze is blij dat Renske nu leert om zelf te spelen. Hierdoor kan ze thuis gericht werken, en weet haar dochter dat er momenten zijn van ‘nu ga je spelen.’ Ze leest veel boeken. “Als iemand met een probleem bij me komt, probeer ik erover te lezen. Laatst vroeg de werkgroep jeugdbeleid van de kerk me om eens uit te zoeken wat er in de Bijbel staat over de plek van jongeren en kinderen in de kerk.”
Er zijn ook hobby’s die Inge had voor ze moeder werd, waar ze nu niet meer aan toekomt. Gitaar spelen doet ze bijvoorbeeld niet meer. “Dan komt Renske erbij en gaat aan de snaren plukken, dat is gewoon irritant. Toen ze net geboren was, speelde ik dwarsfluit voor haar. Dat doe ik nu ook nooit meer, zang heeft voor mij nu voorrang.”

Extra bagage

Voordat zijn dochter kwam, hield Hans van computerspelletjes. Nu doet hij het nog af en toe, maar eigenlijk heeft hij het opgegeven. “Vooral op het gebied van instelling en keuzes maken, is er wat veranderd. En dan niet zozeer de keuzes die je maakt, maar de achterliggende principes. Ik houd nog steeds van computerspelletjes, maar heb m’n dochter bewust een hogere prioriteit gegeven. Zonder deze mentaliteitsverandering was ik gewoon doorgeleefd en had ik Renske als ‘extra’ beschouwd waar ik ook wat tijd aan had moeten besteden.” Voordat hij trouwde, deed hij aan schermen, maar vond dat in zijn nieuwe woonplaats niet leuk meer. Dat hij ermee stopte, lag dus niet aan Renske!
Inge geeft wel aan dat je als ouders minder flexibel bent: “Het hoort er gewoon bij. Juist wanneer je het druk hebt, moet je je prioriteiten bijstellen. Toch krijg je steeds meer tijd terug; vooral ‘s avonds is er ruimte voor andere dingen. Hoewel er wel eens frustraties zijn, hadden we gedacht dat het zwaarder zou zijn.”
Sommige keuzes in de opvoeding van een kind vallen op. De reden waarom een keuze gemaakt wordt, vindt Hans interessanter. “Besluiten de ouders om zelf ook te veranderen en meer volwassen te worden, of wordt het feit ‘kind’ als extra bagage meegenomen en probeert men zich er omheen te schikken?”

Uitslapen

Wat er allemaal verandert met de komst van een kind? Pieter (vader van Wout) hoeft daar niet lang over na te denken: “Uitslapen en lang tafelen.” Ook Frida (moeder van Wout) is het erover eens dat samen eten meer een kwestie van efficiëntie dan van goede gesprekken is. Ook voor een zondagmiddag ongestoord lezen, zijn kinderen een kink in de kabel, vindt Pieter.
Toen hun zoon ruim vier jaar geleden werd geboren, moest vooral Frida wennen aan haar nieuwe rol als moeder. “Al tijdens m’n zwangerschap heb ik m’n baan opgegeven, onregelmatig invalwerk was gewoon niet handig. Toen Wout er was, duurde het wel even een paar maanden voordat ik m’n draai had gevonden. Met de eerste was het heel hectisch en waren we ineens meer gebonden, we konden niet spontaan ergens heen. Later, toen Rianne erbij kwam en de buren konden oppassen, veranderde dat wel. Toen Rianne was geboren, ben ik heel bewust een avond in de week een cursus stemtraining gaan doen. Om even niet met huis en kinderen bezig te zijn. Eigenlijk had ik geen tijdrovende hobby’s die ik voor de kids moest opgeven. Sporten doe ik nog steeds wel, evenals zwemmen en hardlopen.”
Pieter vult aan: “Dingen die je ‘s avonds doet, kun je als de kinderen op bed liggen wel blijven doen. We sporten allebei op donderdagavond, dan laten we de babyfoon bij de buren. Waar ik wel bewust mee ben gestopt, is motorrijden. Ik vond het niet belangrijk genoeg. Het kostte veel tijd en ik voelde me toch meer verantwoordelijk. Op een motor heb je een grotere kans om een ongeluk te krijgen.” Het moment dat de eerste kwam, viel voor Pieter ook samen met het begin van zijn werkende leven. Met zo’n strak ritme van lange werkdagen en vroeg naar bed, ging hij ‘s avonds minder vaak weg. Wel namen ze Wout mee naar de bijbelclub en legden hem daar op bed. Frida: “Ik ken ook mensen die dat niet doen. Maar wij hebben makkelijke kinderen. We vinden dat het kind mee moet draaien in ons ritme, net zoals wij ook moeten inleveren op het kind. Soms zie je dat alles om het kind gaat draaien; dat hebben wij niet zo. Nu de derde er aankomt, besef ik wel dat ik straks alleen weg kan als de baby wakker is. Dat patroon wordt door het kind gestuurd. Ook nu Wout naar school gaat, plan ik activiteiten daar omheen.”

Molens

“Je verandert wel,” vindt Pieter. “Toen we met de monumentendagen op pad gingen, hielden we rekening met de kids. Molens vinden zij heel indrukwekkend, maar musea en historische gebouwen laten we schieten.”
Hun hobby’s zijn meer functioneel geworden: Frida naait nu ook verkleedpakken en Pieter klust een stapelbed en kinderstoelen in elkaar. “En je gaat met het speelgoed van de kinderen spelen. Wout en ik maken dingen van knex, als Rianne het niet kapot maakt, tenminste.”
Nu ze kinderen hebben, moeten weekendjes weg, dure uitgaven of een uitgebreide kledinggarderobe daarvoor wijken. Maar dat vinden ze logisch.
Daar staat tegenover dat wanneer Pieter thuiskomt, hij altijd enthousiast wordt begroet door de kinderen; ze komen gillend en springend bij de deur en Wout wil meteen stoeien. Ze genieten ervan dat hun kinderen terloops grappige dingen zeggen. ‘De Here God heeft alle kleuren bedacht,’ wist Wout toen hij een keer uit school kwam. Overdag spelen Wout en Rianne veel samen. “Als de derde er is, moet ik weer rennen voor m’n kind, nu laat ik m’n kinderen nog even rennen voor mij.”

“De eerste maanden staat je wereld op z’n kop. Vooral moeders hebben het gevoel dat er niets meer uit hun handen komt. Zelfs aan planten begieten, komen ze niet meer toe,” vertelt Tjitske Lemstra, deskundig op het gebied van opvoeding en gezin. “Het is alsof de hele wereld draait om het kind. De vader kan hier na verloop van tijd wat moeite mee krijgen. Voor de moeder is dit iets gemakkelijker. Voor haar gaat het meer natuurlijkerwijs, want zij zit nog met allerlei touwtjes vast aan het kind. Zij voelt zich als eerste verantwoordelijk. Een vader staat vaak aan de zijlijn: hij kan het gevoel hebben even op de tweede plaats te komen. Na verloop van tijd komen de normale verhoudingen gelukkig vaak vanzelf weer terug.”

--:--